Opinie | Vanaf 2026 komt er een normering voor warmte-installaties in woningen, gericht op het stimuleren van hybride warmtepompen. Er zit inhoudelijk wat vreemds aan deze normering, meent expert wijkaanpak aardgasvrij Susanne van Suylekom.
Er zijn nog steeds geen goede cijfers beschikbaar over de feitelijke besparing van de hybride warmtepomp. En waarom zou je wachten op het vervangingsmoment van de cv-ketel, zoals nu in het kabinetsvoorstel verwoord, als je een hybride warmtepomp op ieder willekeurig moment kan plaatsen? Dat vraagt om nader onderzoek! Wat zijn de consequenties? Waar zitten de pijnpunten? En met name: heeft het zin?
De voordelen
Laten we positief beginnen. Natuurlijk zitten er voordelen aan de hybride warmtepomp. Op heel veel plekken gaan we nog groen gas inzetten. Maar dat is schaars, en daarom is het noodzakelijk dat we de cv-ketels die blijven, gaan combineren met een hybride warmtepomp, om op die manier zo efficiënt mogelijk om te gaan met het beschikbare groene gas.
Het levert ook op andere plekken een besparing op aardgas op. Als woningen voor de komende vijftien jaar nog niet aan de beurt zijn voor aardgasvrij, kun je maar beter zoveel mogelijk besparen zolang het kan. En, indien goed gepositioneerd, kan het een mooi opstapmodel zijn naar de volledige warmtepomp, net als in de auto-industrie.
Bovendien is het een stevig signaal: een verplichting in de warmtetransitie. Dik vijf jaar na de Energieagenda van Henk Kamp, met daarin de subtiele verwoording “een klimaatneutrale gebouwde omgeving”, is er voor het eerst zicht op verplichtende wetgeving. En dat belooft veel goeds voor de toekomst.
Wat bespaart een hybride warmtepomp precies?
Een hybride warmtepomp is een product speciaal voor de Nederlandse markt. Er draaien er al best een aantal. Er zijn testen gedaan in de praktijk en daaruit blijkt dat er een besparing is op gasverbruik. Tevens is er consensus dat de hoogte van de besparing afhankelijk is van de huidige energetische efficiëntie van een woning. Oftewel: isolatiegraad in combinatie met de kwaliteit van de ventilatie en het warmte-afgiftesyteem.
Maar er zijn nog altijd geen goede praktijkgetallen bekend per woningtype. Diverse rapporten worden regelmatig aangehaald, maar die rapporten rammelen aan alle kanten. Mijn conclusies op basis van de beschikbare informatie: de hybride warmtepomp bespaart in verbruik, maar we weten niet precies hoeveel. En je moet je woning aanpassen, maar het is niet duidelijk hoe. En dan hebben we het nog niet eens over de analyses van de kosten in de wijk, of de daadwerkelijke CO₂-besparing.
Er spelen meer belangen
Waarom wordt er toch zo gehamerd op het vervangingsmoment? Het is niet nodig de hybride warmtepomp pas op te hangen als de cv-ketel ermee uitscheidt, je kunt hem immers op ieder moment naast je cv plaatsen. De investering is voor de woningeigenaar onnodig hoog als je focust op het vervangingsmoment.
En waarom bestaat überhaupt die obsessie met hybride? Er is een aparte hybride warmtepomp coalitie. De brief van maandag van minister Hugo de Jonge (Binnenlandse Zaken, CDA) heeft als onderwerp “normering hybride warmtepompen”. Hybride warmtepompen worden zelfs apart genoemd in het coalitieakkoord. Maar geen woord daarin over all-electric. Terwijl er tegen 2026 meerdere goede hogetemperatuur-warmtepompen op de markt zijn, die één op één de gasketel kunnen vervangen.
Met dit soort vragen in het achterhoofd, is het goed om eens te kijken naar de bedrijven en organisaties die de afgelopen jaren sterk gelobbyd hebben voor de hybride route. Dat zijn de installateurs, de netwerkbedrijven, en de aanverwante brancheverenigingen.
Voor netwerkbedrijven zit er een kans in de hybride route. Het zorgt er namelijk voor dat men nog vijftien jaar gegarandeerd kan leunen op het gasnet. En dat is handig, want volledig all-electric woningen kunnen zorgen voor een behoorlijke pieklast met als gevolg noodzakelijke verzwaring van het net. Dit terwijl er al een stevige congestieproblematiek is. De hybride route kan helpen om de landelijke kosten van de aanpassingen van het net behapbaar te houden in de tijd. Dat is een valide reden om deze route te promoten. Het zou fijn zijn als daar ook eerlijker en opener over gesproken werd. Dan zouden mensen de uitdaging die bij de netwerkbedrijven ligt, en de invloed die het heeft op hun portemonnee, wellicht beter begrijpen.
De belangen van de ketelproducenten en installateurs zijn wellicht wat minder maatschappelijk van aard. De grote producenten van cv-ketels willen graag nog zo lang mogelijk ketels maken. Ze zijn de besten van de wereld in wat ze doen, als resultaat van zestig jaar innovatie en ervaring. Daar willen ze, begrijpelijkerwijs, zo lang mogelijk de vruchten van plukken.
