Direct naar inhoud

Stop met lobby voor stimuleren van zelfverbruik

Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd: 28 april 2025

De energiesector lobbyt voor een subsidie op zelfverbruik door huishoudens. Zelfverbruik is elektriciteitsverbruik dat geleverd wordt door eigen zonnepanelen. Het is duidelijk dat zelfverbruik gunstig is voor de terugverdientijd van de investering in zon op dak. Maar de claim dat dit goed zou zijn voor de transitie is lariekoek. Het is vooral een indirecte, oneerlijke subsidie. Het is ook een weinig effectieve subsidie en soms zelfs een subsidie die de transitie vertraagt.

Een brede lobby

De lobby voor subsidie op zelfverbruik is breed. Vorig jaar werd in Trilemma al gewezen op een brief van NVDE, Energie Samen, Holland Solar, HIER, Energie-Nederland, Netbeheer Nederland en Energy Storage NL. In die brief riepen de zeven organisaties de politiek op om flankerend beleid te ontwikkelen om eigen verbruik van opgewekte zonnestroom te verhogen.

Op 1 april dit jaar volgde een brief van Consumentenbond, Natuur & Milieu, Vereniging Eigen Huis, Aedes, Woonbond en Milieudefensie aan het kabinet met de oproep om zonnepanelen rendabel te houden voor burgers. De Consumentenbond wil een subsidie in de vorm van een vaste vergoeding per teruggeleverde kWh voor een looptijd van vijftien jaar (voor maximaal 3.000 kWh per jaar). De Consumentenbond pleit dus niet voor een subsidie op zelfverbruik, maar zegt wel dat de voorgestelde regeling consumenten stimuleert om zoveel mogelijk opgewekte stroom direct zelf te gebruiken. De bond stelt dat het subsidiebedrag zo wordt vastgesteld dat eigen verbruik ongeveer twee keer zo veel oplevert als terugleveren.

Trilemma

Trilemma is een tweewekelijkse opinie-uitgave waarin het scherpe geluid klinkt van energie-experts Sjak Lomme, Jilles van den Beukel, Paul Giesbertz en Alex Kaat – soms aangevuld met gastbijdragen. Met heldere analyses, duidingen en opinies levert Trilemma de energieprofessional stof tot nadenken. De standpunten die in Trilemma worden verkondigd, komen op het conto van de auteur(s). Energeia is uitgever van Trilemma en bemoeit zich niet met de inhoud.

De NVDE reageerde op deze voorstellen van de Consumentenbond en bepleitte het instellen van een nieuwe subsidieregeling die mensen aanmoedigt om een groter deel van hun opgewekte stroom zelf te gebruiken, door bijvoorbeeld een thuisbatterij of een energiemanagementsysteem. Het verhaal van NVDE en vele anderen is eenvoudig. Een kWh productie uit zon op dak, die je niet verbruikt en teruglevert aan het net, is waardeloos. Maar als je die kWh zelf verbruikt door verbruik te verhogen of te verplaatsen, spaar je opeens 30 cent per kWh uit.

De oproep is dan ook dat huishoudens nog steeds in zon op dak kunnen investeren, mits ze een groot aandeel zelf verbruiken. Bovendien zou dan het overbelaste net minder belast worden en de kolen- en gascentrales minder hoeven draaien. Kortom, een win-win-win-situatie. Goed voor de portemonnee, goed voor het net en goed voor het klimaat.

Een eenvoudig en overtuigend verhaal gebracht door een breed front van energiebedrijven en netbeheerders. Wie durft daar nog tegenin te gaan?

Een kWh die 5 cent kost, 0 cent waard is en 30 cent oplevert

Uiteraard is het correct dat een huishouden met zon op dak, dat zijn verbruik zodanig aanpast dat het niet hoeft terug te leveren, minder afneemt van zijn leverancier. In plaats van terugleveren voor 0 cent per kWh wordt 30 cent per kWh uitgespaard. Maar men maakt een denkfout als op basis van die vergelijking wordt geconcludeerd dat dit ook voor de maatschappij als geheel en voor de energietransitie gunstig uitpakt.

