Direct naar inhoud

Netbewust stroomverbruik en het nieuwe salderen

Geplaatst in sectie:
Gepubliceerd op: 28 oktober 2024

Een brede coalitie van partijen in de elektriciteitssector deed vorige week een opvallende oproep. De politiek zou flankerend beleid moeten ontwikkelen om huishoudens te helpen om zo veel mogelijk eigen opgewekte zonne-energie zelf te gebruiken. Het is positief dat de sector zich gezamenlijk uitspreekt. Maar bevordering van eigen verbruik zou zomaar het nieuwe salderen kunnen worden.

Vorige week verscheen er een brief met een oproep aan de politiek voor duidelijk en stabiel beleid voor zon op dak. De ondertekenaars vinden de snelle afschaffing van de salderingsregeling een stevige ingreep en dus vinden zij het belangrijk dat het consumentenvertrouwen terug wordt gewonnen met stabiel en flankerend beleid dat voldoende handelingsperspectief biedt. Met flankerend beleid wordt bedoeld dat huishoudens geholpen worden om op een netbewuste manier zoveel mogelijk eigen opgewekte zonne-energie te gebruiken.

Een gefragmenteerde lobby is onwenselijk

Ten eerste is opvallend dat deze brief is opgesteld door een brede coalitie van netbeheerders, marktpartijen en de duurzaamheidslobby: Energie Samen, Holland Solar, HIER, Energie-Nederland, Netbeheer Nederland, Energy Storage NL en de NVDE. Dat is positief. De elektriciteitssector wordt al lang niet meer vertegenwoordigd door één belangenorganisatie.

Liberalisering bracht met zich mee dat marktpartijen en netbeheerders van elkaar werden gescheiden. Vervolgens is er binnen het marktsegment voor elke technologie een eigen organisatie ontstaan (zoals Holland Solar voor zon en Energy Storage NL voor opslag) plus nog een keer een lobbyclub per business model (zoals Energie Samen voor energie coöperaties en de VvDE voor de dynamische energieleveranciers). En ten slotte komen daar nog de organisaties bij die zich specifiek voor duurzame energie of het klimaat inzetten.

Trilemma

Trilemma is een tweewekelijkse opinie-uitgave waarin het scherpe geluid klinkt van energie-experts Sjak Lomme, Jilles van den Beukel, Paul Giesbertz en Alex Kaat. Met heldere analyses, duidingen en opinies levert Trilemma de energieprofessional stof tot nadenken.

Deze fragmentatie is wellicht begrijpelijk en heeft als voordeel dat elke organisatie redelijk scherp posities kan innemen omdat compromisvorming binnen de achterban minder vaak nodig is. Het gevolg is echter ook dat de buitenwereld wordt geconfronteerd met een waaier aan meningen en posities die onderling sterk kunnen verschillen. Politici en beleidsmakers zonder veel inhoudelijke kennis van de elektriciteitsvoorziening, moeten dan zelf het kaf van het koren scheiden en proberen een eigen mening te vormen. Dit heeft als nadeel dat er ook ruimte ontstaat voor politieke interventies aangejaagd door de waan van de dag, waar uiteindelijk niemand binnen de elektriciteitssector blij van wordt.

Dat risico is waarschijnlijk ook één van de belangrijke redenen geweest voor de genoemde coalitie om een gezamenlijke oproep te doen rond het afschaffen van de salderingsregeling. Men vreest waarschijnlijk interventies op het gebied van terugleververgoedingen en vooral instabiliteit in de vorm van maatregelen die elkaar in snel tempo opvolgen. Het is dus positief dat de sector nu een brede coalitie vormt en de politiek een eenduidige visie geeft op problemen en oplossingen.

Netbewust elektriciteitsverbruik kan het nieuwe salderen worden

Tegelijkertijd is de brief nog weinig concreet. Het benoemt niet welke interventies waarom onwenselijk zouden zijn. De voorgestelde oplossing lijkt wel duidelijk, namelijk zo veel mogelijk zelf verbruiken wat – achter de meter – wordt geproduceerd. Maar over hoe die oplossing bereikt zou moeten worden, laat de coalitie zich niet uit. En dat is ook logisch. Want aan de voorgestelde oplossing zitten nogal wat haken en ogen.

