Direct naar inhoud

‘Wettelijk fundament energietransitie’ ziet eindelijk levenslicht

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 12 juni 2023

Minister Jetten heeft het wetsvoorstel voor de Energiewet naar de Tweede Kamer gestuurd. De Energiewet moet de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet bundelen en moderniseren. Het kabinet legt hiermee volgens hem “een stevig wettelijk fundament voor de energietransitie”.

Volgens minister Jetten verbetert de Energiewet onder meer de mogelijkheden voor toekomstgericht systeembeheer (voorheen netbeheer), versterking van de positie van de consument en veilige data-uitwisseling. (Foto: Robert Hoetink/ANP)

Aan de Energiewet wordt al sinds 2010 gewerkt (zie kader onderaan). Eerder dit jaar leek opnieuw vertraging ophanden, toen de Raad van State met een kritisch advies kwam over het toenmalige wetsvoorstel. Intrekken of flink verbouwen, luidde kort gezegd het advies. De Raad zag onder meer geen meerwaarde in de beoogde samenvoeging van de Elektriciteitswet en de Gaswet, een oude wens van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Daarnaast zou het kabinet met de nieuwe wet te veel doelen combineren: naast het samenvoegen van bestaande wetgeving, gebruikt het kabinet de Energiewet om nieuwe EU-regels te implementeren, zoals het zogenoemde Clean Energy Pakket (CEP), en om bepaalde onderdelen van het Klimaatakkoord uit te voeren.

Samenhang

Minister Rob Jetten (Klimaat en Energie, D66) schrijft dat het kabinet verschillende adviespunten van de Raad heeft overgenomen, maar in de basis het wetsvoorstel toch in huidige vorm doorzet. Hij wijst op de samenhang van Europees en nationaal beleid. “Europese en nationale thema’s zijn zeer verknoopt en in de praktijk nauwelijks te onderscheiden”, aldus Jetten. Dit zou een apart wetsvoorstel voor de implementatie van het CEP onwenselijk maken. Bovendien leiden de Europese verplichtingen uit het CEP volgens de minister tot “de noodzaak om het wettelijke kader fundamenteler te herzien”, bijvoorbeeld op het gebied van uitwisseling van gegevens.

Daarnaast is er nog veel meer Europese regelgeving op komst in de energietransitie, wat het belang zou vergroten van één samenhangende basis op het gebied van wet- en regelgeving. Jetten ziet daarom wel degelijk meerwaarde in het combineren van gas- en elektriciteit in één wet. Dat stelt het kabinet bijvoorbeeld in staat om bepaalde regels voor elektriciteit ook toe te passen op gas, bijvoorbeeld over een scherper onderscheid tussen verschillende type afnemers. Door één lijn te trekken tracht het kabinet verwarring en regeldruk te voorkomen voor bedrijven en consumenten.

Systeembeheer

Om inzicht te geven in het wetsvoorstel, licht Jetten drie thema’s uit die wat hem betreft het belangrijkst zijn: toekomstgericht systeembeheer (de wet vervangt het woord ‘netbeheer’ door ‘systeembeheer’), versterking van de positie van de consument en data-uitwisseling.

Bij toekomstgericht systeembeheer gaat het vooral om de aanpak van netcongestie, het prioriteren van noodzakelijke uitbreidingsinvesteringen, en -zodra de capaciteit op de netten op orde is- het programmeren van het net in een optimaal toekomstig systeem. In de Energiewet wordt bijvoorbeeld de ministeriële regeling opgenomen met een prioriteringskader, waarmee systeembeheerders prioriteit kunnen geven aan de uitvoering van investeringen met een hoog maatschappelijk belang.

Daarnaast legt de wet volgens Jetten een duidelijke basis voor inkoop van congestiebeheers- en flexibiliteitsdiensten door elektriciteitssysteembeheerders, waarmee zij congestie kunnen verlichten en ruimte kunnen creëren op het net. “Dit is zowel implementatie vanuit het Clean Energy Package als een wens uit het Klimaatakkoord.”

Consument

Op het gebied van de consument, moet een aantal regels leiden tot betere bescherming, deels afkomstig uit Europese verplichtingen. Ten eerste komen er uitgebreidere regels voor het aangaan van contracten, het verstrekken van informatie en facturering. Ten tweede gaan alle regels voor consumenten ook gelden voor “micro-ondernemingen”, oftewel zzp’ers.

Daarnaast moet de wetgeving het makkelijker maken voor consumenten om zelf actief te worden op de elektriciteitsmarkt, door bijvoorbeeld zelf zonnestroom te verkopen of deel te nemen aan flexibiliteitsregelingen.

Een aangenomen amendement van Kamerlid Henri Bontenbal (CDA) over het salderen van zonne-energie wordt ook geïmplementeerd in de Energiewet, zodat het te salderen percentage per tariefperiode wordt toegepast. Dat wil zeggen dat elektriciteit die is ingevoed in een bepaalde tariefperiode, bij een variabel tarief kan dat bijvoorbeeld per maand zijn, tegen de prijs van die tariefperiode moet worden gesaldeerd. Dit gedeelte van de Energiewet treedt overigens pas in werking als salderen (geleidelijk) wordt afgeschaft. Dit ligt nu voor in de Eerste Kamer.

