Direct naar inhoud

#StopGazprom contraproductief: wie nu contract opzegt, spekt Poetins oorlogskas

Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 7 maart 2022

De oproep van de #StopGazprom-campagne aan gemeenten en waterschappen om hun gascontracten met Gazprom op te zeggen is gevoelsmatig goed te begrijpen, maar rationeel gezien zeer onverstandig. Opzeggen van contracten met Gazprom zal in de meeste gevallen contraproductief uitpakken. In plaats van minder zal er juist meer geld in Poetins oorlogskas vloeien.

Demonstranten van Extinction Rebellion bij het Museumplein, afgelopen vrijdag. De klimaatactiegroep roept de overheid, gemeentes, bedrijven en instellingen op om de samenwerking met het Russische aardgasconcern Gazprom te beeindigen, vanwege de Russische inval in Oekraine. (Foto: Evert Elzinga/ANP)

De oproep wordt niet alleen door de media en zo’n 80.000 ondertekenaars serieus genomen, tal van raadsleden, wethouders en burgemeesters melden op sociale media er gehoor aan te willen geven. Daarbij is wel aandacht voor de juridische (on)mogelijkheden en het al dan niet verschuldigd zijn van opzegboetes, maar nauwelijks voor het feit dat het juist waanzin is om goedkope contracten in te ruilen voor extreem dure en zodoende juist nog meer geld naar Rusland te pompen in plaats van minder.

Afgaande op hun opinieartikel in de Volkskrant, lijken de initiatiefnemers helaas weinig zicht te hebben op de werking van de gasmarkt. Ook bij diverse artikelen die de oproep steunen of juist afraden, zijn de nodige vraagtekens te zetten. Daarom wordt in dit artikel uiteengezet hoe de energiemarkt werkt, hoe beperkt de rol van energieleverancier is en wat de belangrijkste gevolgen zijn van het opzeggen van contracten met Gazprom.

Campagne #stopgazprom

De initiatiefnemers schetsen in de Volkskrant een energiewereld die schittert door eenvoud. Er bestaat maar één organisatie die Gazprom heet en elk afgesloten gascontract duwt ons dieper in de armen van Poetin. Gazprom is tot in de haarvaten van de Nederlandse energiemarkt doorgedrongen omdat de overheidsorganisaties vooral op laagste prijs inkopen en Gazprom een prijsoorlog voert, ten nadele van, volgens het opinieartikel, meer duurzame Nederlandse alternatieven zoals Greenchoice en Pure Energie. Helaas gaan de opstellers niet in op de vraag waar het gas van die duurzame alternatieven vandaan komt. Ook de suggestie dat Gazprom een prijzenoorlog voert om de oorlogskas van Poetin te vullen, is op zijn zachtst gezegd merkwaardig want normaliter kost een prijzenoorlog juist geld.

De werkelijkheid is uiteraard veel weerbarstiger dan de campagne doet voorkomen. Gazprom Marketing & Trading Retail, handelsnaam Gazprom Energy, is namelijk maar 1 van de 33 Gazprom-inschrijvingen in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Belangrijker nog is dat Gazprom Energy slechts de laatste schakel is in de lange keten van de gasput tot de gasmeter bij de verbruiker. In het kader van ‘het spekken van de oorlogskas’ is het dringend gewenst om het financiële belang van die laatste schakel in de hele keten in perspectief te plaatsen: pakweg €0,75 per MWh op een gasprijs die inmiddels is opgelopen tot dik €200 per MWh.

Veel (klein)zakelijke multisite-gascontracten zoals gemeenten en waterschappen afsluiten, betreffen zogenaamde ‘klik op Ice-Endex contracten’. De gasprijs in die contracten bestaat dan uit groothandelsprijzen plus een toeslag, eventueel aangevuld met een beperkte vaste vergoeding per maand. Bij het selecteren van een leverancier wordt vaak gegund op ‘de laagste toeslag’, want de groothandelsprijs is immers voor alle gegadigden gelijk en het is de afnemer die beslist wanneer op die prijzen wordt geklikt.

