De reductie van de CO₂-uitstoot voor sectoren als gebouwde omgeving, wegtransport, binnenvaart, landbouw en kleine industrie gaat voor Nederland van 36% voor 2030 naar 48%. Dat blijkt uit de presentatie van het zogeheten Fit for 55-pakket, waarmee de Europese CO₂-uitstoot in 2030 met 55% moet zijn gereduceerd.
Genoemde sectoren vallen tot dusver onder de zogeheten effort sharing regulation, en niet onder het handelssysteem voor CO₂-rechten, het zogeheten EU ETS. Dat laatste gaat echter ook veranderen. Gebouwde omgeving en wegtransport zullen gaan vallen onder het ETS, waardoor gasleveranciers en oliemaatschappijen de kosten voor de CO₂-uitstoot van hun benzinemotor of gasketel zullen gaan doorberekenen aan de burger.
Het ETS is “een effectief middel”, stelde Timmermans tijdens de presentatie van Fit for 55 deze woensdag, omdat het bedrijven een simpele motivatie geeft om maatregelen te treffen: geld. Zodoende zullen lucht- en scheepvaart er ook langzaam maar zeker in worden opgenomen. Concurrentie van buiten Europa zal niet kunnen profiteren van hogere kosten die Europese bedrijven oplopen want aan de grens komt een carbon border adjustment mechanism (CBAM).
De reden om ook particulieren via hun aardgas- en benzinerekening mee te laten betalen is simpel. De toename van elektrische auto’s is mooi, maar vooralsnog marginaal. Er rijdt een grote vloot benzineauto’s rond, en uitfasering is noodzakelijk. Transport is de enige sector waar de CO₂-uitstoot überhaupt niet is gedaald de afgelopen jaren.
Timmermans realiseert zich dat dit weerstand en financiële problemen kan opleveren bij burgers met een kleine beurs. Ook al meent hij dat op individuele basis de kostenverhoging “marginaal” zal zijn, voor mensen met een kleine beurs die toch in problemen komen, is compensatie mogelijk via een nieuw Sociaal Klimaat Fonds. Dit fonds zal zich richten op het helpen van burgers bij het investeren in energie-efficiëntie, nieuwe verwarmings- en koelingssystemen en schone mobiliteit. Financiering moet komen van de EU, voor een bedrag dat overeenkomt met 25% van de geschatte opbrengst van emissierechten voor transport. Van 2025 tot 2032 zou dit neerkomen op €72,2 mrd.
Zware onderhandelingen op komst
Het zal aankomen op “staatsmanschap” om het pakket zoveel mogelijk ongeschonden door de onderhandelingen met Europees Parlement en Europese Raad te krijgen – instemming van deze twee is nodig voordat de voorstellen definitief worden. Maar, zegt Timmermans, het doel van 55% reductie staat in de Klimaatwet. “Iedereen heeft een verantwoordelijkheid om dat doel te halen, dus als een maatregel niet bevalt, kom dan met een alternatief. Maar alternatieven heb ik nog niet gezien.”
CDA-Europarlementariër Esther de Lange ziet al een aantal punten die tot discussie zullen leiden in het Europarlement, waar zij woordvoerder klimaat is voor de Europese Volkspartij (EVP), de grootste fractie in het parlement. Verdeling van kosten zal een centraal thema zijn. “Gaan de smalste schouders niet de zwaarste lasten dragen?”, vraagt zij zich deze woensdag af in een gesprek met journalisten.
“Het Europees parlement zal wijzen op de extra kosten aan de pomp voor mensen die geen elektrische auto kunnen betalen”, zegt De Lange. Zij vreest dat “als we niet uitkijken” met deze maatregel “een deel van de samenleving stil komt te leggen.” Ook bij het toerekenen van uitstootrechten aan de gebouwde omgeving verwacht zij “vuurwerk” in het parlement, al zegt zij zelf nog redelijk “agnostisch” te zijn over het onderwerp. In ieder geval ziet zij graag een doorberekening van de claims van de Commissie.
De vraag is eigenlijk: hoe naar 2050?
Europarlementariër Bas Eickhout (GroenLinks) zegt dat het gevecht al in de Commissie begon, lang voordat de voorstellen zijn gepresenteerd en politici elders zich erop kunnen werpen, of het nou gaat om het Europarlement of nationale parlementen. “De politiek spreekt ambities af, maar zodra het concreet wordt trekt men zich terug of wil men uitzonderingen”, zegt de milieuveteraan uit het Europarlement in een telefonische toelichting.
Eickhout vreest niet zozeer voor de nu forse doelen voor 2030, maar eerder voor het einddoel: klimaatneutraal in 2050. “Met de huidige ontwikkelingen als de uitfasering van steenkool en de snelle groei van elektrisch vervoer halen we 2030 wel. De grote vraag is of we alvast genoeg doen in sectoren waar verduurzaming moeilijk is en enorme investeringen vergt, zoals bijvoorbeeld de staalindustrie of het langeafstandstransport over land en zee, of door de lucht.” Die moeilijkere industrieën zullen daarbij moeten worden geholpen, meent Eickhout.