Europese lidstaten gaan winsten afromen van elektriciteitsbedrijven die goedkope technieken gebruiken en nu profiteren van de hoge elektriciteitsprijs. Opbrengsten moeten gaan naar het verlichten van de lasten van consumenten. De Europese windindustrie waarschuwt lidstaten geen aanvullende maatregelen te nemen waardoor investeerders weglopen.
Geen prijsplafond voor aardgas, op zoek naar alternatief voor TTF
De Europese energieministers zijn het deze vrijdag niet eens geworden hoe de op hol geslagen gasmarkt -en dito prijzen- beteugeld moeten worden. Voor een prijsplafond bestond onvoldoende steun. In plaats daarvan wordt nu gekeken naar een alternatief voor de TTF-handelsplaats als belangrijkste prijsbepaler. De Commissie wil de gasprijs relateren aan de mondiale prijs voor LNG.
Het plan van vijftien lidstaten -waaronder België, Spanje, Italië en Frankrijk- voor een prijsplafond op al het geïmporteerde gas kreeg geen doorslaggevende meerderheid van de 27 lidstaten die deze vrijdag in Brussel vergaderden over de energiecrisis en de hoge prijzen die daar het gevolg van zijn. De Europese Commissie ziet ook niets in dit plafond, uit vrees dat Europa onvoldoende gas kan aantrekken als er een maximum staat op wat ervoor betaald kan worden.
Eurocommissaris Kadri Simson (Energie) zei deze vrijdag na afloop van de bijeenkomst over zo’n prijsplafond dat het “onmiskenbaar voor een prijseffect zou zorgen, maar het betekent effectief het einde van de Europese gasmarkt en creëert een leveringszekerheidsrisico”. Voordat “zo’n drastische stap” kan worden gezet, moet eerst voldaan zijn aan een aantal “niet-onderhandelbare randvoorwaarden”, zoals een verplichte besparing op gasverbruik dat qua percentage boven de 15% van het huidige vrijwillige bespaarplan ligt.
Ook zou de maatregel vragen om “aanzienlijke financiële middelen” om noodaankopen van gas te kunnen doen als de marktprijzen inderdaad boven de EU-limiet zouden rijzen. Simson stelde dat alle landen het eens zijn dat de markt niet normaal werkt en dat ingrijpen noodzakelijk is, maar dan wel met effectieve maatregelen die de voorzieningszekerheid in stand houden en de vraag naar gas sterk verminderen. Zij vervolgde: “Veel ministers benadrukten de noodzaak om de TTF aan te pakken”.
Simson stelde dat de Europese prijzen in de EU momenteel “significant hoger liggen dan in Azië of elders”. Dit kan volgens de Estse Eurocommissaris deels worden verklaard doordat gas in Europa wordt verhandeld met de Nederlandse TTF als benchmarkprijs, wat volgens haar kan zorgen voor een premie op de prijs van 30%. Dit omdat de TTF-prijs vooral gebaseerd is op pijpleidingengas, en daardoor sterk wordt beïnvloed door geopolitieke ontwikkelingen.
De Commissie heeft een benchmarkprijs in gedachten die is gebaseerd op de werkelijke, mondiale transactieprijzen van LNG. “We zijn begonnen met de ontwikkeling van een aanvullende EU-prijsindex die de energierealiteit van vandaag beter weerspiegelt en de prijzen niet kunstmatig opdrijft.”
De Europese Commissie gaat deze ideeën nu uitwerken voor de Europese Raad van regeringsleiders van volgende week. De bedoeling is om snel tot wetsvoorstellen te komen.
Deze vrijdag gingen de energieministers van de 27 lidstaten van de Europese Unie akkoord met het voorstel van de Europese Commissie eerder deze maand, om een inkomstenplafond van €180 per megawattuur in te stellen voor elektriciteitsproducenten (en tussenhandelaren) die zogeheten inframarginale technieken gebruiken. Dat zijn technieken als wind, zon of kernenergie zonder marginale kosten voor de inkoop van brandstof als aardgas en steenkool. “Deze producenten hebben onverwacht grote financiële winsten behaald de afgelopen maanden zonder stijging van hun operationele kosten”, aldus het Europese persbericht. “Dit is te danken aan de rol die steenkool en gas spelen als prijsbepalende marginale bronnen die momenteel de elektriciteitsprijs opblazen.”
Maar er is niet alleen een inkomstenplafond, en bovendien is dat plafond niet in beton gegoten. Lidstaten hebben grote vrijheid in het afromen van winsten. Ze kunnen een hoger inkomstenplafond instellen, opbrengsten verder beperken, differentiëren tussen technieken, en ook inkomsten van andere partijen, zoals handelaren, beperken. Dit alles omdat nationale omstandigheden verschillend zijn. Lidstaten zullen dus “maatregelen naar keuze” gebruiken voor het inzamelen en een nieuwe bestemming geven van “overtollige inkomsten”, zolang deze maar gaan naar het ondersteunen en beschermen van de eindgebruiker.
Solidariteitsbijdrage olie en gas
De Energieraad besloot tevens dat de olie- en gasindustrie de komende twee jaar een verplichte solidariteitsbijdrage gaat leveren. De bijdrage wordt berekend op basis van de belastbare inkomsten sinds 2018. Alles dat meer dan 20% daarboven uitsteekt lijkt te kunnen worden belast door nationale overheden, maar ook hier krijgen landen grote bewegingsvrijheid zolang het gestelde doel maar wordt bereikt. Ook deze inkomsten moeten naar ondersteuning van huishoudens en bedrijven gaan om de effecten van de hoge elektriciteitsprijzen te mitigeren.
Waarschuwing sector
WindEurope, de belangenvereniging van de Europese windindustrie, waarschuwt lidstaten in een reactie op het besluit dat investeerders Europa de rug kunnen toekeren als zij alle geboden ruimte voor eigen, aanvullende maatregelen nemen. WindEurope wijst erop dat sommige lidstaten “al plannen maken voor nieuwe belastingen bovenop de noodmaatregelen van de EU”. Nieuwe belastingen die verder gaan dan het afromen van ‘overwinsten’.
Dergelijke nationale stappen zullen een einde maken aan investeringen in hernieuwbaar, aldus WindEurope. “Investeerders zullen simpelweg ergens anders naartoe gaan”, meent de lobbyclub, juist op een moment dat “Europa grote investeringen in hernieuwbare energie nodig heeft”. Daardoor kan dit besluit juist “de energiecrisis verergeren”, terwijl overheden “gezinnen en bedrijven moeten helpen de energierekening te betalen”.
WindEurope verzet zich dus niet tegen de Europese plannen zelf, maar vraagt lidstaten om niet af te wijken van het Europese inkomstenplafond en om elektriciteitsbedrijven niet nog extra belastingen op te leggen.
