De onderhandelingen tussen Gasunie en LTO over vergoedingen voor het gebruik van agrarische grond voor leidingen zijn gestaakt. Eerder bereikten de twee partijen wel een principeakkoord, maar naar nu blijkt zijn zij het niets eens geworden over de verdere invulling daarvan.

Bij de aanleg van leidingen op agrarisch land maken Gasunie en de betreffende boer schriftelijke afspraken over het gebruik van de grond. Dit gebeurt meestal op basis van een modelovereenkomst, die het gasinfrastructuurbedrijf samen met land- en tuinbouworganisatie LTO heeft opgesteld. Uit die modelovereenkomst volgt dat de afspraken voor onbepaalde tijd geldig zijn. In de loop der tijd is LTO echter tot de conclusie gekomen dat zijn leden daar niet gelukkig mee zijn. Voor onbepaalde tijd betekent immers dat ook hun opvolgers eraan vast zitten.
Daarom zijn er nieuwe onderhandelingen met Gasunie gestart, die afgelopen januari hebben geleid tot een principeakkoord. Daarin is afgesproken dat de modelovereenkomst voortaan een looptijd van 35 jaar –grosso modo een generatie- heeft en daarna stilzwijgend wordt verlengd. Voor beide partijen was dat een acceptabele uitkomst, maar later bleek dat er een verschil van interpretatie bestond over wat die stilzwijgende verlenging precies inhoudt.
“In onze beleving betekent dit dat onze leden na 35 jaar opnieuw met Gasunie om tafel gaan zitten om te bekijken of de overeenkomst moet worden verlengd, en onder welke voorwaarden”, zegt bestuurder Alfred Jansen van LTO. “Natuurlijk vinden wij het ook belangrijk dat een leiding die nog nodig is, blijft liggen; wij hebben er geen behoefte aan om maatschappelijk geld te verbrassen. Maar zelfs een gasleiding heeft geen eeuwig leven en dus is het redelijk daar een bepaalde termijn aan te knopen.” Jansen wijst erop dat indien de gesprekken over verlenging op niets uitlopen, Gasunie nog altijd een gedoogplicht kan afdwingen. “Wij zien dus geen belemmering om dat zo af te spreken.”
Het gasinfrastructuurbedrijf denkt daar anders over. Volgens woordvoerder Michiel Bal van Gasunie is het niet vreemd om het na 35 jaar nog eens over de voorwaarden van de afspraken te hebben. Maar dat een boer dan de mogelijkheid heeft om de overeenkomst op te zeggen, zou niet wenselijk zijn. “Wij hebben een maatschappelijke rol te vervullen”, zegt hij. “En als een leiding nodig is voor het algemeen belang, willen we het gebruik van de grond niet via de gedoogplicht moeten opleggen. Dat wil je niet.”