Onderzoek naar stroomopwekking uit water moet grootschaliger en er moet een concreet doel komen voor de middellange termijn om werkelijk resultaat te kunnen bereiken. Dat zegt Dutch Marine Energy Centre (DMEC) over de ontwikkelingen nadat de Tweede Kamer afgelopen zomer het kabinet maande om de sector te stimuleren.
De Tweede Kamer keerde zich destijds tegen het standpunt van het kabinet dat energie uit water geen prioriteit heeft en het heroverwegen van dat beleid “niet wenselijk” was. Andere vormen van hernieuwbare elektriciteit zijn goedkoper, aldus toenmalig minister van Economische Zaken en Klimaat Bas van’t Wout, en het is geen taak van de overheid om met opdrachten bij te dragen aan opschaling en kostendaling. De Tweede Kamer was het daar niet mee eens en sprak zich destijds uit voor steun voor innovatieprogramma’s en grootschalige demonstratieprojecten met elektriciteit uit water.
Sindsdien zijn er wel degelijk stappen in de goede richting gezet, zegt Sander des Tombe, ambassadeur van DMEC (een stichting die de ontwikkeling van de sector wil versnellen), maar die zijn nog vooral gericht op kennisontwikkeling. Zo zijn een negental onderzoeksinstituten met steun van EZK samengekomen onder de noemer Marinerg-i om kennislacunes te vullen. Onderzoek is uitstekend, maar Des Tombe hoopt dat ook het bedrijfsleven, waar inmiddels veel kennis en ervaring is ontwikkeld, hierbij wordt betrokken.
Ontwikkeling is er echter niet op een ander punt waar de Tweede Kamer actie wilde zien: demonstratieprojecten. De sector is hierover sinds afgelopen zomer in overleg met EZK, vooralsnog zonder succes. De sector wil de lat op dit vlak hoog leggen: een “behapbare doelstelling” van 30 MW gerealiseerd vermogen energie uit water in 2025, “omdat dit het makkelijker maakt om Europese financiering op te halen”, aldus Des Tombe. De Europese Commissie zelf heeft immers voor Europa een doelstelling van 100 MW opgesteld vermogen in energie uit water gesteld voor 2025, en gezien de ligging aan zee zou de sector daarvan graag 30 MW aan projecten in Nederland willen ontwikkelen.
Nieuw kabinet, nieuw beleid?
Des Tombe ziet een glimmer van hoop in het coalitieakkoord, waarin voor specifieke sectoren doelstellingen worden genoemd en geld wordt vrijgemaakt. “EZK wijst voorlopig nog op de ‘techniekneutraliteit’ die een beleidsdoelstelling voor energie uit water onmogelijk maakt, maar zoals groen gas (2 bcm) en wind op zee hebben laten zien is dat een kwestie van willen.”
Om de boodschap kracht bij te zetten heeft DMEC het potentieel van elektriciteit uit water laten analyseren door het externe bureau DNV: Marine energy in the Dutch North Sea. Het stuk is al aan EZK aangeboden en zal na het kerstreces ook bij Kamerleden op de mat vallen. Met een boodschap, aldus Des Tombe: let op dat onderzoek naar energie uit water niet versnippert en dat er een integraal onderzoeksprogramma komt, ook al vergt dat tijd en geld vanuit het rijk. Het is immers waar de Kamer om heeft gevraagd. De tweede vraag richting Kamer is: zorg voor een beleidsdoelstelling van 30 MW in 2025, zodat demonstratieprojecten van de grond komen, met financiering.