Zonder de komst van het grote warmtetransportnet van Gasunie in Zuid-Holland komen kleine, duurzame initiatieven niet van de grond. Dat stelt projectdirecteur Guido Custers van Warmtelinq. Hij reageert hiermee op de kritiek van lokale politici en bewonersinitiatieven. “Wij zijn de plas waar kleinschalige projecten op kunnen drijven.”
De aanleg van het regionale warmtetransportnet in Zuid-Holland, dat restwarmte uit de Rotterdamse haven naar huiskamers in onder meer Den Haag, Delft en Leiden moet brengen, kent inmiddels een lange en bewogen geschiedenis. Maar volgens projectdirecteur Guido Custers, die op de loonlijst staat van initiatiefnemer Gasunie, is de komst van Warmtelinq onvermijdelijk. Want om de door de politiek gewenste warmtetransitie te kunnen realiseren, zijn grootschalige initiatieven nu eenmaal onontbeerlijk. Alleen met een collectieve aanpak kunnen we op een effectieve en efficiënte manier van het aardgas af.
We spreken elkaar in een restaurant in de binnenstad van Maastricht, niet ver van de woonplaats van Custers. De afgelopen anderhalf jaar werkte hij, net als bijna iedereen voor wie dat mogelijk was, veelal vanuit huis. Meestal is dat goed te doen, maar voor sommige vergaderingen is videobellen niet heel geschikt. Een project als Warmtelinq gaat om veel geld en niet iedereen wordt er net zo enthousiast van als de directeur zelf; dat maakt dat het soms beter is om de gesprekspartner in de ogen te kunnen kijken. En dus zit Custers toch geregeld in de trein of in de auto naar Den Haag (waar het projectbureau van Warmtelinq zetelt), naar een van de ontvangende gemeenten (voor bewonersavonden of overleg met bestuurders) of naar Groningen (waar het hoofdkwartier van Gasunie is gevestigd).
Waar zijn we nu met het project?
“Alle seinen bij Gasunie staan op groen.”
“Warmtelinq bestaat uit drie delen: de verbinding tussen Vlaardingen en Den Haag, de leidingen van de haven naar Vlaardingen, en het tracé van Rijswijk naar Leiden. Voor het eerste deel loopt nu het vergunningentraject; we verwachten in november een ontwerp- en begin volgend jaar een definitief besluit van Provinciale Staten. Daarna volgt misschien nog de Raad van State en dan denken we in de zomer van 2022 de schop in de grond te hebben. De havenleidingen lopen daar een jaar op achter. Het basisontwerp ligt er, en we zijn nu bezig met het maken van detailtekeningen. Voordeel van dit deel van het traject is dat het gebied een algemene bestemming heeft en dat maakt het leggen van leidingen makkelijker dan in de gebouwde omgeving. Rijswijk-Leiden loopt daar weer een jaar op achter, we hopen hier ergens in 2023 de vergunningen voor te krijgen. Voor dit deel werken we nu alvast alsof de nieuwe Omgevingswet van kracht is. Dat betekent dat we nóg nadrukkelijker met de omgeving in gesprek zijn om straks te kunnen voldoen aan de participatie-eisen van de wet – ook al weet niemand nog precies wat dat gaat betekenen.”
Gasunie krijgt een flinke subsidie van het kabinet voor de realisatie van Warmtelinq. Toch ligt er nog steeds geen investeringsbesluit. Waarom niet?
“Alle seinen bij Gasunie staan op groen, maar er zijn nog twee openstaande vragen. De eerste betreft de herfinanciering van Warmtebedrijf Rotterdam. Het bedrijf heeft een contract voor levering [met Vattenfall en Uniper, red.] aan het stadswarmtenet van Leiden. De provincie is bereid de hiervoor benodigde steun te verlenen, maar wacht nog op goedkeuring van Brussel. We zijn er voor 90% zeker van dit gaat lukken, maar definitief is het dus nog niet.”
“Dan heeft onze launching customer Eneco gezegd: de onrendabele top is niet afgedekt, zonder subsidie is onze businesscase niet sluitend. EZK bekijkt nu wat de mogelijkheden zijn om steun te verlenen voor regionale warmtetransportnetten. Op Prinsjesdag moet duidelijk zijn of er ruimte op de begroting is. Blijkt die onvoldoende, dan hebben we een probleem. Eneco zal het contract dan niet tekenen, terwijl dat voor ons van doorslaggevend belang is. Wij willen vooraf zeker zijn dat minimaal 60% van Warmtelinq zal worden gebruikt; anders bouwen we om het bouwen en dat is niet de bedoeling. Met WBR en Eneco samen wordt aan die vereiste voldaan.”
