Afgelopen week was het gasveld Ternaard weer eens in het nieuws. Bij het duiden van de ontwikkelingen rond dit gasveld is het goed als men zich niet alleen bewust is van wat er op de bühne door de verschillende spelers wordt gezegd, maar ook van de werkelijke drijfveren die niet altijd voor het voetlicht komen.
Het draait hier om de mogelijke gaswinning door de NAM onder de Waddenzee, vanaf een locatie op land nabij het Friese dorp Ternaard. De Tweede Kamer wil recente adviezen over mogelijke gaswinning zien, maar de verantwoordelijke minister weigert omdat er voorlopig geen besluit wordt genomen.
Het onderstaande geeft een korte duiding van de spelers en hun drijfveren, zoals zij bijvoorbeeld in een recent debat van de Kamercommissie voor Klimaat en Groene Groei over Mijnbouw langskwamen.
Het gasveld Ternaard
Dit mag dan de hoofdrolspeler zijn, het is ook de meest onbekende speler. Slechts één keer, bij het boren van de Ternaard-exploratieput (TRN-1) in 1991 is er een glimp van dit veld opgevangen. Geen van de andere spelers schijnt zich te realiseren hoe groot de onzekerheid voor het gasvolume en de mogelijke productie in dit veld is. Het Ternaardveld is namelijk een vlakke structuur met slechts één exploratieput, op de flank van het veld, met in ieder geval gedeeltelijk een relatief slechte kwaliteit van het reservoirgesteente.

Trilemma
Trilemma is een tweewekelijkse opinie-uitgave waarin het scherpe geluid klinkt van energie-experts Sjak Lomme, Jilles van den Beukel, Paul Giesbertz en Alex Kaat – soms aangevuld met gastbijdragen. Met heldere analyses, duidingen en opinies levert Trilemma de energieprofessional stof tot nadenken.
De hoeveelheid gas in de ondergrond, in de drie van de vijf blokken van het veld die het meest interessant lijken, wordt in het winningsplan geschat op 25 miljard kubieke meter (in vaktermen: dit is de mid case static GIIP). De hoeveelheid gas die met de geplande productieput tot en met 2037 kan worden geproduceerd, kent een lage schatting van 1,0 miljard kuub, een midden-schatting van 4,8 miljard kuub en de hoge schatting komt uit op 7,6 miljard kubieke meter. Mogelijk moet er voor het hoge productiescenario meer dan één put worden geboord. De uiteindelijke productie zal afhangen van de hoogte van de gaskolom over het veld, de kwaliteit van het reservoirgesteente en van de vraag of de breuken die het veld doorsnijden al of niet barrières zijn voor de stroming van gas.
De range van 1,0 miljard – 7,6 miljard kuub voor de productie is in dit specifieke geval eerder een onderschatting dan een overschatting van de werkelijke onzekerheid. Het is mogelijk dat een productieput in het geheel geen productie oplevert, omdat de gaskolom dunner is dan verwacht in het winningsplan, of de reservoirkwaliteit slechter. Als dit werkelijk zo’n goede opportunity zou zijn (een veld met een onshore productielocatie met een totale productie van 0,5 miljard kuub zou reeds zeer winstgevend zijn), was dit veld al veel eerder ontwikkeld.
TNO
TNO is een grote, technisch georiënteerde onderzoeksorganisatie waar ook nog eens echte sedimentologen werken. Hier is men het best geëquipeerd om te evalueren of en wanneer de afzetting van zand en slib in de Waddenzee door gaswinning veroorzaakte bodemdaling en zeespiegelstijging kunnen bijhouden.
Dat gaswinning bij Ternaard kan leiden, of op een betekenisvolle manier kan bijdragen, tot verdrinking van het wad, wordt binnen TNO gezien als onzinnig. De bodemdaling door gaswinning bij het gasveld Ternaard zal beperkt zijn. Ook in delen van de Waddenzee met een veel grotere bodemdaling houdt sedimentatie de daling makkelijk bij (en zelfs als dit niet zo mocht zijn dan kan men, met de hand aan de kraan, de gaswinning verminderen of stopzetten).