Voor die doorslaggevende toeslag plus eventueel een vast bedrag per maand, moet de leverancier zijn ding doen: het arrangeren van de inkoop op de groothandelsmarkt, het omzetten van standaard groothandelsproducten (elk uur hetzelfde volume) in het gasprofiel dat de klant nodig heeft (elk uur weer een verrassing, dus profiel- en volumerisico), het verwerken van de meetdata, het facturen van het verbruik en incasseren van het geld, het opvangen van onverwachte tegenvallers en niet te vergeten het maken van enige winst. Voor al die diensten rekenen leveranciers (afhankelijk van contract en omstandigheden) bedragen rond €0,75 per MWh. Zelfs bij de voorheen gebruikelijke groothandelsprijzen tussen €18 en €25 per MWh, is die toeslag bescheiden en dus is ook de bijdrage die een energieleverancier aan ‘de oorlogskas’ kan leveren klein.

Anders gezegd, de winst die in de laatste schakel van put tot meter wordt gemaakt, kan interessant zijn voor entrepreneurs, maar daar zit niet het grote geld. Dat wordt ook geïllustreerd door de recente faillissementen van leveranciers en meer nog doordat leveranciers als Total te kennen hebben gegeven de vlag te willen strijken. Het is niet waarschijnlijk dat dit snel lukt want leverancier Engie zoekt al veel langer tevergeefs naar een koper. Het grote geld zit dus niet in die laatste stap maar in het voortraject, van de put tot de groothandelsmarkt. Die geldstroom afknijpen kan slechts op één manier: de behoefte aan gas sterk reduceren, ongeacht de partij die de laatste schakel invult.

Gas is een mengproduct

Opvallend aan de vrije energiemarkt, of beter gezegd, de vrije leverancierskeuze, is de uiterst beperkte rol die leveranciers in de energiemarkt spelen. In feite hoeft een leverancier niet veel meer te doen dan op de meter van de klant het gas in te kopen en direct door te leveren aan de klant. Omdat de meter geen mogelijkheid biedt om gas op te slaan, is het dus in wezen een ABC-transactie zonder tijdsvertraging. Zodra de klant gas afneemt, wordt dat gekocht van de leverancier die dat gas op hetzelfde moment koopt van de toeleverancier. Daarbij kan het heel wel zijn dat dezelfde rechtspersoon die als leverancier optreedt, ook de rol vervult van toeleverancier op de meter van de klant, maar meestal is dat niet het geval. Kleinere leveranciers besteden die rol vaak uit aan een externe shipper/programmaverantwoordelijke partij terwijl grote energiebedrijven die rol vaak bij een zusterbedrijf van de leverancier onderbrengen dat zich vooral richt op groothandel.

Dat er op de meter van de klant fysiek gas beschikbaar is, is de verantwoordelijkheid van de netbeheerders. De herkomst van dat gas heeft geen directe relatie met de leveranciers die dat gas afnemen. Gas in het openbare net is immers een mengproduct en het resultaat van enerzijds injectie van gas vanuit het binnen- en buitenland op diverse entry-punten in het systeem en anderzijds de onttrekking in het binnenland en op de landsgrenzen, de exit-punten. Derhalve verschilt de fysieke herkomst van tijd tot tijd en ook van plaats tot plaats. Zodoende kan het heel wel zijn dat het opzeggen van contracten met Gazprom Energy geen invloed heeft op de herkomst van gas.

Net zo veel Russisch gas, maar wel voor een hogere prijs

Overheidsorganisaties en organisaties die voor hun financiering sterk afhankelijk zijn van de overheid, zoals universiteiten, moeten de gasinkoop meestal openbaar aanbesteden. Dat inkoopproces kost relatief veel geld en moeite en daarom kiest men meestal voor lange contractperiodes. Die voorkeur voor lage periodes wordt versterkt omdat de echt concurrentie plaatsvindt op de geboden toeslag en daarmee zowat letterlijk ‘gerommel in de marge’ is.

