Een aantal boeren in Noord-Holland moet accepteren dat Tennet op hun land hoogspanningskabels onder de grond legt. De gedoogplicht die hiervoor is opgelegd door de rijksoverheid, houdt stand bij de Raad van State.
Tennet werkt in de kop van Noord-Holland aan versterking van het hoogspanningsnet, waarvoor onder meer vier ondergrondse 150 kV-verbindingen worden aangelegd tussen verschillende hoogspanningsstations. Uiteindelijk ontstaat hierdoor een nieuwe ringstructuur, die het net in Noord-Holland minder storingsgevoelig moet maken.
Bij een van de 150 KV-kabels lagen grondeigenaren dwars; het lukte Tennet niet om met enkele eigenaren van agrarische percelen in de gemeenten Heerhugowaard en Koggenland overeenstemming te bereiken over een opstalrecht. Zo’n recht heeft Tennet nodig om de grond te mogen gebruiken voor de aanleg en het in stand houden van de kabels. Omdat Tennet en de grondeigenaren er samen niet uitkwamen, legde toenmalig minister van Infrastructuur en Milieu Melanie Schultz van Haegen in 2015 op verzoek van Tennet een gedoogplicht op.
De grondeigenaren gingen hiertegen in beroep. Zij zijn van mening dat Tennet “geen serieuze en redelijke poging heeft ondernomen om langs minnelijke weg tot overeenstemming te komen”. De bepalingen in de standaardovereenkomst van Tennet bevatten volgens hen “onredelijke en onredelijk bezwarende bedingen”. Afwijken van de standaardovereenkomst zou Tennet niet gewild hebben. De gedoogplicht zou daarom ten onrechte zijn opgelegd.
De rechtbank Noord-Holland oordeelde vorig jaar al dat dit beroep ongegrond was, omdat Tennet voorafgaand aan het opleggen van de gedoogplicht meerdere malen geprobeerd heeft tot een overeenkomst te komen. De Raad van State bevestigt die uitspraak, en houdt de gedoogplicht dus in stand.
De standaardovereenkomst is vastgesteld in samenspraak met LTO Nederland, en die organisatie “vertegenwoordigt een groot aantal agrarische ondernemers en mag geacht worden de belangen van agrarische ondernemers te behartigen”, stelt de Raad van State. Dat individuele grondeigenaren de standaardovereenkomst niet goed genoeg vinden, betekent volgens de rechter niet dat Tennet daarom geen serieuze poging gedaan zou hebben om tot overeenstemming te komen.
Het is niet voor het eerst dat grondeigenaren weigeren de standaardovereenkomst te tekenen en vervolgens de opgelegde gedoogplicht aanvechten. Dat heeft wel eens tot succes geleid, want in 2015 wisten zowel een melkveehouder als een manege-eigenaar een gedoogplicht van tafel te krijgen. De manege kreeg later overigens wel een nieuwe gedoogplicht opgelegd die de juridische toets van de Raad van State wel kon doorstaan.