De grote installateurs zijn ingesteld op het zeer efficiënt installeren van cv-ketels, met verdienmodellen voornamelijk gericht op het bijbehorende onderhoud. Het personeelsbestand is zeer vakbekwaam, ervaren, maar vaak wat ouder, en als gevolg ligt de veranderbereidheid lager. De marges zijn al jaren eigenlijk te klein om in te kunnen zetten op innovatie. Ook daar ligt de wens om zo lang mogelijk zoveel mogelijk cv-ketels te installeren. Het klimaat heeft er minder mee te maken.
Capaciteit vs efficiëntie
Er is geen overvloed aan geld, middelen of tijd. Op dit moment hebben we niet genoeg installateurs én niet genoeg warmtepompen om de huidige vraag aan te kunnen. Ook over vier jaar is er sprake van schaarste. Als je kiest voor hybride, wetende dat het niet bijdraagt aan je einddoel, ben je capaciteit aan het verbruiken, zonder dat het een blijvende waarde heeft. Dat is capaciteit die iemand anders niet meer kan gebruiken.
We moeten de beperkte capaciteit die we hebben zo gericht mogelijk inzetten. De wijken die voor de lange termijn op groen gas blijven, moeten we zo snel mogelijk aanpakken. De huizen die nu al naar volledig elektrisch kunnen overstappen, horen ook bovenaan de lijst. Als er daarna nog capaciteit over is, hebben we de luxe om at random alle kapotte cv-ketels te gaan omruilen voor een nieuwe cv-ketel + een hybride warmtepomp.
Als een woning op termijn all-electric wordt, steek dan geld en tijd in isolatie, of een beter afgiftesysteem, of betere ventilatie -ook als dat nog even tijd vergt. Investeer in iets dat je meeneemt naar de toekomst. Kies niet voor iets dat je vast pint in het verleden. Want dan ben je in 2040 geen stap verder dan nu. Je bent alleen veel kostbare tijd kwijt geraakt.
Knap lobbywerk
De maandag afgekondigde normering is een prachtig voorbeeld van uitstekende Haagse lobby. In de hele warmtetransitie kun je nog geen enkele woningeigenaar iets verplichten. Je mag zelfs mensen niet verplichten om op inductie te gaan koken. Gemeenten wachten al sinds de start van de eerste proeftuinwijken vier jaar geleden met smart op middelen om de wijkaanpak vorm te geven, om gebieden aan te wijzen als aardgasvrij op een bepaalde termijn. En uitgerekend de lobby achter het behoud van gas krijgt het voor elkaar om een apparaat te verplichten dat vijftien jaar continuïteit in afzet garandeert. Ja, ik chargeer hier, maar hé, het roept wat gevoelens op.
Als we deze normering gaan invoeren, dan zijn er nog een aantal additionele zaken die ik graag toegelicht zou zien:
• Wat doen we na 2040? Dan hebben we een voorraad van 2,5 miljoen woningen met een hybride warmtepomp, die nog steeds de stap moeten maken naar all-electric. Woningen waar wederom niet is ingezet op isolatie, wijknetten die niet verzwaard zijn. Hoe ga je dat doen in tien jaar, wat is het plan?
• Wat als er over een paar jaar verschillende hogetemperatuur-warmtepompen op de markt zijn, waarmee je in één keer van het gas af kunt, worden die dan de nieuwe minimum norm ? En zo nee, waarom niet?
• Wat ga je doen met hoogbouw? Buitenunits tegen gevels plaatsen is niet fraai, en vaak ook niet wenselijk. Wordt alle hoogbouw een uitzondering?
• Wat ga je doen met mensen die de investering niet aankunnen? Voor wie een cv-ketel al teveel is, en die nu drie keer zoveel moeten betalen?
• Welke uitzonderingen gelden er voor woningen die op een warmtenet gaan? En hoe weet je dat je woning op een warmtenet gaat? Want de huidige warmtetransitievisies zijn nog weinig concreet. Dan moet je die eerst meer bindend maken, of beter uit laten werken.
• Wat doe je met grondgebonden woningen zonder tuin?
• Wat doe je met woningen die geen extra opstelplaats hebben bij de cv-ketel
• Wat doe je met woningen waarbij het afgiftesysteem (nog) niet geschikt is?
• Wat doe je als deze normering uitmondt in een lange onwerkbare lijst uitzonderingen?
Ik ben niet tegen deze hybride route, maar doe het slim, doe het om de juiste redenen, met de juiste kennis, en op de juiste plekken. Gebruik het niet als middel om de doelstellingen van 2030 te halen, maar kijk verder. Maak dit geen wegwerpwarmtetransitie. Dwing gemeenten om de warmtetransitievisies te concretiseren. Ga vol inzetten op hybride waar je zeker weet dat er een gasnet blijft liggen. Wacht niet op het natuurlijke vervangingsmoment. Houd zicht op de beperkte capaciteit in mensen, materialen, en financiën bij bewoners. En blijf sturen op de gewenste eind situatie: nul CO₂-uitstoot.
Susanne van Suylekom is expert wijkgerichte aanpak bij energiebedrijf Vattenfall. Zij schrijft deze opiniebijdrage op persoonlijke titel.