Vooralsnog en naar verwachting tot tenminste 2050, is het probleem in de Waddenzee de verzanding, ten gevolge van kustsuppleties, sedimentaanvoer door de grote rivieren, en de zand-aanwinning uit de Noordzee ten gevolge van het na-ijleffect na het aanleggen van de Afsluitdijk en de Lauwersmeerdijk. Er is geen sprake van verdrinken, ook niet in gebieden waar al decennia gas gewonnen wordt vanonder het wad.
Dat alles wordt, in meer diplomatieke bewoordingen, ook zo gesteld in het TNO-advies aangaande het conceptbesluit over Ternaard uit 2021. Daarin is men niet van mening veranderd. Men heeft echter niet de kans gekregen om dat meer recent ook toe te lichten; alleen SodM is in februari 2024 door het ministerie (lees: de toenmalige D66-staatssecretaris Mijnbouw Hans Vijlbrief) om een nieuw advies gevraagd.
De bevindingen van TNO komen sommige Kamerleden en bestuurders niet goed uit. Bij TNO houdt men verder, behoudens het technische werk, over gaswinning in de Waddenzee de kaken stijf op elkaar, gezien het politieke risico. Al borrelt de frustratie over het negeren van hun technisch solide advies soms een beetje over.
Staatstoezicht op de Mijnen (SodM)
SodM is de toezichthouder, wiens als technisch advies verpakte politieke keuzes het koor van Kamerleden – en de voormalig staatssecretaris Mijnbouw – wél goed is bevallen. Het mandaat voor deze toezichthouder is door haar management de afgelopen jaren steeds verder opgerekt, althans in de Groningen- en Waddenzeedossiers, tot frustratie van sommige medewerkers die, wijselijk, er het zwijgen toe doen.
Veel beleid op het gebied van gas is de afgelopen jaren, de facto, bepaald door de tandem Hans Vijlbrief – Theodor Kockelkoren (inspecteur-generaal der Mijnen), waarbij SodM voor de staatssecretaris het vuile werk opknapte met als technische adviezen verpakte politieke keuzes.
SodM kreeg, als enige, wél de kans in februari 2024 een nieuw advies uit te brengen betreffende Ternaard. SodM heeft ook, in tegenstelling tot TNO en de Mijnraad, de vrijheid genomen en/of de vrijheid van het ministerie gekregen dit advies te publiceren, nog voordat er een besluit over Ternaard genomen was.
Het koor van Kamerleden
Aangevoerd door de permanent boze Sandra Beckerman (SP) buitelen de Kamerleden in het debat over elkaar heen in hun verontwaardiging over het aantasten van het heilig erfgoed door de perfide NAM. Elke poging tot pragmatisme en nuance (dit keer, verrassend genoeg, komend van NSC-Kamerlid Annemarie Heite) wordt de kop ingedrukt.
De Mijnraad
Adviezen van de Mijnraad, bijvoorbeeld over de betaalbaarheid en leveringszekerheid van gas, zijn voor het koor van Kamerleden niet relevant.
De Kamerleden met verstand van zaken
In damage control modus. Meebuigen en uitkijken naar een volgend debat. De twee Kamerleden die werkelijk verstand hebben van deze materie, Silvio Erkens (VVD) en Henri Bontenbal (CDA), laten zich wijselijk niet zien. Pick your battles wisely.
Minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei, VVD)
De minister van KGG bevindt zich in de spagaat dat zij zich én aan de wet wil houden én niet iets wil doen waarvoor geen draagvlak in de samenleving is. Wie bepaalt er trouwens waarvoor er wel of geen draagvlak is? En zei een partijgenoot van haar niet eens: “Draagvlak is de vluchtheuvel voor bange politici”?
Het oplossen van deze spagaat is niet mogelijk en dus wordt de beslissing uitgesteld en schakelt zij over naar overleg met de NAM. Verwacht men werkelijk van de NAM dat dit bedrijf vrijwillig van de gaswinning hier zal afzien? De vergunningsaanvraag voldoet aan alle regels en men is ervan overtuigd – en velen met de NAM – dat dit geen schade toebrengt aan de Waddenzee.
