In aanloop naar de verkiezingen schetsen politieke partijen hun ideeën en vergezichten over het Nederland van morgen. De contouren van een nieuw energielandschap zijn daar een belangrijk onderdeel van. Tegelijkertijd worden de energiestrategieën in de dertig aangewezen regio’s steeds concreter. Het zou mooi zijn als ‘Den Haag’ zich wat meer naar deze werkelijkheid zou willen voegen.
Na het ondertekenen van het Klimaatakkoord zijn de decentrale overheden aan de slag gegaan met het opstellen van de Regionale Energiestrategieën (RES). Nederland telt dertig RES-regio’s: van Noord-Holland Noord tot Zuid-Limburg, van de Achterhoek tot Zeeland. Hier wordt hard gewerkt aan de energiedoelstellingen uit het nationale Klimaatakkoord door plannen voor zon en wind op land te ontwikkelen. Dat levert maatwerk op per regio, want ieder gebied is nu eenmaal anders. Maar in elke regio worden dezelfde vragen gesteld en in elke regio is dezelfde weerstand te zien.
In de RES worden de zoekgebieden voor zon en wind op land vastgesteld. De plannen worden steeds een beetje concreter. We snappen dat de weerstand toeneemt, want er gaat het een en ander in de leefomgeving van mensen veranderen. Dat roept soms vragen, en onzekerheid, op. Die vragen kunnen wij als bestuurders en Programmabureau meestal wel beantwoorden. Maar de onzekerheid wegnemen is lastiger. De bestuurders van Noord-Hollandse gemeenten organiseren sinds de coronamaatregelen talloze digitale bijeenkomsten om inwoners te spreken en draagvlak te zoeken. Er zijn workshops, webinars, lokale talkshows, kennisdeeldagen, klimaattafels, en nog veel meer. Kortom, we trekken alles uit de kast om participatie mogelijk te maken en om draagvlak te vergroten.
Lokale en regionale bestuurders staan dus volop in de wind. En dat doen we graag. Het hoort erbij, dat beseffen we maar al te goed. Maar het Klimaatakkoord is van ons allemaal. Een consistente landelijke boodschap over het belang van de energietransitie vanuit Den Haag zou onze inspanningen dan ook nog sterker maken.
“Iedere keer dat in Den Haag wordt gediscussieerd over kernenergie of zon, zien wij dat inwoners kritischer reageren op mogelijkheden voor zonnepanelen of windmolens in hun eigen omgeving.”
Er is bovendien veel discussie over onderwerpen die de RES raken, zoals over kerncentrales als alternatief. Of een thorium-reactor. Of er wordt geopperd dat zonnepanelen alleen op daken mogen komen. Maar daarmee redden we het niet om de doelstellingen voor 2030 te halen. De RES-regio’s weten dat ze klaar moeten zijn in 2030. Een kerncentrale is voor 2030 niet haalbaar. En met alleen zon kunnen we in 2030 of 2050 echt niet voldoen aan de energievraag.
Iedere keer dat in Den Haag wordt gediscussieerd over kernenergie of zon, zien wij dat inwoners kritischer reageren op mogelijkheden voor zonnepanelen of windmolens in hun eigen omgeving.
Iedereen doet wat
Bij het opstarten van het RES-proces heeft het ministerie van EZK beloofd de RES te ondersteunen met een landelijke campagne. Die is er in september 2019 gekomen onder de naam ‘Iedereen doet wat’. Die campagne zou in 2020 een vervolg krijgen over nut en noodzaak van het Klimaatakkoord. Maar in 2020 was er corona. En daarna bleef stil.
Om de doelstellingen van de energietransitie te realiseren, pleiten wij voor meer landelijke communicatie én meer landelijke ondersteuning. We roepen Den Haag op om nog meer dan nu te laten zien dat de regio’s en het Rijk samen de schouders er onder zetten. Zodat we één gezamenlijk verhaal vertellen, dat voor iedereen helder is.
Edward Stigter, gedeputeerde Klimaat&Energie in de provincie Noord-Holland, en Marco Berkhout, programmamanager RES Noord-Holland Zuid, mede namens RES Noord-Holland Noord.