Data-uitwisseling

Op het gebied van data-uitwisseling bestaat op dit moment nog geen wettelijke grondslag. Er zijn wel codes die dit regelen, maar die komen tot stand in een proces tussen de ACM en de sector. Dit verandert met de Energiewet, waarin de verantwoordelijkheden voor data-uitwisseling beter en duidelijker belegd zijn, inclusief een expliciete taak voor een gegevensuitwisselingsentiteit.

Volgens Jetten is veilige en snelle data-uitwisseling is een randvoorwaarde voor een goede energievoorziening. Een randvoorwaarde die bovendien steeds belangrijker wordt, nu consumenten meer mogelijkheden krijgen om actief te worden op de markt en te profiteren van flexibele prijscontracten of vraagrespons.

Historie Energiewet

Het samenvoegen van de Elektriciteitswet en de Gaswet tot een overkoepelende wet lijkt met de publicatie van het nieuwe wetsvoorstel eindelijk in de eindfase te komen. De eerste keer dat deze samenvoeging in de kolommen van Energeia ter sprake kwam, is ruim elf jaar geleden. Het toenmalige ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) had onder leiding van minister Maxime Verhagen (CDA) een novum bedacht: een consultatie over nieuwe energiewetgeving via LinkedIn.

Wat tegenwoordig Energiewet heet, stond toen bekend onder de naam wetspakket Stroom, en was al sinds 2010 in voorbereiding op het ministerie. De planning die in april 2012 werd gecommuniceerd was dat in de zomer -met medeneming van de LinkedIn-consultatie- het wetsvoorstel zou worden gecompleteerd, gevolgd door een officiële consultatie in het najaar. Daarna zou de gebruikelijke procedure gevolgd worden: advies van de Raad van State, goedkeuring door de ministerraad en behandeling in de Tweede en Eerste Kamer.

De val van Rutte I -een kabinet van VVD en CDA met gedoogsteun van de PVV- bracht de eerste vertraging. VVD-minister Henk Kamp wilde als opvolger van Verhagen verder met het wetsvoorstel, maar het duurde tot 2015 tot hij het wetspakket door de Tweede Kamer loodste, ondanks felle kritiek van de Raad van State en de Autoriteit Consument & Markt op de wet.

De behandeling van het wetsvoorstel viel samen met een discussie over de splitsing van energiebedrijven Eneco en Delta. Beide bedrijven waren tegen de splitsing in een netbeheerder enerzijds en een productie- en leveringsbedrijf anderzijds. In de zomer van 2015 vingen de bedrijven bot bij de Hoge Raad in hun verzet tegen de Wet onafhankelijk netbeheer uit 2008, waarin de splitsing formeel was geregeld. Maar omdat deze Wet onafhankelijk netbeheer werd aangehaald in het wetspakket Stroom, zag een aantal politieke partijen onder aanvoering van de SP zijn kans schoon om opnieuw tegen de splitsing te ageren. De tegenwerping dat de Splitsingswet al een feit was, met én zonder de Wet Stroom, bleek aan dovemansoren gericht. Wat niemand verwachtte, gebeurde toch: uit weerstand tegen de splitsing werd op 22 december 2015 het wetsvoorstel weggestemd in de Eerste Kamer.

Deze wending zorgde voor enorme vertraging in de ambitie de Elektriciteitswet en de Gaswet te integreren. Enkele noodzakelijke en onomstreden onderdelen van het wetsvoorstel Stroom werden gevangen in de Wet voortgang energietransitie (Wet VET). Maar de bulk van het Stroom-pakket kon terug naar de tekentafel. Het duurde tot 2020 tot Kamps opvolger minister Eric Wiebes (VVD) slechts de contouren van de nieuwe Energiewet naar de Tweede Kamer stuurde. Na zijn aftreden was het in november 2021 demissionair minister Stef Blok (VVD) die als minister van Economische Zaken het nieuwe wetsvoorstel in concept openbaarde.

Bij zijn beëdiging op 10 januari 2022 belandde de verantwoordelijkheid voor de Energiewet op het bordje van huidige minister voor Energie en Klimaat Rob Jetten (D66). Aan hem kwam de taak toe alle reacties op het (concept-)wetsvoorstel, zoals die van de Raad van State en de Autoriteit Consument & Markt te wegen en de wettekst al dan niet aan te passen. Die weging blijkt ten einde, nu het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer is gestuurd.

—-

Correcties en Aanvullingen

Dit artikel is aangevuld om duidelijk te maken dat het amendement van Henri Bontenbal ten aanzien van salderen pas wordt opgenomen in de Energiewet, als salderen (geleidelijk) wordt afgeschaft. Dit ligt nu voor in de Eerste Kamer. Tot die tijd blijft de regulering met betrekking tot salderen hetzelfde als zij was. (aangepast 15 juni 09:45)