Het moge best zo zijn dat met zon op dak elektriciteit kan worden opgewekt voor zo’n 5 cent per kWh. Maar dat is elektriciteit die wordt opgewekt op momenten dat elektriciteit weinig of niets waard is. Zelfs een negatieve prijs is mogelijk. De 30 cent per kWh is het tarief dat een leverancier kan bieden om elektriciteit op elk moment te leveren. Dus ook op koude, donkere winteravonden. Bovendien mag de consument zelf kiezen hoeveel elektriciteit hij wanneer afneemt. En zit in die 30 cent per kWh een flinke belasting. Ten eerste de btw van 21%, maar ook nog een energiebelasting van ruim 12 cent per kWh (inclusief btw).

Dus door productie uit zon op dak zelf te verbruiken en daarmee 30 cent per kWh uit te sparen, profiteert het huishouden van het omzeilen van belasting en van het feit dat het tarief van de leverancier een tarief is dat geldt voor alle uren van het jaar. Het huishouden profiteert, maar het leidt niet tot meer welvaart en andere huishoudens betalen de rekening. De lagere inkomsten voor de staat uit de energiebelasting en btw worden uiteindelijk door alle burgers opgebracht. En de hogere inkoopkosten voor de leverancier worden betaald door huishoudens zonder zon op dak.

Vervang de salderingsellende niet door zelfverbruik-ellende

Achtergrond voor de brede lobby is uiteraard het afschaffen van de salderingsregeling, waardoor de terugverdientijd voor huishoudens met zon op eigen dak aanzienlijk slechter wordt. Dat is vervelend, en dus wordt er driftig gezocht naar oplossingen om de pijn te verzachten. Het probleem daarbij is dat er geen eerlijk verhaal wordt verteld. De suggestie wordt gewekt dat zon op dak nog steeds goedkoop zou zijn en dat zon op dak met wat slimme trucjes rendabel kan worden.

Subsidie op zelfverbruik is oneerlijk

Men kan de ‘zelfverbruik-truc’ een indirecte subsidie noemen. Het is dan een subsidie waarvan vooral burgers zullen gaan profiteren die wat welvarender zijn dan de gemiddelde Nederlander. Mensen met een eigen huis, wat spaargeld op de bank en wellicht een elektrische auto op de oprit. Jan met de pet betaalt de rekening. Dat is extra pijnlijk, omdat er helemaal geen betaalbaarheidsprobleem is, zoals Peter Mulder van TNO helder uiteenzette tijdens het rondetafelgesprek betaalbare energierekening. Hij zei dat er alleen een verdelingsvraagstuk is. Het probleem zit bij de mensen met een laag inkomen in een woning met slechte energetische kwaliteit.

Valse verwachtingen

Bijkomend probleem van het frame dat zon op dak nog steeds rendabel is mits men veel zelf verbruikt, is dat het valse verwachtingen wekt. Stel dat de familie Jansen na het horen van dat verhaal alsnog besluit om tien panelen te kopen. Ze rekenen uit dat ze een flink deel zelf kunnen gebruiken en komen op een verwachte terugverdientijd van twaalf jaar. Dat is zeker geen vetpot, maar de familie Jansen vindt dat geen groot probleem. De spaarrente is ook laag en zo heeft de familie het idee toch iets goeds te doen voor de transitie.

Maar dan. Ten eerste blijkt die 30 cent per kWh wat hoog. Leveranciers bieden nu elektriciteit aan voor zo’n 25 cent per kWh. Stel dat vervolgens de energiebelasting wordt verlaagd. Als de energiebelasting volledig zou worden afgeschaft, dan kost elektriciteit nog maar 13 cent per kWh. Dus de familie Jansen realiseert zich in 2027 dat ze niet 30 cent per kWh, maar slechts 13 cent per kWh uitsparen met zelfverbruik. De terugverdientijd schiet opeens van twaalf naar zo’n 25 jaar. Kortom, de familie Jansen gaat de investering nooit meer terugverdienen, voelt zich belazerd en met een opportunistische advocaat en lotgenoten wordt fluks een massaclaim ingediend.

