Direct naar inhoud

Gerechtshof: benzinepompen mogen snelladers als aanvullende voorziening plaatsen — artikel bevat een betaalmuur

Dit artikel heeft een betaald toegangsblok, wat betekent dat je een deel van de inhoud pas kunt lezen als je bent ingelogd en een geldig abonnement hebt.

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd: 27 september 2018

Snellaadbedrijven Fastned en MisterGreen hebben in hoger beroep opnieuw een zaak verloren over snelladen als aanvullende voorziening. Ook het Gerechtshof in Den Haag oordeelt dat benzinestations snelladers mogen plaatsen op locaties waar al een zelfstandig snellaadstation van een andere aanbieder staat.

Fastned en MisterGreen spanden begin dit jaar een kort geding aan bij de rechtbank in Den Haag, omdat zij van mening zijn dat benzinestations geen snellaadpaal zouden mogen plaatsen op locaties waar al een snellaadstation staat of gepland is. Het kort geding ging verloren, en ook in hoger beroep bij het Gerechtshof Den Haag krijgen de twee bedrijven de rechter niet aan hun kant. Dat blijkt uit een uitspraak van afgelopen zomer, die deze week is gepubliceerd.

De kwestie draait in de kern om de vraag of op één verzorgingsplaats langs de snelweg meerdere aanbieders van snellaaddiensten actief mogen zijn. Tot 2012 konden laadpalen langs de snelweg alleen geplaatst worden als aanvullende voorziening bij een benzinestation of een wegrestaurant. Omdat benzinepomphouders dit nauwelijks deden, werd in 2012 de mogelijkheid gecreëerd om ook snellaadstations als basisvoorziening -dat wil zeggen, als zelfstandige activiteit- te exploiteren. Hierdoor waren er nu vier mogelijke basisvoorzieningen langs de snelweg: benzinestations, servicestations, wegrestaurants en laadstations.

De vraag waar de rechter zich over moest buigen, was of het na deze beleidswijziging ook nog toegestaan is voor benzinestations en andere basisvoorzieningen om een laadpaal als aanvullende voorziening te plaatsen, als op diezelfde locatie al een snellaadstation als basisvoorziening staat of gepland is. Fastned en MisterGreen waren van mening dat dit niet zou moeten mogen.

Het Gerechtshof ziet dit anders. Op basis van de letterlijke tekst van de beleidswijziging uit december 2011 concludeert de rechter dat het nooit de bedoeling is geweest om exclusiviteit te bieden aan exploitanten van zelfstandige snellaadstations: “Met de Staat en met de voorzieningenrechter […] is het hof van oordeel dat de beleidswijziging van december 2011 slechts tot gevolg had dat voortaan exploitatie van een laadstation als basisvoorziening mogelijk werd en dat het niet zo is dat daarnaast de mogelijkheid van het hebben van een laadstation als aanvullende voorziening is vervallen.”

Hoeveel laders?

Overigens wijst de rechter er op dat Fastned en MisterGreen in zekere zin wel exclusiviteit hebben gekregen: er mag per verzorgingsplaats namelijk maar één snellaadstation als basisvoorziening zijn. Een snellader als aanvullende voorziening moet volgens de rechter altijd “ondergeschikt” zijn aan een basisvoorziening. Dat betekent dat, als in de toekomst elektrisch rijden veel groter wordt, het in ieder geval niet mogelijk zal zijn om bijvoorbeeld één pomp met benzine te laten staan, en daarnaast een groot aantal snelladers als ‘aanvullende voorziening’ te plaatsen.

Maar waar precies de grens ligt van het aantal snelladers dat nog als aanvullend kan worden gezien, is volgens de rechter niet duidelijk: daarvoor gelden “op dit moment nog geen vaste richtlijnen […] en het [is] afhankelijk van de situatie ter plaatse”, aldus de rechter. Dit lijkt dus mogelijk voer voor toekomstige rechtszaken.

Geen shop of wc

Fastned en MisterGreen hebben vooral moeite met de gang van zaken, omdat zij bij hun laadstations die als basisvoorziening zijn aangemerkt, juist geen aanvullende voorzieningen mogen aanbieden. Terwijl benzinestations wel als aanvullende voorziening elektriciteit mogen verkopen voor elektrische auto’s, mogen Fastned en MisterGreen geen benzine verkopen, geen winkeltje beginnen, geen wc’s exploiteren en geen bandenpomp plaatsen. Dat is in strijd met het gelijkheidsbeginsel, vinden de snellaadbedrijven.

Dat uitbaters van snellaadstations geen aanvullende voorzieningen mogen aanbieden, volgt uit de Benzinewet en convenanten die de staat heeft gesloten met benzinepomphouders. Die wet en de convenanten dateren van voor de datum waarop het mogelijk werd om snellaadstations als basisvoorziening te exploiteren.

De convenanten zijn ooit gesloten omdat benzinestationhouders eerst beschikten over eeuwigdurende rechten. De staat wilde dat omzetten in tijdelijke rechten, en om de pomphouders daarbij tegemoet te komen, werd afgesproken dat de staat tot 2024 “geen nieuwe locaties op verzorgingsplaatsen zal creëren en in gebruik zal geven”, zodat er in ieder geval voor deze periode geen extra concurrentie zou komen. Volgens de staat en de benzinepomphouders betekent deze afspraak ook dat er geen nieuwe winkels mogen komen, omdat de benzinepompen voor hun inkomsten grotendeels afhankelijk zijn van hun winkels.

Fastned en MisterGreen hadden de rechter gevraagd om snelladers als aanvullende voorziening te verbieden, zolang het voor hen ook verboden is om aanvullende voorzieningen te plaatsen. Die eis wordt door de rechter afgewezen, maar de op zichzelf staande vraag of het terecht is dat Fastned en MisterGreen geen winkel of wc mogen plaatsen, is daarmee nog niet beantwoord, omdat dit strikt genomen geen onderdeel is van deze rechtszaak.

Raad van State

De zaak waarin het Gerechtshof nu uitspraak heeft gedaan, is een civiele zaak, waarin het vooral draait om de rechten van Fastned en MisterGreen als bedrijven. Eerder heeft Fastned ook al via bestuursrechtelijke weg geprobeerd om twee vergunningen van Shell voor snelladers van tafel te krijgen. In die twee zaken deed de Raad van State recent uitspraak. Net als het Gerechtshof concludeert de Raad van State dat snellaadpalen als aanvullende voorziening zijn toegestaan op plaatsen waar ook een snellaadstation als basisvoorziening staat. Wel verwijst de raad een van de zaken terug naar de rijksoverheid, omdat deze ten onrechte Fastned niet als belanghebbende had aangemerkt.