De herkomst van het aardgas dat Nederland binnenkomt, is de afgelopen twee jaar drastisch gewijzigd. De import vanuit Rusland is fors afgebouwd, maar zeker nog niet naar nul gebracht. De Verenigde Staten waren in 2023 met kop en schouders het belangrijkste aanvoerland.
Nederland verbruikte vorig jaar 30 miljard kubieke meter aardgas, 5% minder dan in 2022. In dat jaar lag het gasverbruik bovendien een kwart lager dan in 2021. Dat blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) deze dinsdag publiceerde.
Interessant zijn de tabellen waarin het CBS de herkomst van het gas presenteert. Nederland is al enkele jaren netto importeur van aardgas. Dat blijft zo: de gaswinning in Groningen is gestaakt, en uit de cijfers van het CBS blijkt dat de kleine velden ook een aflopende zaak vormen. In 2023 kwam de gaswinning op zee op net geen 7 miljard kuub, 19% lager dan in 2022. Het plan van demissionair staatssecretaris Hans Vijlbrief (Mijnbouw, D66) om de winning uit de Nederlandse kleine velden op te voeren, werpt vooralsnog dus geen vruchten af.
Nederland is voor het gasverbruik dus sterk afhankelijk van het buitenland. Het CBS heeft voor de jaren 2021, 2022 en 2023 uitgezocht waar dat gas vandaan komt (zie het kader onderaan voor meer informatie over de onderzoeksmethode van het CBS). De rekenmeesters hebben daarbij een uitsplitsing gemaakt tussen aardgas dat in gasvorm Nederland binnenkomt, via pijpleidingen dus, en gas dat in vloeibare vorm via de LNG-importterminals aankomt. Het gaat daarbij om de vorm waarin het gas de landsgrens oversteekt; gas dat in vloeibare vorm in de Belgische haven van Zeebrugge aankomt, daar wordt hervergast en vervolgens via een pijpleiding naar Nederland wordt getransporteerd, geldt als gasvorming met herkomst België.
Bovenstaande figuren tonen een aantal opvallende veranderingen die tussen 2021 en 2023 zijn opgetreden. De neergang van Noorwegen als land van herkomst voor gasvormig aardgas is even opvallend als de groei van de Verenigde Staten als belangrijkste aanvoerland voor vloeibaar gemaakt gas.
Die twee dingen zijn goed te verklaren, vertelt gasmarktdeskundige Jilles van den Beukel aan de telefoon. “Alle gasstromen in Europa hebben zich aangepast aan de nieuwe situatie.” Over de afname van het Noorse gas zegt Van den Beukel dat dit blijft hangen in Duitsland. Duitsland heeft veel minder LNG-importcapaciteit dan Nederland. Dus de nieuwe situatie is dat Duitsland tegenwoordig ten koste van Nederland een groter deel van het Noorse gas afneemt. Voor Nederland is dat niet problematisch vanwege de LNG-importcapaciteit in Rotterdam en de Eemshaven. Het Noorse gas dat in Duitsland blijft, wordt ingeruild voor vloeibaar gemaakt gas uit de Verenigde Staten. De VS zijn nu voor Nederland aanvoerland nummer één.
Een ander opvallende vaststelling is dat Rusland nog altijd een gasleverancier van betekenis is. Het aandeel is weliswaar dalende, maar in 2021 was volgens het CBS nog altijd 8,9% van het gas dat vanuit elders het Nederlandse gassysteem binnenkwam van Russische oorsprong. In werkelijkheid zal het Russische aandeel zelfs nog hoger liggen, door de eerder genoemde manier waarop het CBS de oorsprong registreert. Russisch LNG dat in de haven van Zeebrugge wordt ontvangen en daar weer naar gasvorm wordt gebracht, geldt bij binnenkomst in Nederland als Belgisch pijpleidingengas.
Dat het daarbij niet om klein bier gaat, berichtte Energeia in januari al. België worstelt met een lopend langetermijncontract waar het naar eigen zeggen niet onderuit kan, wat maakte dat ruim de helft van het vorig jaar in Zeebrugge aangekomen LNG afkomstig is uit Rusland. Een groot deel daarvan wordt onmiddellijk doorgevoerd, onder meer naar Nederland.