Hoe moet het wel? Reageren op de marktprijs

Het idee om elektriciteitsverbruik te verplaatsen naar momenten dat de prijs voor elektriciteit laag is, is het juiste idee. Het punt is dat dat idee voor alle huishoudens geldt, waarbij het niet uitmaakt of men wel of geen zon op dak heeft. Als men een boiler heeft, dan is het verstandig om water te verwarmen als de elektriciteitsprijs laag is, bijvoorbeeld om 13.00 uur ’s middags, om later te kunnen douchen. Men kan de boiler een zonnestroomboiler noemen, dat klinkt lekker groen, maar het blijft een gewone, ouderwetse elektrische boiler. Een apparaat waar we nota bene vanaf willen, omdat warmtepompen een veel lager energieverbruik hebben. (Het idee van een subsidie voor een zonnestroomboiler wordt onder andere gepromoot door Vattenfall.)

Voor de thuisbatterij geldt een vergelijkbaar verhaal. Als men een thuisbatterij heeft, dan is het verstandig om dat ding te laden bij lage elektriciteitsprijzen en te ontladen bij hoge prijzen. Ook nu maakt het niet uit of er al dan niet panelen op het dak liggen.

En wat als die panelen wel op het dak liggen? Welnu, die moeten vooral blijven produceren zolang de elektriciteitsprijs positief is. Mocht de elektriciteitsprijs negatief zijn, dan is het voor de maatschappij als geheel het beste om de zonnepanelen uit te schakelen. Het is onverstandig om dan te blijven produceren, ook als die energie in de boiler of in de thuisbatterij kan worden opgeslagen.

Het op deze manier omgaan met zon op dak, thuisbatterijen en het verplaatsen van verbruik, leidt tot de laagste kosten en tot de laagste emissies voor het systeem als geheel. De businesscase voor een individueel huishouden ziet er, zoals reeds uitgelegd, anders uit.

Een kWh extra opgewekt op het moment dat elektriciteit niets waard is, wordt niet meer waard door hem op te slaan of zelf te gebruiken. Het helpt ook niet om die kWh te delen met buren. Als elektriciteit niets waard is, is het verstandig om elektriciteit op te slaan of te gebruiken, maar niet om meer elektriciteit te gaan produceren.

Energiebesparing is slim, een subsidie op verbruik is dom, energiemanagement maakt het nog erger

Het verschuiven van verbruik naar momenten van lage elektriciteitsprijzen is gunstig. Het stimuleren van zelfverbruik niet. Het stimuleren van zelfverbruik van zon op dak zal ook leiden tot extra energieverbruik. De elektrische boiler vermomd als zonnestroomboiler was daar al een voorbeeld van. Een ander voorbeeld is airconditioning. Er zijn nu al veel huishoudens met veel zonnepanelen op het dak, die overwegen om na afloop van de salderingsregeling een airco aan te schaffen. In dat geval wordt er geen verbruik verplaatst maar komt er extra energieverbruik bij. De energietransitie is daar uiteraard niet mee gebaat.

Daar komt nog bij dat al die apparaten ook geproduceerd moeten worden (met extra energiegebruik en emissies tot gevolg) en geplaatst moeten worden door vakmensen waar al een tekort aan is.

Op het moment schieten de bedrijfjes die de verkoop van bijvoorbeeld thuisbatterijen in combinatie met een energiemanagementsysteem (EMS) aanbieden als paddenstoelen uit de grond. Een EMS is een besturingssysteem met software waarmee apparaten, zoals een thuisbatterij of een boiler, kunnen worden aangestuurd. Maar ook de laadpaal op de oprit kan aan een EMS worden gekoppeld. De bedrijven die dit aanbieden beloven gouden bergen en korte terugverdientijden.

Nou is er niets mis met slim aansturen van dit soort apparaten, maar in de praktijk zullen deze EMS-systemen worden ingezet om zelfverbruik te maximaliseren. Het kan dan goed zijn dat al om 9.00 uur ’s ochtends het laden van de auto of het verwarmen van het water in de boiler wordt gestart, omdat de panelen op het dak beginnen te produceren. Zeker als het gaat om panelen die op het oosten staan gericht. De doelfunctie is om terugleveren aan het net te voorkomen. Maatschappelijk gezien is dat een beroerd idee. Elektriciteit is om 9.00 uur vaak nog relatief duur. Zo veel mogelijk produceren is dan natuurlijk goed, maar om dan elektriciteit op te slaan in een batterij, of water op te warmen in een boiler, is hoogst ongelukkig.

EMS is een slimme apparaatje, maar het inzetten van EMS voor het vergroten van zelfverbruik is profiteren ten koste van anderen.

