Direct naar inhoud

Wat als het dondert en het bliksemt?

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 3 juni 2024

Afgelopen week was ik in Oostenrijk. Een weekje wandelen in de bergen rondom Maria Alm am Hochkönig. ‘Der Berg ruft’ in mijn geval het hele jaar door, dus zodra de eerste sneeuw is gesmolten worden de trailschoenen afgestoft, stokken getest op de Utrechtse Heuvelrug en fanatiek getraind op de loopband om de moordende stijgingspercentages weer meester te kunnen zijn.

En zo stonden mijn man en ik woensdag rond 13:00 uur boven de Hundstein een selfie te maken om de achtergebleven familieleden jaloers te maken met ons geïmproviseerde lunchplek. “Prachtig daar”, appte mijn schoonzus. “Ik word moe als ik er naar kijk”, grapte nog iemand. “Wow”, vond mijn jongste neef. “Het ziet er dreigend uit, passen jullie wel op?”, schreef de moeder van mijn man. Ik draaide me om. Was dat zo?

Onweer in de bergen is iets waar ik mijn hele jeugd bang voor ben gemaakt. Wie vaak in de bergen wandelt, is ongetwijfeld meer dan eens een door het weer vervaagde foto en houten kruis met naamplaat en datum van overlijden tegengekomen. Telkens een herinnering aan het feit dat wij nietig zijn tegenover de elementen en dat je het weer in de bergen nooit moet onderschatten.

Ik onderschat het weer helemaal niet meer sinds in juli 2015, toen ik tijdens de Eiger Ultatrail met zes andere onfortuinlijke lopers nog op het parcours rende toen de bliksem insloeg. Zo zit je lachend de avond ervoor te luisteren naar een veiligheidsbriefing van de organisatie en zo lig je laat op de avond in de stromende regen in foetushouding een steen na te doen met je stokken en tas ver van je geworpen. Nee, onderschatten zal ik niet meer doen. Overschatten wel. Vanaf het appje van schoonmutti wandel ik niet meer zorgeloos en draai ik me om de zoveel passen om: “Vind je het ook dreigend?”, vraag ik steeds. Maar dat is het gelukkig niet.

Voor de vorige aflevering van Voetnoten zijn Sabine en ik gedoken in de wereld van de leveringszekerheid, LOLE en EENS (afkortingen voor de begrippen loss of load expectation en expected energy not served). Wat verwacht TenneT aan leveringszekerheid in de jaren 2028, 2030 en 2033? Hoeveel elektriciteit dreigt er niet geleverd te worden en voor hoelang?

Voor haar monitor is TenneT grondig te werk gegaan: verschillende scenario’s en gevoeligheidsanalyses zijn doorgerekend voor maar liefst 35 klimaatjaren. Dus ook de jaren waarvan de weerexperts waarschuwen dat wij deze voorgoed vaarwel hebben gezegd: denk aan 1986 en 1997 toen de Elfstedentocht nog gereden kon worden. Met een exponentiële groei van duurzame-elektriciteitsproductie in onze energiemix en alsmaar stijgende kosten van CO₂-rechten voor conventionele centrales had ik verwacht dat TenneT voor het eerst erg pessimistisch zou worden over de mate waarmee onze leveringszekerheid gewaarborgd kan worden.

Uit de gloednieuwe toevoeging aan het rapport, een analyse van de economische levensvatbaarheid van bestaande en nieuwe assets, blijkt inderdaad dat investeringen in bijvoorbeeld batterijen in de komende jaren moeilijk rond rekenen, wat nadelig uitpakt voor de leveringszekerheid. De conclusie is echter dat de betrouwbaarheidsnorm in plaats van gemiddeld vier uur uitkomt op veertien uur in 2033. Slechts veertien uur! En dat is niet eens veertien uur met stroom voor niemand; het zijn veertien uren waarop een klein deel van de vraag niet gedekt kan worden.

Tja, waar hebben wij het dan eigenlijk over? En nóg belangrijker: is dit een vergaande ingreep op marktwerking waard?

In de voorbereiding van de podcast blader ik ook altijd door de reacties die er op een rapport zijn gegeven. Zo las ik tot mijn verbazing dat Energie-Nederland een andere blik had op de conclusies van TenneT. Het begeleidende persbericht luidde: “De leveringszekerheid van elektriciteit staat onder druk. TenneT voorziet zo’n 54 uur per jaar mogelijke stroomuitval na 2030, vooral op momenten dat er weinig elektriciteit uit zon en wind beschikbaar is. Het rapport van TenneT toont aan hoe kwetsbaar onze elektriciteitsvoorziening is.”

54 uur? Hadden ze een ander rapport gelezen dan ik? Ik zocht dus opnieuw in het document met dit getal in CTRL + F. En het klopte, de P95 voor de LOLE toont aan dat er sprake is van 54 uur boven de vieruursnorm. De P95 beschrijft de maximale waarde van 95% van de simulaties, wat betekent dat slechts 5% van de simulaties op een hogere LOLE-waarde komt dan deze waarde. Wie heeft er dan gelijk? Is het veertien uur of 54? En is 54 uur eigenlijk wél erg? Kunnen er niet een paar fabrieken dicht of kan er niet later begonnen worden met koken?

Heel eerlijk gezegd heb ik er geen beeld van. Op de 8.760 uren die een jaar telt lijken 54 uur best mee te vallen. Maar tegelijkertijd is het wegvallen van stroom in een gedeelte van het land voor een langere tijd echt rampzalig: stoplichten die uitvallen, zendmasten die na een paar uur stoppen met functioneren, gemalen die niet meer kunnen pompen, pinstoringen in supermarkten, straatverlichting noem maar op.

De NOS deed in 2019 onderzoek naar de gevolgen van een langdurige stroomstoring in Nederland. In het artikel werd ook het hoofd van het Nationaal CrisisCentrum geïnterviewd, volgens hem moest er, in het geval van grootschalige stroomuitval “een beroep worden gedaan op de zelfredzame samenleving”. Dat klinkt dan ineens een stuk ernstiger dan “een paar fabrieken enkele uren dicht” en heb ik plots minder zin om dit aan de markt over te laten.

Moeten wij uitgaan van een gemiddelde waarde als het gaat om het waarborgen van leveringszekerheid? Hoeveel risico mogen wij als samenleving willen nemen? Daar moet de politiek zich over uitspreken: draaien wij halverwege de wandeling om en introduceren wij een vergoeding voor fossiele centrales om ze te verleiden om nog even op de achtergrond beschikbaar te blijven of stappen wij dapper door? En hoe beoordelen wij de gevolgen van een onderbreking van de stroomlevering als wij het nog nooit hebben meegemaakt? Een ding weet ik zeker: sinds 2015 ga ik in de bergen uit van de P95 waarde, allang niet meer van de gemiddelden van weeronline. Op het dossier leveringszekerheid ben ik derhalve blij en opgelucht dat het niet aan mij is om keuzes te maken. Want angst is een slechte raadgever.

Over de auteur

  • Laetitia Ouillet

    Laetitia Ouillet is senior associate bij eRiskgroup en voorzitter van de landelijke energiecoöperatie de Windvogel. Eerder was ze directeur strategic area energy bij de TU/e en werkte ze als directeur strategie bij Eneco.

Delen op sociale media