Direct naar inhoud

Volt wil voorop lopen op gelijk Europees speelveld

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd: 26 augustus 2025

Er moet een Europese Energie-unie worden gevormd die klimaatneutraliteit in 2040 realiseert, staat in het concept-verkiezingsprogramma van Volt. De nieuwe Europese Commissie heeft volgens de partij geen groene ambities, en dus moet Nederland samen met andere ambitieuze lidstaten coalities bouwen om “onze toekomst veilig te stellen”.

Volt-lijsttrekker Laurens Dassen presenteert deze dinsdag het verkiezingsprogramma ‘Doe iets nieuws’ in perscentrum Nieuwspoort. (Foto: Phil Nijhuis/ANP)

De Europese Energie-unie wordt gedefinieerd als “één sterk systeem voor duurzame energie, slimme energienetten en duidelijke regels”. Deze wens van Volt stond ook al verwoord in het programma waarmee de partij de verkiezingen van 2023 tegemoet trad.

“Wind- en zonne-energie vormen de basis van een betrouwbare, betaalbare en klimaatneutrale energievoorziening”, aldus Volt in het programma met als titel ‘Doe iets nieuws’. “Kernenergie blijft onderdeel van deze energiemix, met strenge eisen voor veiligheid en afvalbeheer. Voor sommige sectoren met een constante energievraag, zoals zware industrie, zetten we in op groene waterstof als duurzaam alternatief.”

Die CO₂-vrije energievoorziening moet bijdragen aan het doel van een volledig klimaatneutraal Europa in 2040. Dit is een speerpunt voor de pan-Europese partij: het concept-verkiezingsprogramma wijt het eerste hoofdstuk aan deze ambitie. “Het tegengaan van klimaatverandering moet topprioriteit zijn.” De doelen moeten worden geborgd in een klimaatwet.

De maatregelen in Nederland en in Europa gaan hand in hand bij Volt, een partij die nu twee zetels in de Tweede Kamer bezet. “We investeren in één gecoördineerde Europese aanpak om klimaatneutraliteit en energieonafhankelijkheid te bereiken in plaats van de 27 verschillende nationale aanpakken.”

Nationale ambities en het gelijke speelveld

De vraag is hoe Volt een verenigde aanpak organiseert bij dit hoge ambitieniveau. Het huidige voorstel van de Europese Commissie om in 2040 een CO₂-uitstootreductie van 90% ten opzichte van 1990 te realiseren, stuit al op veel weerstand in rechts en populistisch Europa. Daar nog een flinke schep bovenop doen, zoals de klimaatneutraliteit die Volt voor 2040 nastreeft, lijkt schier onmogelijk. De vraag is of de Nederlandse afdeling van de over Europa verspreide partij Volt bij deze divergentie de nationale ambities naar beneden bijstelt overeenkomstig de Europese mogelijkheden, of toch liever kiest voor afwijkend nationaal beleid.

Die potentiële botsing tussen nationale ambities en een Europees gelijk speelveld zit nog meerdere keren ingebakken in het conceptprogramma. Volt wil alle uitzonderingen op de energiebelasting schrappen – “zoals de verlaging van de belasting op aardgas en elektriciteit voor grootverbruikers” – maar wil tegelijkertijd dat “elke lidstaat dezelfde normen voor energiebelasting hanteert”. Ook moet de verkoop van verbrandingsmotoren vanaf 2030 worden verboden. Aan het Europese voorstel om in 2035 afscheid te nemen van de verbrandingsmotor wordt al gemorreld, een vervroeging van de deadline met vijf jaar lijkt onmogelijk. Wil Volt afwijkend nationaal beleid, of dan toch maar vertragen tot de Europese loopsnelheid?

Daarnaar gevraagd blijkt Volt een lead-by-example-strategie voor ogen te hebben. De partij antwoordt dat de nieuwe Europese Commissie geen groene ambities heeft, en dus “moet Nederland zich in Brussel hard maken voor die 100% in 2040 en samen met andere ambitieuze lidstaten coalities bouwen om dat voor elkaar te krijgen”, aldus een woordvoerder. “Wat betreft de energiebelasting en verbrandingsmotoren zien wij dat hetzelfde. Nederland en Europa moeten vooroplopen om ervoor te zorgen dat wij onze toekomst veiligstellen.”

Tata Steel zo snel mogelijk sluiten

Niet alleen het energiesysteem moet Europees worden bekeken, datzelfde geldt voor de Europese industrie. “We kiezen voor een Europees industriebeleid met een productie op plaatsen waar voldoende ruimte en betaalbare groene energie beschikbaar is en met een slimme spreiding. Nederland richt zich daarbij op een hoogwaardige maakindustrie in plaats van de huidige energie-intensieve basisindustrie. Dat is beter voor het klimaat, de netcapaciteit, de gezondheid en de Nederlandse economie.”

