Volledig stoppen met fossiele brandstoffen is miljarden duurder dan het blijven gebruiken van aardgas in combinatie met de afvang en opslag van CO₂. Beleidsmakers moeten zich de consequenties van beide scenario’s realiseren, stellen Publieke Zaken en Quo Mare in een nieuw rapport.
Nederland wil in 2050 klimaatneutraal zijn. Het uitbannen van het gebruik van fossiele brandstoffen is een voor de hand liggende maatregel, omdat de toevoeging van CO₂ uit de diepe ondergrond aan de atmosfeer de belangrijkste oorzaak is van klimaatverandering. Het is echter ook mogelijk om het gebruik van bijvoorbeeld aardgas te neutraliseren door de vrijkomende CO₂ af te vangen en te hergebruiken of ondergronds op te slaan: carbon capture usage and storage (CCUS).
De kosten die beiden scenario’s, fossielvrij en CO₂-neutraal, met zich meebrengen zijn onderzocht door Publieke Zaken Energy Research & Strategy (PZ ERS) en Quo Mare. De twee stellen expliciet dat hun model uitgaat van een “homo economicus-benadering”, en dat andere overwegingen dan louter financieel-economische geen rol spelen in de uitkomst. Er is alleen gekeken naar directe kosten, en allerlei andere mogelijke gevolgen van een keuze voor een van de twee energiesystemen zijn buiten de analyse gelaten. Zo kan een keuze voor een van beide scenario’s gevolgen hebben voor producten die de Nederlandse industrie al dan niet kan produceren.
Kosten
De kosten voor een fossielvrij energiesysteem zijn in de scenario’s tot 2050 miljarden hoger, concluderen de onderzoekers. De concrete cijfers zijn in het CO₂-neutrale scenario €72,1 mrd en bij een fossielvrij energiesysteem €99,7 mrd. Daarbij moet worden aangetekend dat de hogere kosten pas in de laatste jaren voor 2050 realiteit worden.
Rond 2050 ontstaat er ook een verschil in lopende kosten voor de industrie, zoals inkoop-, transport- en operationele kosten. Het verschil komt volgens het onderzoek op jaarlijks zo’n €11 mrd: €50 mrd in het CO₂-neutrale scenario tegen €61 mrd in het fossielvrije scenario.
Koolwaterstoffen
Het verschil wordt vooral veroorzaakt door de herkomst van koolwaterstoffen. In het CO₂-neutrale scenario blijft het mogelijk fossiele koolwaterstoffen te gebruiken, zolang CO₂-emissies naar de atmosfeer maar worden voorkomen met CCS.
In het fossielvrije scenario is dit niet mogelijk en moeten hernieuwbare koolstofbronnen worden aangeboord, zoals biogene CO₂ gecombineerd met groene waterstof. Vooral dit laatste vergt forse investeringen in elektrolysecapaciteit, en dan nog zal veel groene waterstof moeten worden geïmporteerd om in de Nederlandse behoefte te voorzien.
Beleidskeuzes
Het doel van de studie, zegt econoom Hans van Cleef van Publieke Zaken, is om “de discussie weer een beetje te draaien naar waar het écht om moet gaan: het tegengaan van mondiale temperatuurstijging”. Hij ziet graag minder ideologische scherpslijperij over het al dan niet accepteren van bepaalde technieken, en meer praktische discussie over de manieren waarop het uiteindelijke doel – netto nul uitstoot van CO₂ in 2050 – kan worden gehaald.
“Deze studie helpt hopelijk bij het voeren van het gesprek op basis van de juiste factoren”, zegt Van Cleef, “waarbij leveringszekerheid en prijs (en daarmee concurrentiepositie, strategisch belang voor Nederland/Europa, en betaalbaarheid) ook weer een dominantere plek krijgen bij het maken van de juiste beleidsbeslissingen.”
Om de keuzes inzichtelijk te maken hebben ze gekozen voor twee scenario’s die uit elkaar liggen. “De werkelijkheid zal vanzelfsprekend ergens tussenin komen te liggen”, aldus Van Cleef.