Om die haken en ogen te begrijpen, moet eerst worden begrepen waarom gelijktijdig verbruik en productie achter de meter voor huishoudens aantrekkelijk is. Het voordeel is namelijk dat dat verbruik niet wordt belast met btw en energiebelasting. Er wordt op die momenten immers geen elektrische energie onttrokken van het net. Het is dus een legale vorm van belastingontwijking en daarmee ook een indirecte subsidie. Een huishouden zonder zon op dak betaalt wel altijd btw en energiebelasting over elke kWh die verbruikt wordt. Op het moment dat door de genoemde belastingontwijking welgestelde burgers aantrekkelijke rendementen halen op hun investering in zon op dak, wordt dat – althans voor een deel – niet bereikt door welvaartswinst.

Het is dan ook linke soep om gelijktijdig elektriciteitsverbruik bij huishoudens met zon op dak te stimuleren. Ten eerste profiteren huishoudens die in het verleden in zonnepanelen hebben geïnvesteerd en die investering dankzij saldering al lang hebben terugverdiend. Verder kan het zo maar zijn dat mensen met zon op dak gestimuleerd worden om airconditioning aan te schaffen. De gelijktijdigheid met zonnepaneelproductie is fantastisch, maar met een succesvolle transitie heeft dit niets te maken. Sterker nog, de aarde wordt nog sneller opgewarmd. Het laden van de elektrische auto lijkt al een betere kandidaat. Maar ruim een kwart van de huishoudens heeft geen auto en bij de laagste inkomens betreft dat bijna 60%. Zij nemen de fiets en de tram. Zij zijn veel beter bezig voor het klimaat, maar worden niet beloond met mooie rendementen op hun schamele spaartegoed.

De indirecte subsidie die samenhangt met eigen verbruik heeft niet alleen een ongunstige impact op de verdeling van welvaart maar leidt zelfs tot een verlaging van welvaart. Het effect is immers dat een huishouden met verbruik en productie achter de meter, een prikkel heeft om te blijven produceren als de marktprijs beperkt negatief is.

Hoe erg is een terugverdientijd van veertien jaar?

Uit onderzoek is gebleken dat afschaffen van saldering de terugverdientijd van zon op dak flink verlengd, naar 13,7 jaar volgens Vereniging Eigen Huis en naar twaalf tot zeventien jaar volgens een studie van CE Delft. Het is de vraag hoe erg dat is. Een terugverdientijd van veertien jaar betekent dat het rendement nog steeds beter is dan een spaardeposito met een rente van 2,5%. Na 25 jaar (de levensduur van zon op dak) is de investering ruim tweemaal terugverdiend. Erg aantrekkelijk is het niet, maar het hoeft voor de calculerende burger die bij wil dragen aan de transitie geen onoverkomelijk probleem te zijn. De politieke realiteit is echter dat een terugverdientijd van zeven jaar moet worden gehaald. Maar dat betekent wel een vorm van oversubsidiëring.

Voor grotere zon op dak projecten, bijvoorbeeld op scholen of appartementencomplexen, die via de subsidieregeling coöperatieve energieopwekking kunnen worden gestimuleerd, geldt vaak ook een terugverdientijd van zo’n veertien jaar. (Voor het bepalen van de subsidie voor collectieve zon op dak projecten onder de 500 kW wordt gerekend met een rendement op vreemd vermogen van 5,75 % en op eigen vermogen 5%, met een verhouding tussen vreemd en eigen vermogen van 70/30.)

Deze projecten krijgen dus ongeveer dezelfde subsidie als kleinschalige zon op dak projecten bij huishoudens na afschaffing van saldering. Het enige verschil is dat de coöperatieve projecten een expliciete subsidie krijgen en huishoudens een impliciete subsidie. Maar voor de maatschappelijke kosten maakt dat niet uit.

Ook de vermeende positieve, verlichtende werking op netcongestie is niet zo duidelijk. Het prangende punt hierbij is dat netcongestie een probleem is van pieken in het transport. Het is voor het net vaak helemaal niet relevant dat lokaal productie en verbruik in evenwicht zijn. Alleen op die momenten dat het net tegen grenzen aanloopt, is het van belang, of zelfs noodzakelijk, om in te grijpen.

Zorgen om de uitvoerbaarheid van een nieuw nettarievenmodel

De meest relevante maatregel om gunstig netgedrag een handje te helpen, is een aanpassing van de nettariefstructuur. Men kan denken aan locatie- en tijdafhankelijke nettarieven. Inmiddels hebben de netbeheerders aangekondigd te werken aan een alternatief nettarievenmodel op basis van een onderzoek door Berenschot. De ACM reageerde prompt. Zij ziet de voorstellen graag komen. Ook Energie-Nederland, de branchevereniging die ook de leveranciers vertegenwoordigt, reageerde snel. De vereniging steunt het stimuleren van efficiënt netgebruik en een betere kostenverdeling. Maar uit die reactie blijkt ook de nodige scepsis.