In lijn met dit streven is een van de eerste nationale maatregelen die in het concept-programma genoemd staat het sluiten van Tata Steel in IJmuiden. “Waarom miljarden aan belastinggeld pompen in een bedrijf dat ons ziek maakt, vervuilt en enorm veel water verspilt?” Sluiting van het staalbedrijf vermindert “in één klap de CO₂-uitstoot”, aldus Volt. De kritiek dat sluiting hier betekent dat diezelfde CO₂-uitstoot elders plaatsvindt zolang de vraag naar staal niet navenant vermindert, pareert de partij met de aanname dat er “andere plekken in de EU [zijn] waar wel op korte termijn groen staal gemaakt kan worden”.

“Volt wil daarom geen miljarden meer steken in het kunstmatig in leven houden van een vervuilend en financieel zwak bedrijf, maar inzetten op een sterke, gezamenlijke Europese strategie voor de zware industrie”, stelt een woordvoerder desgevraagd namens Kamerlid Marieke Koekkoek. “Dat betekent: basisindustrie daar waar het wél past en concurrerend kan zijn, en in Nederland juist ruimte voor hoogwaardige maakindustrie en innovatieve bedrijven die ons economisch sterker maken.” Sluiting van Tata geeft bovendien ruimte op het elektriciteitsnet en in de regio voor duizenden andere bedrijven en voor nieuwe werkgelegenheid, aldus de woordvoerder.

Het blijft wat Volt betreft niet bij Tata. “Voor andere fossiele bedrijven die simpelweg niet kunnen vergroenen en geen cruciale rol vervullen voor de samenleving moet een afbouwpad komen.” De CO₂-heffing, die de Tweede Kamer wil afschaffen en door het demissionaire kabinet is opgeschort, moet in de ogen van Volt juist worden aangescherpt. “We nemen alle uitzonderingen binnen de CO₂-heffing voor de industrie weg. Zo wordt alle industrie in gelijke mate gevraagd te verduurzamen. We pakken dit Europees aan.” Hoe zo’n aangescherpte Europese heffing voor de industrie zich verhoudt tot het bestaande emissiehandelssysteem, blijft onduidelijk.

Gerichte financiële ondersteuning

Wind op zee is volgens Volt “een cruciaal onderdeel” van de energiemix, wat betekent dat de uitrol van windmolens op zee na 2030 “onverminderd” moet doorgaan. De huidige problemen die de offshore windplannen ondervinden met onder meer de businesscase worden ondervangen met “gerichte financiële ondersteuning” zoals contracts for difference, waarbij de staat minimale verdiensten garandeert tegen een afdracht door het bedrijf wanneer die verdiensten boven een bepaald plafond komen.

Zo’n zelfde constructie moet ervoor zorgen dat small modular reactors worden gebouwd, kleine modulaire kernreactoren waar veel van wordt verwacht maar die nog nauwelijks in de praktijk zijn getest. Volt wil deze zo snel mogelijk inzetten ter vervanging van bestaande kolen- en gascentrales. Ook de huidige plannen voor de bouw van twee grote kerncentrales worden doorgezet, met extra financiële steun bovendien. Het demissionaire kabinet zet in principe in op vier nieuwe centrales, al bleek in mei dat het onzeker is in hoeverre nummer drie en vier haalbaar zijn

Energieopslag is volgens Volt “cruciaal” bij een energiemix met veel zonne- en windenergie. De overheid moet de regie nemen “bij het door de markt uitrollen van alle vormen van energieopslag”, wat ook de congestieproblematiek moet verminderen. Opmerkelijk: ook netbeheerders moeten de wettelijke mogelijkheid krijgen om in energieopslag te investeren om zo het elektriciteitsnet beter te kunnen benutten. Flexibele contracten en variabele tarieven voor huishoudens moeten hier ook aan bijdragen.

Vooraf investeren

Volt vindt verder opslag van CO₂ nodig om uitstoot te verminderen en om klimaatpositief te worden. “Hiervoor is ook CO₂-infrastructuur nodig. Gasunie en Energie Beheer Nederland (EBN) moeten vooraf investeren in publieke infrastructuur zodat deze op tijd af is.” Ook waterstofinfrastructuur moet worden uitgebreid via een Europese aanpak. Alle nieuwbouw van woningen moet vanaf 2030 voldoen aan de Zero Emission Building (ZEB)-standaard, hoewel uitzonderingen mogelijk zijn als anders betaalbare woningbouw in het gedrang komt. Gebouwgebonden leningen moeten worden ontwikkeld, er moet een collectieve wijkaanpak voor slecht geïsoleerde woonwijken komen en isolatiemaatregelen moeten door de overheid worden voorgefinancierd.

Delen op sociale media