Direct naar inhoud

Verkiezingsuitslag brengt onzekerheid, brede steun voor klimaatdoelen blijft

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 23 november 2023

De verkiezingsuitslag heeft geleid tot onzekerheid over het Nederlandse klimaatbeleid, in elk geval op de korte termijn. Dat is slecht voor de investeringsbereidheid in de energietransitie. Tegelijkertijd is een ruime meerderheid van de Tweede Kamer nog altijd voorstander van het halen van de bestaande klimaatdoelen.

PVV-partijleider Geert Wilders (R) en Fleur Agema, de nummer twee op de lijst, snijden een taart aan om hun overwinning te vieren bij de Tweede Kamerverkiezingen een dag eerder. (Foto: Sem van der Wal/ANP)

De partijen die sinds 2017 verantwoordelijk waren voor het klimaatbeleid -VVD, CDA, D66 en ChristenUnie- hebben alle vier verloren bij de Tweede Kamerverkiezingen van woensdag. De grote winnaar, de PVV, wil juist “stoppen met de miljarden verslindende reductie van CO₂”.

Op het eerste gezicht geen goede uitkomst voor mensen en bedrijven die zich inspannen om de klimaatdoelen te halen. Toch valt dat mee als je kijkt naar de verhoudingen in de Kamer als geheel, nuanceert Olof van der Gaag, voorzitter van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie. “In het weg-met-het-klimaat-kamp blijft er behalve de PVV weinig over.”

Dat kamp, met behalve de PVV ook FVD en JA21, komt uit op 41 Kamerzetels. Daartegenover staat een groep partijen die juist strenger klimaatbeleid wil: GL-PVDA, D66, PVDD, CU en Volt. Deze groep is met 42 zetels ongeveer even groot. De rest wil “gewoon” de klimaatdoelen halen.

Rechtse coalitie ligt voor de hand

De coalitie die zich het meest op lijkt te dringen is er een van PVV, NSC, BBB en VVD (88 zetels). Van die vier zitten er drie in het laatste kamp. Naast VVD is dat BBB, dat in de klimaatparagraaf van haar program laveert tussen ambitie en terughoudendheid. “Nederland moet zich maximaal inzetten om de klimaatdoelen te behalen, maar dat doen we wel met gezond verstand.”

Nieuwkomer NSC voerde onder leiding van Pieter Omtzigt vooral campagne op het thema deugdelijk bestuur, en zal zich willen houden aan nationale en internationale afspraken zoals de Europese Green Deal en de Nederlandse klimaatwet, waarin is vastgelegd dat Nederland in 2030 ten minste 55% minder CO₂ moet uitstoten dan in 1990. De partij heeft zich in zijn verkiezingsprogramma in elk geval gecommitteerd aan de klimaatdoelen van Parijs. “De klimaatdoelen zijn natuurlijk niet voor niets verankerd”, zegt Van der Gaag. “Dat is vanuit de gedachte dat continuïteit nogal belangrijk is voor klimaatbeleid.”

Eerste Kamer

In de Eerste Kamer zouden PVV (4), NSC (0), BBB (16) en VVD (10) uitkomen op 30 van de 75 zetels, onder meer doordat NSC nog niet bestond tijdens de vorige Provinciale Statenverkiezingen. Deze coalitie kan waarschijnlijk ook op steun rekenen van de SGP (2).

Rechtse partijen FVD (2) en JA21 (3) zouden deze coalitie niet aan een meerderheid helpen in de senaat. Partijen die dat wel kunnen zijn middenpartijen CDA (6), D66 (5) in combinatie met Volt (2) of de ChristenUnie (3), of eventueel GroenLinks-PVDA (14).

Wat ook pleit in het voordeel van continuïteit van het klimaatbeleid, is dat de vier partijen in de Eerste Kamer steun nodig zouden hebben van middenpartijen om beleid aangenomen te krijgen (zie kader). Dat maakt beleid dat al te radicaal afwijkt van deze 55%-koers minder kansrijk, aangezien deze partijen zich juist hard hebben gemaakt voor ambitieus klimaatbeleid.

Overwinningsspeech

Hans Grünfeld, algemeen directeur van grootverbruikersvereniging VEMW, verwacht dat PVV-leider Geert Wilders eieren voor zijn geld kiest en het klimaatbeleid niet al te zeer dwars zal zitten. “Hij weet donders goed dat hij de andere partijen nodig heeft om te regeren.” Een voordeel daarbij is dat Wilders als enig lid een grote autonomie heeft bij het bepalen van de koers van zijn partij.