Het gros van de contracten die volgens #StopGazprom nu opgezegd zouden moeten worden, stammen dus uit de periode dat gasprijzen op de groothandelsmarkt nog rond de €20 per MWh schommelden. Voor kleinverbruikersaansluitingen vertaalt zich dat naar gasprijzen van pakweg €0,70 tot €0,80 per kubieke meter. De behoefte om gas af te nemen zal echter niet zijn verdwenen en dus moeten er nieuwe contracten worden afgesloten en daar zal een zeer hoge prijs voor worden betaald.

De groothandelsprijzen liggen momenteel boven de €200 per MWh voor levering op korte termijn, aflopend naar meer dan €100 per MWh voor winter 22/23. Die prijzen kunnen echter snel oplopen, reden voor leveranciers om zelfs geen vaste prijzen meer af te geven. Voor kleinverbruikers rest dan het modelcontract met variabele tarieven, waarvoor Eneco bijvoorbeeld € 2,77 per m3 rekent (prijzen 4 maart). Ergo, nu opzeggen en opnieuw afsluiten kost gemeenten een fortuin, geld dat voor een significant deel richting Rusland zal stromen.

In het opinieartikel in de Volkskrant wordt een lans gebroken om gas af te nemen van duurzame Nederlandse alternatieven, maar waar halen zij het gas vandaan? Om aan de vraag van de klant te voldoen zullen deze leveranciers op de groothandelsmarkt moeten inkopen en betalen dan €130 tot €200 per MWh aan de verkoper. Het grote geld gaat dus naar die verkopers toe en daar zit weinig ruimte voor switchen tussen toeleveranciers: Nederland probeert het Groningenveld zo snel mogelijk te sluiten, staat nauwelijks nog nieuwe opsporing toe en slaagt er niet in offshore productie voldoende aantrekkelijk te houden. Groot-Brittannië zit ook in een neergang en sluit, net als Nederland, winning van schaliegas uit. Noorwegen zit aan de productielimiet. Voor extreem hoge prijzen is wel LNG te koop maar ook daar is de grens van wat aangevoerd kan worden in zicht. Resteert dus vooral Rusland als swing producer maar wel vanuit een sterke Russische machtspositie. Hoe lager de bereidheid om gas aan de EU te leveren, hoe hoger de inkomsten!

Door gascontracten met relatief lage prijzen ten behoeve van ‘het juiste doen’ nu op te zeggen, wordt het tegengestelde bereikt van wat beoogd wordt, want het spekt de oorlogskas als geen andere actie. Gas dat in de keten door de toeleverancier van Gazprom Energy reeds is ingekocht ten behoeve van de levering aan de eindgebruiker, valt immers vrij en kan dan tegen de huidige extreem hoge marktprijzen worden verkocht. Nog los van eventuele boetes of schadevergoedingen wegens voortijdige contract beëindiging, levert opzeggen Rusland direct forse winsten op.

Uitdienen van de contracten is daarom de aangewezen weg. Bovendien, in zoverre de contracten ruimte bieden voor uitbreiding zonder dat de prijs stijgt, zou die mogelijkheid juist zo veel mogelijk benut moeten worden. Bijvoorbeeld als nieuwe aansluitingen kunnen worden toegevoegd. Hoe meer relatief goedkoop gas Gazprom moet leveren, hoe minder verdiend kan worden aan de superhoge prijzen voor nieuwe contracten. Ook bij het nemen van maatregelen om gas te besparen moet daar rekening mee worden gehouden: de aansluitingen met het duurste gas het eerste aanpakken en desnoods vraag verschuiven van aansluitingen met dure contracten naar aansluitingen met goedkope contracten.

Schaf de aanbestedingen van energiecontracten af

Volgens de #StopGazprom campagne heeft Gazprom Energy een prijzenoorlog aangezwengeld en systematisch onder de prijs van concurrenten geboden. Helaas gaan de initiatiefnemers niet dieper in op de bijzondere omstandigheden die maken dat Gazprom in het segment (semi)overheid zo succesvol kon zijn. Dat is wel gewenst om herhaling te kunnen voorkomen.