Hoe moet het wel? Reageren op de marktprijs in de praktijk

Eerder is al uitgelegd dat huishoudens zouden moeten reageren op de marktprijs van elektriciteit. Alleen dan dragen ze bij aan een betaalbare elektriciteitsvoorziening en succesvolle transitie. Maar in de praktijk is dat nog niet zo makkelijk. Om de marktprijs zo goed mogelijk te laten doorwerken naar huishoudens zou ten eerste de energiebelasting voor elektriciteit moeten worden afgeschaft of op zijn minst fors worden verlaagd.

Ten tweede zouden huishoudens moeten kiezen voor een dynamisch energiecontract. Het verplicht stellen van een dynamisch contract lijkt onmogelijk en onwenselijk. Onmogelijk omdat wetgeving vereist dat huishoudens moeten kunnen kiezen voor contracten met een vaste prijs. En onwenselijk omdat sommige consumenten het risico van prijspieken of periodes van zeer hoge prijzen niet kunnen dragen.

Een perfecte oplossing is er niet, maar er zijn mogelijkheden. Een mogelijke oplossing is eerder beschreven in Trilemma. Het idee dat Sjak Lomme lanceerde is om dynamische contracten te combineren met een financiële hedge. Hij legt uit dat consument en leverancier met zo’n hedge een vaste prijs afspreken voor een al dan niet geprofileerd volume waarbij die prijs wordt vereffend met gerealiseerde uurprijzen. Dus als de (volumegewogen) gemiddelde uurprijzen hoger uitvallen dan de vastgezette prijs, betaalt de leverancier het verschil aan de afnemer en als de marktprijzen juist lager uitvallen, dan betaalt de afnemer het verschil aan de leverancier.

Deze oplossing biedt keuzevrijheid voor consumenten, inclusief om vaste prijzen af te spreken, waarbij er toch altijd een prikkel blijft bestaan voor consumenten om op de marktprijs te reageren. Ze hoeven dat niet te doen, maar de mogelijkheid is er altijd.  Toch is het ook een wat complexe oplossing, die op veel weerstand zal stuiten als zij verplichtend zou moeten worden.

Een eenvoudiger idee is het opnieuw definiëren van piek- en daluren. Piekuren zijn nu meestal gedefinieerd  als de uren tussen 07.00 uur en 23.00 uur op doordeweekse dagen. Deze traditionele definitie heeft jarenlang prima gewerkt, vooral omdat het voor huishoudens eenvoudig en duidelijk is. Maar inmiddels is deze definitie al lang achterhaald, met name door het grote aandeel zonne-energie. De hoge prijzen treden nu op in de vroege ochtend en in de avonduren. Piekuren zouden dan bijvoorbeeld gedefinieerd kunnen worden als de uren tussen 07.00 uur en 10.00 uur en tussen 17.00 uur en 22.00 uur op doordeweekse dagen. Het is bij lange na geen perfecte oplossing, maar het is wel een idee dat relatief eenvoudig kan worden ingevoerd.

Hoe verder met zon op dak?

Zolang de energiebelasting blijft bestaan, zolang huishoudens voor vaste-prijscontracten kunnen kiezen en zolang leveranciers in hun prijsstelling moeilijk onderscheid kunnen maken tussen huishoudens met een afwijkend profiel, is het onvermijdelijk dat huishoudens niet bloot zullen staan aan de perfecte prikkel van de actuele marktprijs. Tegelijkertijd zullen huishoudens hun gedrag mogen richten op het verlagen van hun eigen energierekening.

In die situatie is het zo dat huishoudens soms geprikkeld zullen worden om gedrag te vertonen dat weliswaar hun eigen rekening verlaagt, maar de elektriciteitsvoorziening als geheel duurder maakt. Die situatie is in de praktijk nooit helemaal te voorkomen. En zo erg hoeft dat ook niet te zijn. Het is wel een constatering die begrepen moet worden als energiebeleid wordt vormgegeven. Het betekent ook dat die onvermijdelijke inefficiënties niet moeten worden versterkt, bijvoorbeeld door het invoeren van een subsidie op eigen verbruik.