Het punt is dat de leveranciers het factureren van de nettarieven namens de netbeheerders verzorgen. (Dat wordt het leveranciersmodel genoemd.) Een tijdsafhankelijk nettarief betekent ook de herintroductie van een kWh tarief en het betekent dat slimme meter data nodig zijn om te berekenen wat voor gebruik van het net betaald moet worden. Dit alles betekent extra complexiteit, bijvoorbeeld als er gecorrigeerd moet worden bij verkeerde meetdata.

Een andere uitdaging is het punt dat huishoudens toepassing van de slimme meter mogen weigeren en ook deze mensen blijven recht houden op een eerlijk nettarief. Kortom, Energie-Nederland vraagt zich af of de baten, ook gegeven de beperkte prijselasticiteit van huishoudens, opwegen tegen de kosten. Kosten die dus ook bij de leveranciers liggen en uiteindelijk bij consumenten komen te liggen. Hoe dan ook is te hopen dat netbeheerders in goede samenwerking met de leveranciers de voorstellen gaan opstellen.

Collectieve projecten voor een rechtvaardige transitie

Uit de brief blijkt dat ook de ondertekenaars oog hebben voor het risico dat de oproep tot stimulering van eigen verbruik kan leiden tot een welvaartsoverdracht van de have-nots naar de haves. Er staat: “Om ook kwetsbare huishoudens in Nederland te laten profiteren van eigen opgewekte zonne energie roept de coalitie de politiek op om in lijn met de motie Beckerman een regeling in te stellen die deze huishoudens gericht in staat stelt zonnepanelen aan te schaffen of er van te profiteren, in het geval van huurders.” Ook nu is een concrete oplossing nog ver weg. De motie Beckerman roept slechts op tot een onderzoek om iets te doen voor huurders met zonnepanelen. Maar ook als er wel een concrete oplossing zou zijn voor huurders, dan is het de vraag waarom zo’n regeling niet voor iedereen, dus ook voor woningeigenaars met zon op dak, zou kunnen gelden.

In dat verband komen de iets grotere, coöperatieve zon-op-dak-projecten weer om de hoek kijken; projecten van zo’n honderd à tweehonder panelen, dus projecten onder de 100 kW. Vanwege hun grotere schaal zijn die projecten iets goedkoper dan tien panelen bij één huishouden. Zoals in het bovenstaande kader uitgelegd hebben deze collectieve projecten een vergelijkbare terugverdientijd als zon op dak bij huishoudens na afschaffen van salderen. 

Collectieve projecten zijn ideale projecten voor alle burgers die willen bijdragen aan de transitie met lokale duurzame productie; dus ook voor huurders en voor eigenaren van een appartement of van een woning zonder geschikt dak. Zij kunnen dan met buurtbewoners of leden van een energiegemeenschap investeren in een zon-op-dak-project in de buurt.

Kortom, voor een rechtvaardige transitie lijkt het redelijk om de salderingsregeling af te schaffen en geen extra maatregelen te nemen om zon op dak bij huishoudens te stimuleren. En als de politiek besluit om toch zon op dak projecten bij huishoudens extra te gaan stimuleren, dan moet zeker wat worden gedaan aan het stimuleren van collectieve projecten.

Tot besluit, wat is slim elektriciteitsverbruik?

Slim elektriciteitsverbruik is niet netbewust elektriciteitsverbruik en het is ook niet verbruik gelijktijdig met eigen productie achter de meter. Slim elektriciteitsverbruik is verbruik als marktprijzen laag zijn binnen de grenzen van het net. Het zou mooi zijn als dat principe kan worden toegepast voor alle huishoudens, met of zonder eigen huis en met of zonder zon op dak.

Over de auteur

  • Paul Giesbertz

    Paul Giesbertz werkt als zelfstandig consultant op het gebied van elektriciteitsmarkten onder de naam TrinSights. Hij heeft meer dan 35 jaar ervaring in de elektriciteitssector vanuit diverse rollen (netbeheerder, marktpartij, toezichthouder, brancheorganisatie en consultant). Hij was intensief betrokken bij de liberalisering in Nederland maar speelde ook een actieve rol bij de ontwikkeling van Europese wet- […]

Delen op sociale media