Het werkelijke probleem van minister Hermans is de onzekere uitkomst van de door de aandeelhouders van NAM, Shell en ExxonMobil aangespannen arbitrageprocedures in het Groningen-dossier, die voor de overheid een groot financieel risico inhouden. Wellicht kan men een veelomvattend akkoord met de aandeelhouders bereiken, waarbij de versnelde stop van de gasproductie in Groningen, de schadeafhandeling en versterking in Groningen, het voortbestaan van de gasopslagen en Ternaard allemaal worden meegenomen. Misschien kan dan ook de relatie met Shell verbeterd worden, die onder staatssecretaris Vijlbrief een dieptepunt heeft bereikt.
De Olies
Shell en ExxonMobil’s werkelijke probleem is de afhandeling van het Groningen-dossier. In 2012 waren er 2.000 schademeldingen na de verreweg zwaarste Huizinge beving. De laatste jaren waren het er 50.000 (1.000 per week), die noch qua locatie, noch qua tijdstip enige correlatie met de ondertussen veel kleinere bevingen hadden. Ondertussen was de jaarlijks vrijgekomen seismische energie in Groningen, in 2023 en 2024, slechts een fractie (rond de 1% tot 2%) van de vrijgekomen seismische energie in 2012.
Ook bij de overheid realiseert men zich dat deze meldingen weinig of niets met de gaswinning van doen hebben, maar het is de enige manier waarop men Shell en ExxonMobil kan laten meebetalen aan het herstellen van de relatie met de Groningers (niet dat het uitstorten van een bak met geld hier veel helpt – maar dat is een ander verhaal).
De Olies willen, qua fossiele productie, dit land zonder al te grote financiële kleerscheuren verlaten (zie ook de recente verkoop van de offshore assets aan het Canadese Tenaz) en daarbij kan het afzien van gaswinning in Ternaard als wisselgeld dienen.
Afsluitend
Het is niet de uitkomst van dit toneelstuk die stoort. Als men uit principe geen gaswinning in een dergelijk uniek natuurgebied wil toestaan, is dat een redelijk argument en een verdedigbare keuze (al is het niet mijn persoonlijke keuze). Maar dat te baseren op het verdrinken van het wad is voor aardwetenschappers een belediging. Het is dan ook eerder de hypocrisie die stoort evenals het spel dat hier door meerdere spelers achter de schermen gespeeld wordt.
Uiteindelijk is de betekenis van deze beslissing over Ternaard ook beperkt. De grote ontwikkelingen zijn de stopzetting van de winning in Groningen en de steeds verder doorzettende daling van de gasproductie uit alle overige velden. Wat dat laatste betreft: het aantrekken van activiteiten (zoals exploratieboringen) om de ambities van het versnellingsplan offshore gaswinning te kunnen realiseren, vindt niet plaats. Dat ondanks de hoge gasprijzen en toenemende kwetsbaarheid van de gasvoorziening door de afhankelijkheid van geïmporteerd gas met een hoge klimaatimpact.
Aan het niet halen van het versnellingsplan liggen vele factoren ten grondslag qua geologie (het wordt geleidelijk moeilijker nieuwe velden te vinden) en qua investeringsklimaat (met name de lange doorlooptijd voor het verlenen van vergunningen en de juridische touwtrekkerij die kan volgen ná toekenning van vergunningen). Daarbij speelt ook een rol dat de Nederlandse gaswereld minder vertrouwen heeft zowel in de toezichthouder SodM, die zich niet beperkt tot technische adviezen en veiligheid, als in het ministerie, waar gebrek aan draagvlak een reden kan zijn een vergunning niet toe te kennen of deze zo lang mogelijk te traineren.
Over de auteur
-
Jilles van den Beukel
Jilles van den Beukel is geofysicus en werkte ruim 25 jaar voor Shell. Van 2005 tot 2012 werkte hij voor NAM aan gasvelden op de Noordzee. Sinds zijn vroege pensionering in 2016 publiceert Jilles regelmatig over de olie- en gasindustrie. In 2019 trad hij toe tot het auteurscollectief van de tweewekelijkse expertuitgave over energie Trilemma.