Eerder koerste u nog op een besluit rond de zomer.
“Ik heb altijd de verwachting gehad dat ik voor deze zomer zowel de provincie als Eneco mee zou hebben, maar zaken blijken altijd ingewikkelder dan je denkt. Maar zodra ik die twee papiertjes heb, ga ik ermee naar mijn commissarissen. Wij zijn er klaar voor.”
Over welke kosten hebben we het eigenlijk?
“De subsidie van EZK was oorspronkelijk tussen de €90 mln en €100 mln, maar dat is verhoogd om het deel naar Leiden te kunnen bekostigen. Daarnaast is er een capaciteitsgarantie afgegeven voor het geval wij niet helemaal aan een benutting van 60% kunnen komen. Bij elkaar opgeteld is er €137,5 mln subsidie beschikbaar. De totale kosten van het projecten bedragen zo’n €600 mln. Het deel dat niet gesubsidieerd wordt, betaalt Gasunie; die kosten zullen uiteindelijk in de tarieven worden verwerkt. ”
Niet overal wordt met smart op Warmtelinq gewacht. In Den Haag zijn bewoners kritisch, gemeenten in de Leidse regio blijken ook niet heel happig.
“Wij gaan altijd met partijen in gesprek, ook met de bewonersinitiatieven in Den Haag. Er is veel rumoer, vooral in het AD. Er zijn een stuk of tien van die initiatieven en zij zeggen te vrezen dat hun eigen warmteplannen niet van de grond komen door de aanleg van Warmtelinq. Maar ik zou dat willen omdraaien: als onze plannen niet van de grond komen, dan wordt het voor de lokale initiatieven ook moeilijker. Zij kunnen straks drijven op de plas die wij hebben gecreëerd. Voor alle plannen van de bewonersinitiatieven moet een heel duur net worden aangelegd, en dat gaat niemand doen. Als dat net er toch al ligt, kunnen zij straks ook hun warmte kwijt.”
De zorg is vooral: er komt straks niet-duurzame restwarmte naar onze regio en dat drukt onze duurzame warmte weg.
“Het weggooien van warmte is in elk geval niet duurzaam.”
“Ook de conventionele bronnen zullen moeten gaan verduurzamen. Dat is niet vanaf dag één gerealiseerd, maar daar gaat het wel naartoe. Dat is ook mijn boodschap aan de lokale politiek. Overigens bepaal ik niet wat duurzaam is, daar ga ik niet over. Ik kan alleen maar zeggen: het weggooien van warmte is in elk geval niet duurzaam. Ook de mensen die hier principieel instaan, begrijpen dat meestal.”
U zegt: als wij geen transportleidingen aanleggen, doet niemand het. Maar het is toch voorstelbaar dat de Eneco’s en de Vattenfalls van deze wereld zelf aan de slag gaan, ook al is dat niet op de schaal van Warmtelinq?
“Als ze dat al doen, dan zullen die leidingen waarschijnlijk niet van voldoende omvang zijn om groei te kunnen realiseren. Bovendien zijn dunne transportleidingen relatief duur.”
Het afstappen van aardgas blijkt toch moeilijker dan gedacht. Is dat een risico voor uw project?
“Als ‘van gas los’ stagneert, hebben we allemaal een probleem.”
“Natuurlijk, dat is een risico. Ik zie het als een primair risico. Maar het gaat niet alleen om ons, wij zijn maar een stukje van de oplossing. Als ‘van gas los’ stagneert, hebben we allemaal een probleem; dan komen ook andere initiatieven moeilijker van de grond. Mijns inziens gaat de discussie niet meer over of we van aardgas moeten afstappen, maar alleen nog over het tempo waarop dat gebeurt.”
Van belang voor de realisatie van Warmtelinq is de nieuwe Warmtewet er komt. Die geeft u een juridische basis. Maar vooralsnog maakt het kabinet er geen haast mee.
“Het grootste deel van het wetsvoorstel is klaar, alleen het allerlaatste stukje nog niet. Het voor ons relevante deel staat niet meer ter discussie en er wordt nu gekeken of dit deel eerder separaat in werking kan treden.”
Gaat Gasunie vaker investeren in warmtetransport?
“Warmtetransport is voor Gasunie geen hoofddoel.”
“Onze taak is die van pijpleidingbeheerder. Daarom hebben we ook een strategie die zegt dat we een rol willen spelen in andere energiedragers dan gas, zoals bijvoorbeeld waterstof. Warmte vormt een uitzondering, omdat je dat niet over grote afstanden kunt transporteren. Mochten er netten zijn waarin wij een rol kunnen spelen, willen we daar over nadenken. Maar het is voor ons geen hoofddoel.”