Men moet vaststellen dat zon op dak bij huishoudens, ook na het wegvallen van de salderingsregeling, nog steeds wordt gestimuleerd door een indirecte subsidie. Die indirecte subsidie is nog vrij groot, zolang de hoge energiebelasting op elektriciteitsverbruik blijft bestaan. Die indirecte subsidie is ook nog redelijk groot als huishoudens veel elektriciteit verbruiken op momenten dat de zon schijnt, hoe oneerlijk dat ook is voor huishoudens met evenveel zon op dak, die superzuinig zijn met hun elektriciteitsverbruik, bijvoorbeeld omdat zij geen auto of geen airco willen.

Tegelijkertijd is het duidelijk dat de uitrol van zon op dak bij huishoudens hierdoor flink kan stagneren. De vraag is echter of dat erg is. Als geconstateerd wordt dat zon op dak noodzakelijk is voor de transitie en als geconstateerd wordt dat niet gewacht kan worden met de uitrol van zon op dak, dan is er een prima alternatief. Er zou dan maximaal ingezet kunnen worden op grotere zon op dak-projecten. Projecten met zo’n 100 à 200 panelen die op het dak van een sporthal of appartementencomplex zouden kunnen worden gerealiseerd.

Energiecoöperaties staan te springen om dat soort projecten met raad en daad bij te staan. Eventueel moet de subsidie voor dat soort projecten worden verhoogd. De voordelen van deze projecten ten opzichte van kleine projecten met tien panelen op het dak van één woning zijn legio. De projecten zijn per geplaatst paneel goedkoper, ze leveren meer energie voor een lagere investering. De benodigde subsidie is dan ook lager. Er ontstaat geen perverse prikkel om te investeren in extra apparaten die energie verbruiken of in onnodige thuisbatterijen. Er wordt een kleiner beslag gelegd op vakmensen. En de klimaatdoelstellingen worden eerder bereikt. Dat is pas een win-win-win-win-situatie.

Draagvlak vereist een eerlijk verhaal

De overheid, maar zeker ook de elektriciteitssector, zou goed moeten communiceren over zon op dak en zelfverbruik. Draagvlak is belangrijk. Maar draagvlak wordt uiteindelijk alleen bereikt met een eerlijk verhaal. Zo’n eerlijk verhaal kan dan uit de volgende boodschappen bestaan:

Het aanschaffen van batterijen of van apparaten die leiden tot extra verbruik met als doel om terugleveren te minimaliseren, is slecht voor de energietransitie.

  1. Bespaar energie.
  2. Investeren in zon op dak is mogelijk, maar reken erop dat omstandigheden kunnen wijzigen zodat de investering niet wordt terugverdiend.
  3. Als u toch in zon op dak wilt investeren, is het beter om te investeren in grotere zon op dak-projecten, bijvoorbeeld via een lokale energiegemeenschap.
  4. Verschuif uw verbruik naar momenten met een lage marktprijs die normaalgesproken samenhangt met een groot aanbod van duurzame elektriciteit, niet aan het gegeven of u of uw buren toevallig nog wat elektriciteit overhebben.
  5. Overweeg een dynamisch tarief. Als een dynamisch tarief te risicovol is, kunt u overwegen om toch uw verbruik aan te passen aan de marktprijs. Het levert u geen direct financieel voordeel op, maar u draagt wel bij aan lage systeemkosten en een succesvolle transitie.
  6. Heeft u zon op dak, dan kunt u proberen om terugleveren te minimaliseren door uw verbruik aan te passen, dat is goed voor uw energierekening, maar de kans is groot dat u dan kosten maakt die anderen gaan betalen.
  7. Heeft u zon op dak en is de marktprijs negatief, dan is het voor een succesvolle energietransitie verstandig om uw panelen uit te schakelen.
  8. Het aanschaffen van batterijen of van apparaten die leiden tot extra verbruik met als doel om terugleveren te minimaliseren, is slecht voor de energietransitie.

Over de auteur

  • Paul Giesbertz

    Paul Giesbertz werkt als Regulatory Affairs Officer bij EP NL. Zijn artikelen voor Trilemma zijn op persoonlijke titel geschreven. Giesbertz heeft meer dan 35 jaar ervaring in de elektriciteitssector vanuit diverse rollen (netbeheerder, marktpartij, toezichthouder, brancheorganisatie en consultant). Hij was intensief betrokken bij de liberalisering in Nederland maar speelde ook een actieve rol bij de […]

Delen op sociale media