Grünfeld verwacht dat Wilders geneigd zal zijn tot het creëren van een gelijk speelveld, en niet tot extra Nederlandse regelgeving bovenop wat er in de EU is afgesproken. Dat zou de industrie welkome ruimte kunnen bieden voor investeringen in de energietransitie, aldus Grünfeld, die hoop put uit de overwinningsspeech van Wilders. “Hij zei dat Nederlanders moeten merken dat het weer beter gaat. Dat mensen weer meer geld in hun portemonnee krijgen. Ik maak daar ook uit op dat Wilders geen voorstander zou zijn van boetes voor bedrijven die niet kunnen verduurzamen omdat het ze bijvoorbeeld aan energie-infrastructuur ontbreekt.”

Overigens liet Wilders woensdagavond de opmerking over dat Nederlanders weer meer geld in hun portemonnee moeten krijgen, volgen door de opmerking “in plaats van dat we tientallen miljarden aan onzinuitgaven doen”. Zonder het klimaatbeleid letterlijk te noemen, leek hij hiermee in elk geval niet voor te sorteren op stevige klimaatsubsidies.

Onzekerheid

Hoofdeconoom Sandra Phlippen van ABN Amro verwacht dat de klimaatopstelling van de PVV wel degelijk leidt tot onzekerheid of de bestaande klimaatplannen zullen worden teruggedraaid, of toch uitgevoerd. Dat is slecht voor investeringen in de energietransitie, zegt ze. “Investeren in net zero wordt kostbaarder als het beleid je concurrenten niet langer dwingt hetzelfde te doen.”

De onzekerheid zit hem niet alleen in de standpunten van de PVV. Ook de onervarenheid van de partij met het regeren van een land, een eigenschap die de PVV deelt met potentiële coalitiegenoten NSC en BBB, draagt daaraan bij. “Beleidsfouten zijn zo gemaakt”, aldus Phlippen.

Tot slot speelt mee dat de PVV fors inzet op van oudsher linkse thema’s als sociale zekerheid. De partij wil het minimumloon verhogen, de AOW-leeftijd verlagen en het eigen risico op de zorgverzekering afschaffen. Zulk beleid zal leiden tot hogere loonkosten voor bedrijven en -tenzij een kabinet-Wilders kiest voor een hogere staatsschuld- tot hogere belastingen voor bedrijven. “Dat gaat ten koste van de ruimte die bedrijven hebben om te investeren”, aldus Phlippen. “Al met al lijkt deze uitslag vooral goed nieuws voor bedrijven die geen interesse hebben in de energietransitie.”

Maatregelen invoeren

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) concludeerde in september in de jaarlijkse Klimaat- en Energieverkenning (KEV) dat het halen van de klimaatdoelen sowieso nog met veel onzekerheid omgeven is. Nederland koerst volgens het rapport op een CO₂-reductie tussen de 46% en 57%. Dat betekent dat alles moet meezitten om op 55% uit te komen. Behalve niet-stuurbare factoren zoals weer en elektriciteitsimport, betekent dat onder meer dat alle klimaatplannen die al min of meer concreet zijn uitgewerkt, snel moeten worden uitgevoerd.

Een voorbeeld hiervan is rekeningrijden. Deze maatregel is meegerekend voor het behalen van de bandbreedte waarop het PBL uitkomt, en tevens een van de weinige klimaatgerelateerde maatregelen die door de huidige Tweede Kamer controversieel is verklaard en waar het komende kabinet dus een besluit over moet nemen. Rekeningrijden kan voor Nederland 2,5 megaton CO₂-reductie opleveren, maar die klimaatwinst is afhankelijk van de opzet van de maatregel kan de winst ook beperkt blijven tot 0,5 megaton. Dat is als rekeningrijden in 2030 daadwerkelijk operationeel is.

PVV is tegen rekeningrijden. BBB ook. Het kabinet-Rutte IV heeft weliswaar ingestemd met rekeningrijden, maar in de VVD-achterban is historisch gezien weinig enthousiasme voor de maatregel. NSC noemt rekeningrijden niet in het programma.

Kernenergie en kosten

Onderwerpen waarbij de vier partijen op een lijn zitten, zijn onder meer kernenergie. Alle vier steunen ze de bouw van nieuwe kerncentrales. PVV, NSC en BBB maken in hun programma’s bovendien allemaal een punt van de betaalbaarheid van energie, iets wat ook de VVD voorstaat.

BBB schrijft: “De nieuwe Wet collectieve warmte zal erop toezien dat de energierekening voor huishoudens betaalbaar blijft. Huishoudens en bedrijven worden niet beboet voor het terugleveren van energie.” PVV wil, net als de VVD, de energiebelasting verlagen. Wat de PVV betreft volgt ook een verlaging van de btw op energie.

NSC wil dat de overheid moet kunnen ingrijpen bij een sterk stijgende energieprijs, door een prijsplafond in te stellen en inkomenssteun te geven aan kwetsbare huishoudens. Ook wil de partij mensen ondersteunen bij het verduurzamen van hun huis, als investeringen een te lange terugverdientijd hebben. Die standpunten zijn bij de VVD ook terug te vinden.