Het is augustus 2007. We zijn in Yellowstone op vakantie met een camper, ik houd een slappe peuter met torenhoge koorts midden in de nacht tegen mij aan terwijl zijn vader 911 belt. De park ranger staat klaar om naar een ziekenhuis te rijden, mocht dat nodig zijn. Het is zo’n 40 mijl naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Wij krijgen een keuze: een ambulance kan langskomen voor $1.500, de helikopter voor zo’n $6.000 of wij komen zelf, maar het is op deze wegen zeker twee uur rijden.
Moeten kiezen hoeveel je investeert in de zorg voor je kind klinkt hard en harteloos maar het is het product van marktwerking. De markt functioneert, vraag en aanbod zijn in evenwicht. Heb je geen geld voor een ambulance, zoek je het zelf uit.
Ik volg net als jullie afgelopen weken nauw de discussie rondom de ingrepen die diverse landen en nu ook Europa op de energiemarkten willen plegen. Een beetje zichzelf respecterende energie-expert schreeuwt moord en brand. Een cap op elektriciteitsprijzen op de handelsmarkten zorgt voor een verlies van investeringszekerheid in de toekomst. Een cap op de invoerprijs van gas betekent dat wij nooit meer een LNG-boot langs zien komen. Een minimum hoeveelheid energie per huishouden tegen een lagere prijs leidt tot overcompensatie van mensen die het niet nodig hebben. En de “overwinst” van windparken afromen zou onuitvoerbaar zijn. Nee, twitterend ‘energie Nederland’ is het roerend met elkaar eens: de markt functioneert, lang leve de markt.
En ergens vind ik dat ook. Ik ben de helft van mijn carrière bezig geweest met het creëren van meer concurrentie op de energiemarkt. Van mij moest de gasmarkt open, moesten marktpartijen hun aardgas van Gasterra op de TTF geleverd krijgen, in plaats van bij het gasontvangststation (GOS). Ik stuurde boze brieven aan de ACM dat Gasunie geen flexibiliteit aan de markt mocht aanbieden, wij hadden immers ook in opslagen geïnvesteerd. Van mij moest Noorse windenergie tegen dezelfde voorwaarden aan Nederlandse consumenten worden geleverd als wind uit Friesland. Ik schreef contracten waarin vette afslagen in rekening werden gebracht van toeleverende windboeren.
De afgelopen tien jaren ben ik er anders over gaan denken: wat heeft dit ons precies gebracht?
Een goed functionerende retailmarkt met lage prijzen?
Ik sprak twee weken terug een aantal mensen van de ACM en vroeg ze gekscherend of er iemand was die het sommetje al gemaakt had hoeveel de marktwerking aan consumentenvoordeel had opgeleverd door het vele geswitch en lage boetes bij het opzeggen van contracten, en of dat sommetje nou in één of twee maanden opgesoupeerd was in de crisis van nu? Ik heb tien jaar voor energiebedrijven gewerkt en gezien hoe veel energie en aandacht uitging naar klantbehoud. Hele verhalen werden door de strategieafdelingen uitgewerkt over de klantreis met een slimme back-office, in de relatie investeren, samen het huis van je klant helpen verduurzamen, samen investeren. Wij bedachten in 2006 al Esco’s samen met huurders van woningbouwcorporaties: zo’n constructie waarbij je acht tot tien jaar lang de besparing op aardgas kon gebruiken om de investering te financieren.
Maar dat mocht niet. Want de klant moest te allen tijde weg kunnen. Weg voor een volgende aanbieding, een premie van een enkele honderden euro’s, een gratis iPad of stofzuiger. Daardoor bleven de grote energiebedrijven met kwakkelende ICT-systemen achter die net goed genoeg waren om een factuur te sturen, en lieten ze de mooie plannen voor wat ze waren om met dubieuze partners van deur tot deur met kortingen te zeulen. Hadden wij niet hetzelfde “voordeel” voor consumenten kunnen bereiken door een regulering met scherpe tanden?
Een efficiënte warmtemarkt?
Ah, de warmtemarkt. Met zijn tweedeling. De bestaande warmtebedrijven met grote investeringen uit het verleden die zekerheid willen. De tarieven die niemand begrijpt en waarvan nu al vijf (?) jaar gezegd wordt dat de koppeling met aardgas wordt losgelaten. En aan de andere kant de nieuwe investeringen die alleen tot stand komen als de gemeentes of provincies meer dan de helft van de risico’s voor eigen rekening hebben genomen. De nieuwe kleinschalige projecten die in dat keurslijf worden gedwongen en met petities die niemand tekent moeten bepleiten dat ze duurzamer en eerlijker zijn en dat dus ook met andere maten gemeten zou moeten worden.
Een goede investeringszekerheid voor nieuwe opwekcapaciteit?
Ik las recentelijk dat het voorbeeld van wind-op-zee het bewijs is dat de markt geleverd heeft. Met een gegarandeerd stopcontact van miljarden euro’s en tenders voor pakketten met alle vergunningen. Waarom denken jullie dat burgercoöperaties ook zo graag mee willen kunnen doen aan de tenders? Doe ook maar zo’n gouden deal. Met de Windvogel zijn wij in Vlaardingen al een jaar aan het wachten op de nieuwe rekensystematiek voor gewicht op dijken om de laatste vergunning te kunnen verkrijgen. Ook hebben wij een jaar moeten wachten op de definitieve prijsopgave voor de netaansluiting. Met een deadline van RVO om de (ondertussen te magere) SDE nog te kunnen krijgen.
Natuurlijk nemen de bedrijven een marktrisico door de molens subsidieloos op zee te plaatsen maar ook zij beginnen het linke soep te vinden omdat ze achter de schermen vragen om gecombineerde tenders met subsidie op wind en elektrolyse. En zij mogen van hun risk-afdelingen sowieso niet al te avontuurlijk op zee worden. Wij herinneren ons toch nog dat alle offshore-windstroom van Eneco/Shell uiteindelijk via Amazon afgenomen moest worden, omdat de risico’s van zelf houden te groot waren? Ik hoorde onlangs bij het RLI Pieter Boot zeggen dat niemand in een kerncentrale zou investeren zonder financiering van de overheid. Maar het zou voor gas/waterstof/kolencentrales niet anders zijn. Een markt die €0 geeft voor wind en zon in hun marginale uren en €1.000 als kolen niet door de Rijn kunnen komen, is iets waarvan je je af moet vragen hoeveel jaar wij er nog in moeten blijven geloven. Denken wij nou echt dat een energy-only markt over tien jaar met 90% zon en wind voorzieningszekerheid garandeert? I don’t think so.
Het is zeker een shock als iets waar je twintig jaar aan gebouwd hebt als los zand door je vingers glipt. Maar te allen tijde moet je voor ogen houden waarvoor je gebouwd hebt. Betaalbaarheid, betrouwbaarheid en duurzaamheid. Alle drie komen nu in het geding. Het doel heiligt de middelen. De markt is geen natuurverschijnsel.
In de nacht van 2007 klinkt even later een Nederlandse stem. De huisarts in Utrecht is net opengegaan en spreekt ons bemoedigende woorden toe. Volgens hem is het een oorontsteking en krijgen wij via de fax een recept om de volgende ochtend gelijk af te halen. De peuter is in slaap gevallen. De (Nederlandse) markt heeft het opgelost.