De bijzondere omstandigheid is namelijk dat (semi)overheden hun energiecontracten Europees aanbesteden. Dat is niet alleen een omslachtige en dus kostbare affaire, maar ook vergaand eenzijdig. De aanbestedende dienst bedenkt welk product zal worden gevraagd en vervolgens kan daar nauwelijks nog van worden afgeweken. Hooguit kunnen schriftelijke vragen van geïnteresseerde leveranciers tot enkele wijzigingen leiden, maar een echte afstemming van wensen en mogelijkheden is er niet bij.

Voor leveranciers zijn aanbestedingen vergaand onaantrekkelijk. Aanbesteders gebruiken eigen contracten, al dan niet met aanpassingen aangekondigd in de nota van inlichtingen naar aanleiding van de vragenronde. Leveranciers moeten die documenten uitpluizen en intern goedkeuren, voordat een bindende prijs kan worden afgegeven. Dat is veel werk, vaak te veel als de succeskans niet al te hoog wordt ingeschat. Dat maakt het relatief makkelijk scoren voor een partij die wel de durf en de middelen heeft om serieus op aanbestedingen in te gaan.

Een basisprobleem van aanbestedingen is dat de contractwaarde als uitgangpunt wordt genomen. Die is bij energiecontracten al snel vrij hoog (de contractwaarde is het volume maal de som van groothandelsprijs en opslag) terwijl alleen de opslag ‘des leveranciers’ is. Het zou dus veel logischer zijn om de aanbestedingsdrempel te baseren op het verschuldigde totaal aan opslagen. Nog beter is het om energiecontracten in het geheel vrij te stellen van de aanbestedingsplicht. Immers, aanvankelijk speelde de verplichting tot aanbesteden een belangrijke rol om de diep ingesleten gewoonte van inkopen bij de gevestigde leverancier te doorbreken. Echter, bijna twintig jaar na liberalisering is er waarschijnlijk geen inkoopmanager meer te vinden die nog niet overtuigd is van de voordelen van opvragen van meerdere offertes.

Nu het oorspronkelijke doel van de aanbestedingsplicht is bereikt, kent aanbesteden vooral nadelen. Er kan bijna niets en er mag bijna niets. En, relevant in het kader van #StopGazprom, het uitsluiten van leveranciers is lastig zodat bij opnieuw aanbesteden van opgezegde contracten, Gazprom mogelijk weer als winnaar uit de bus komt.

Vraag ook aandacht voor olieproducten

De oorlog in de Oekraïne maakt pijnlijk duidelijk hoe afhankelijk het Westen is van aardgas. Aardgas dat voor 40% uit Rusland komt en dat alleen tegen hoge kosten en slechts mondjesmaat door LNG vervangen kan worden. Terecht dus dat er veel aandacht is voor het terugdringen van de behoefte aan aardgas. Het is wel vreemd dat de oproep om Poetin’s oorlogskas niet langer te vullen door het gas af te nemen, nauwelijks te horen is als het gaat om olie en olieproducten. De Russische exportwaarde van ruwe olie en olieproducten was in 2021 immers het drievoudige van de exportwaarde van pijplijngas en LNG. Een oproep om minder vaak de auto te pakken en over te stappen op een zuinigere rijstijl, zou dus niet misstaan maar vreemd genoeg krijgt zuinig omgaan met energie geen prioriteit.

Vooral de transportsector zou van de gelegenheid gebruik moeten maken om de energieverslaving terug te dringen. Immers, in de reflectie op het regeerakkoord schreef PBL: “Voor de gebouwde omgeving, mobiliteit, en landbouw blijft een belangrijk deel van de maatregelen op basis van vrijwilligheid. Daardoor is er een groot risico dat actoren in deze sectoren onvoldoende ‘bewegen’ en de streefwaarden niet worden gehaald.”