Van den Beukel is verrast door het hoge aandeel Russisch gas in het Nederlandse systeem. “En waarom neemt dat weer toe?”, vraagt de expert zich af, verwijzend naar het groeiende volume aan pijpleidingengas dat een Russische herkomst heeft. Kwam in 2022 ‘slechts’ 2,9 miljard kubieke meter Russisch gas via pijpleidingen Nederland binnen, in 2023 was dit 3,6 miljard kuub. Van den Beukel: “Ik had verwacht dat dat allemaal in Duitsland zou blijven hangen.” Hij wijst erop dat de totale Russische aanvoer, dus LNG en pijpleidingengas bij elkaar opgeteld, wel een afname laat zien.
De vraag is wie dat gas dan afneemt. Navraag bij het CBS, het ministerie van Economische Zaken en Gasunie levert geen antwoord op die vraag op. “Ik zou me kunnen voorstellen dat langetermijncontracten doorlopen en dat partijen daar weinig ruchtbaarheid aan willen geven”, geeft Van den Beukel een voorzet. Hij wijst erop dat LNG en pijpleidingengas als communicerende vaten kunnen optreden, dus het is goed mogelijk dat een deel van het gas dat in 2022 als Russisch LNG Nederland binnenkwam, in 2023 via hetzelfde contract als Russisch pijpleidingengas werd afgenomen.
Ondertussen daalt het aardgasverbruik in Nederland dus nog altijd. “Het aardgasverbruik was in de meeste hoofdsectoren van de economie lager dan het jaar ervoor”, constateert het CBS. Alleen in de landbouw was een toename van 9% te zien. Voor het opwekken van elektriciteit werd 6% minder gas verbruikt en bij de industrie daalde het gasverbruik met 4%. In de gebouwde omgeving daalde het gasverbruik met 10%, en als sec naar huishoudens wordt gekeken was de daling jaar op jaar zelfs 11% -hoewel de winters wat temperatuur betreft vergelijkbaar waren, aldus het CBS.
Het volgen van gasstromen
Voor de energiestatistieken geldt dat grensovergang van fysieke stromen bepalend is, aldus het CBS in een uitleg uit hoe het aan zijn cijfers komt. De afspraak voor de (internationale) statistieken is om in principe ‘de moleculen te volgen’. Dat is niet altijd even gemakkelijk, zegt Peter Hein van Mulligen desgevraagd. “Er zitten natuurlijk aannames in, en daar kunnen dingen veranderen. We weten daarom niet alles zeker.”
De handel speelt in de bepaling van de herkomst van aardgas geen directe rol -hoewel de handel de fysieke stromen natuurlijk wel beïnvloedt. Het CBS maakt dit duidelijk met een voorbeeld: “Stel dat een Nederlands bedrijf aardgas inkoopt van een Noors bedrijf, dan kan dit Noorse bedrijf aan deze verplichting voldoen door Noors gas naar Nederland te laten stromen, maar ook door bijvoorbeeld Deens gas te kopen en dat naar Nederland te laten stromen. In het eerste geval zal het land van oorsprong Noorwegen zijn, in het tweede geval Denemarken. Wat ook kan is dat het desbetreffende Noorse bedrijf het aardgas koopt op een (anonieme) beurs in Nederland, dan wel in het buitenland. In dit geval is voor de handelsbedrijven niet na te gaan waar het gas fysiek vandaan komt.”
Het volgen van de fysieke stromen van aardgas is dus niet goed mogelijk via de handel, stelt het CBS vast. “Informatie over deze handel is zeer relevant om te weten wat er aan de hand is op de internationale gasmarkt en wat er kan gebeuren als toevoerkanalen worden afgesloten, maar het CBS heeft daar zeer beperkt informatie over.”
Voor het bepalen van de landen van oorsprong dan wel bestemming voor de energiestatistieken en de statistieken over internationale handel, maakt het CBS gebruik van gasstromen per grensovergang en een inschatting van de oorsprong van het gas per grensovergang. Voor gasvormig aardgas vormen de cijfers per grensovergang zoals verkregen van gasnetbeheerder GTS het uitgangspunt.
Vervolgens is per grensovergang een verdeling vastgesteld van de landen van oorsprong op basis van de beschikbare informatie. Het CBS: “Voor België maken we daarbij gebruik van informatie van het Belgisch statistisch bureau over gastromen binnen het Belgische gasnet. Voor Duitsland gebruiken we inschattingen van GTS. Voor de pijpleiding met het Verenigd Koninkrijk nemen we aan dat al het gas uit dat land komt. Voor vloeibare aardgas maken we sinds kort gebruik van data die de CBS-afdeling Verkeer en Vervoer ontvangt van de Douane. Deze data blijken goed overeen te komen met data die later beschikbaar komen via GIIGNL, een internationale brancheorganisatie voor handelaren in LNG.”