Met behulp van groenestroomcertificaten met een tijdstempel wordt in een pilotproject de productie van het Prinses Amaliawindpark gekoppeld aan het verbruik van Eneco’s e-boiler in Ypenburg. Energiebedrijf Eneco, certificatenbeheerder Certiq en softwareontwikkelaar Flexidao werken samen aan de uitvoering.
Het doel van het project is om uit te zoeken hoe groenestroomcertificaten -officiële naam garanties van oorsprong of GVO’s- een tijdstempel mee kunnen krijgen, zodat productie en verbruik van hernieuwbare elektriciteit gelijktijdig kunnen plaatsvinden. Garanties van oorsprong garanderen dat een MWh stroom hernieuwbaar is opgewekt. Wie net zoveel garanties van oorsprong afboekt als MWh stroom verbruikt, heeft daarmee administratief het verbruik vergroend. Dat gaat nu op jaarbasis. Met een tijdsregistratie zou dat op uurbasis of zelfs kwartierbasis kunnen gebeuren. Dan vinden productie en opwek vrijwel gelijktijdig plaats.
Pilotproject
Drie partijen werken samen in het pilotproject. Eneco levert de meetwaarden aan van het Prinses Amaliawindpark en de e-boiler. Het windpark heeft een opgesteld vermogen van 120 MW. De boiler, die warmte levert aan het stadswarmtenet van Den Haag, heeft een vermogen van 12 MW. Flexidao heeft de software die voor de geproduceerde stroom uit het windpark op uur- en kwartierbasis GVO’s genereert, en bijhoudt hoe productie en verbruik op elkaar aansluiten. Certiq kan in het eigen systeem GVO’s nog niet van een dergelijke tijdstempel voorzien en kijkt dus mee met Flexidao. Certiq zorgt ook voor de link met het bestaande GVO-systeem en houdt in de gaten of er onregelmatigheden ontstaan, zoals bijvoorbeeld dubbele afboekingen.
De pilot gaat voor de zomer van start, en loopt dan tot het einde van het jaar. Het gaat om een ‘dry run‘, een technische exercitie waarbij de systemen en technologie worden getest, zonder dat er daadwerkelijk wordt ingegrepen in de dagelijkse gang van zaken of de aansturing van de installaties. Eneco zal dus niet de boiler aansturen op basis van de informatie die in de pilot vrij komt, om bijvoorbeeld te zorgen dat de boiler zoveel mogelijk draait op momenten dat het windpark produceert. Wel moet in de pilot duidelijk worden hoeveel overlap er nu al in productie- en verbruiksuren is.
Energytag
Al langer is er de wens om de productie van groene stroom en het verbruik van stroom in tijd aan elkaar te kunnen koppelen, in plaats van op jaarbasis tegen elkaar wegstrepen. De non-profitorganisatie Energytag, waar meer dan honderd partijen (waaronder Certiq) bij zijn aangesloten, werkt aan het opstellen van regels en afspraken om mogelijk te maken dat GVO’s een tijdsregistratie op uurbasis meekrijgen. De bedoeling is dat de tijdsregistratie wordt toegevoegd aan de informatie die een GVO bevat, zoals verder het type opwek en de productielocatie.
Het tijdstempel betekent niet dat de GVO na een uur verloopt, de looptijd blijft vooralsnog een jaar. In eerst instantie gaat het om extra informatie, waardoor marktpartijen als Google en Microsoft kunnen kiezen om hun stroom gelijktijdig te vergroenen, in plaats van op jaarbasis. Energytag’s whitepaper bevat een eerste aanzet tot regels en afspraken; de non-profitorganisatie stelt expliciet dat het om een startpunt gaat, en dat veel vragen nog moeten worden beantwoord.
Vragen
De voordelen van gelijktijdige productie en verbruik is dat het beter uit te leggen is aan klanten dan het huidige systeem waarbij in een kille, windstille winternacht de lampen kunnen branden met zomerse zonne-energie. Gelijktijdige productie en verbruik helpt ook bij het in balans houden van het energiesysteem. Ook zal het naar verwachting zorgen voor meer aanwas van hernieuwbare opwek en meer aandacht voor opslagcapaciteit, als op elk moment van de dag hernieuwbare energie voorradig moet zijn om aan de vraag naar GVO’s met tijdstempel te voldoen. Maar dat is vooralsnog toekomstmuziek. Nu moet eerst worden uitgezocht hoe het systeem technisch in elkaar kan worden gestoken.
Om uit te zoeken hoe GVO’s met tijdsregistratie in praktijk mogelijk kunnen worden gemaakt, zijn er onder de paraplu van Energytag pilots opgezet. In de whitepaper worden drie projecten in Scandinavië, eentje in Australië en eentje in de Verenigde Staten genoemd -naast dus het project van Eneco, Certiq en Flexidao in Nederland.