Dat risico is vooral groot in de sector mobiliteit. De afgelopen vijf jaar zijn de best verkochte benzine- en dieselauto’s gemiddeld 100 kilogram zwaarder geworden en, erger nog, is het brandstofverbruik per 100 kilometer 25% tot 35% gestegen, volgens de cijfers van Bovag/RAI. Weliswaar wordt de volledig elektrische auto snel populairder, maar ondanks de groei van 70% in nieuw verkochte EV’s, neemt het aantal brandstofauto’s in absolute termen nog steeds toe. Het totale park nam met 111.000 personenauto’s toe, terwijl het aantal nieuwe volledige EV’s uitkwam op een dikke 74.000. Ergo, vooralsnog is het klimaatbeleid voor autoverkeer dweilen met de kraan open, met als enige lichtpuntje dat de fossiele CO₂-emissies die aan het verkeer worden toegerekend, iets dalen vanwege (deels boekhoudkundige) bijmenging van ‘duurzame brandstof’.

Juist omdat maatregelen in de sector mobiliteit zo afhankelijk zijn van vrijwilligheid, biedt het geweld in de Oekraïne en de afkeer van het vullen van Poetin’s oorlogskas kansen. Ook daarom moet de verontwaardiging zich niet alleen richten op #StopGazprom, maar op ‘wees zuinig met energie’.

Laat fictie niet te veel op feiten lijken

Net als bij elektriciteit zitten er tussen de productie en het gebruik van gas diverse stappen die het zicht op de herkomst wegnemen. De behoefte is echter groot om productie aan verbruik te koppelen, vooral in de elektriciteitsmarkt, maar ook in de gasmarkt. Dus worden er fictieve constructies opgezet, met garanties van oorsprong of contracten afgesloten tussen opwekker en afnemer die zo veel mogelijk ‘echt’ moeten zijn. Begrijpelijk, maar #StopGazprom laat de keerzijde zien. De wereld die achter de leverancier schuilgaat is bij velen nagenoeg onbekend en met versimpelde marketingconcepten als ‘rechtstreeks inkopen bij de boer’ wordt dat er niet beter op. Dat kan leiden tot kostbare en voornamelijk symbolische acties die contraproductief kunnen uitpakken, zoals het opzeggen van Gazprom-leveringscontracten.

In wezen is de Europese gasmarkt een grote vijver waar op diverse plekken gas in wordt gestopt en op vele miljoenen plekken gas wordt onttrokken. Omdat het gas voornamelijk stroomt in de richting van de hoogste prijs, is het specifieke aandeel Russisch gas in de Nederlandse mix niet bijster relevant. Europees gas komt voor 40% uit Rusland en daarmee is ook Nederland voor zo’n 40% afhankelijk van de Russische gasleveringen. Immers, als bijvoorbeeld Duitsland geen Russisch gas meer ontvangt, kunnen Duitse gebruikers gasvoorraden uit Nederland kopen, als ze bereid zijn de hoogste prijs te betalen. Globaal zal die concurrentiestrijd om schaarse voorraden doorgaan tot de gasprijs dermate hoog is, dat in de EU zo’n 40% van de gasvraag geëlimineerd is, dan wel wordt ingevuld door nieuwe gasaanvoer van elders, zoals LNG van de wereldmarkt.

Afsluitend

Sjak Lomme. (Foto: zelf aangeleverd)

Positief aan de #StopGazprom campagne is dat het grote publiek wordt geconfronteerd met de grote afhankelijkheid van Russisch aardgas. Helaas versterkt de campagne het misverstand dat de leverancierskeuze invloed heeft op de herkomst van energie. Belangrijker nog is dat het opzeggen van contracten met Gazprom in de meeste gevallen contraproductief zal uitpakken. In plaats van minder geld naar Rusland zal er juist meer geld in de oorlogskas vloeien omdat de vraag naar gas niet verandert maar nieuwe contracten wel tien keer zo duur zijn. Die meerkosten komen voor een groot deel in Rusland terecht, ook als de leverancier een ‘duurzaam Nederlands alternatief‘ is waar de #StopGazprom-initiatiefnemers voor pleiten.

De enige manier om de geldstroom richting Oosten zo snel mogelijk terug te dringen is door fors te besparen op energieverbruik en dan vooral op olieproducten. De exportwaarde van Russische olie en olieproducten is immers drie keer zo hoog als die van gas.