Direct naar inhoud

Kabinet zet in op 1 GW per jaar aan nieuwe windparken op zee vanaf 2024 — artikel bevat een betaalmuur

Dit artikel heeft een betaald toegangsblok, wat betekent dat je een deel van de inhoud pas kunt lezen als je bent ingelogd en een geldig abonnement hebt.

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd: 27 maart 2018

Het kabinet wil tussen 2024 en 2030 jaarlijks 1 GW vermogen wind op zee bijplaatsen. Met de bestaande planning (4,5 GW geplaatst in 2023) komt het totale areaal dan uit op 11,5 GW. Nog dit jaar moet de planning voor deze parken een aanvang nemen, zo schrijft minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat, VVD) deze dinsdag in de routekaart Windenergie op zee 2030.

Voor een soepele voortgang van de bouw van windparken op zee moeten dit jaar de voorbereidingen beginnen voor het eerste park dat in 2024 of 2025 moet gaan draaien. De overheid heeft twee jaar nodig voor de voorbereiding van de tender (2018-2020) waarna de winnaar van de tender (in 2020 of 2021) vier jaar heeft voor de bouw van het windpark.

Twee van de nieuw te ontwikkelen gebieden liggen voor de westkust, namelijk Hollandse Kust (west) (1,4 GW) en IJmuiden Ver (4 GW) -respectievelijk ongeveer 50 en 80 kilometer uit de kust, aanmerkelijk verder dan de gebieden die nu worden aanbesteed: Hollandse Kust (zuid & noord). Daarnaast komt er feitelijk een uitbreiding van het windpark Gemini dat op 56 kilometer ten noorden van Schiermonnikoog ligt. Dit park krijgt de prozaïsche naam ‘Ten noorden van de Waddeneilanden’ (0,7 GW).

Later volgt een besluit over de 0,9 GW die dan nog mist om tot 7 GW te komen. Voor deze invulling staan drie opties open: een gebied van 0,7 GW in Hollandse Kust (zuidwest), dat echter als nadeel heeft dat het waardevol is voor de visserij en de gasvelden in de omgeving in aanmerking komen voor opslag van CO2 (CCS), waar de regering veel van verwacht om klimaatdoelen te halen.

Een tweede optie is een extra kavel in het dan nog niet benutte deel van IJmuiden Ver, omdat dit gebied dan nog niet volledig is gevuld. Een laatste optie zou kunnen zijn de aanwijzing van een geheel nieuw windenergiegebied elders. Hollandse Kust (noordwest) komt voorlopig niet in dit rijtje voor omdat ook daar rijke visgronden zijn, net als in (zuidwest). Het eerder aangewezen gebied North Hinder (NH op de kaart hieronder) zal uiteindelijk van de lijst windgebieden worden afgevoerd omdat het met 30 vierkante kilometer te klein is.

(tekst gaat verder na de afbeelding)

In groen de reeds aangewezen windenergiegebieden die in de periode 2024 tot 2030 ontwikkeld gaan worden. Rood zijn bestaande windparken, blauw zijn windparken die nu worden aanbesteed en gebouwd, en geel zijn gebieden die al wel zijn aangewezen als mogelijke windenergielocatie, maar die tot 2030 nog niet ontwikkeld worden. (Bron: Routekaart wind op zee 2030)

Eerste tender Hollandse Kust (west)

Het eerste windpark dat in 2020 in aanmerking komt voor een tender is Hollandse Kust (west), schrijft Wiebes. De reden is vooral dat de netaansluiting gecombineerd kan worden met Hollandse Kust (noord) -het gebied dat al op de nominatie staat om te worden aanbesteed. Wiebes zou het gehele gebied à 1,4 GW in één keer willen aanbieden en zo “een verdere kostendaling ondersteunen”. Wind op zee heeft de afgelopen jaren al een spectaculaire kostendaling doorgemaakt.

Het tweede gebied zou Ten noorden van de Waddeneilanden (0,7 GW) moeten worden in één tender. Vanaf 2023 komt IJmuiden Ver aan de beurt, maar hoe dat zal worden aangeboden is nog niet besloten. “Er kunnen bijvoorbeeld 2 tenders gehouden worden van elk 2 GW (in 2023 en 2025), maar ook 4 tenders van 1 GW in 2023 tot en met 2026”, schrijft Wiebes. De visie van de windsector over “optimale schaalgrootte” van een tender zal een rol spelen in het uiteindelijke besluit, evenals de “optimale capaciteit” van het net op zee naar het hoogspanningsnet op land.

Grote economische voordelen

Minister Wiebes ziet grote economische voordelen in de ontwikkeling van wind op zee. Ten eerste kunnen voortgaande kostendalingen concurrentievoordeel opleveren voor de industrie door de beschikbaarheid van een grote hoeveelheid goedkope, duurzame energie. Door de sterke ontwikkeling krijgt de Nederlandse maritieme sector een marktaandeel van circa 25% van de totale Europese markt voor windenergie op zee en kan deze sterke positie verder uitbouwen, resulterend in exportkansen. Een bedrag van €15 mrd tot €20 mrd aan investeringen in windenergie op zee in levert een directe werkgelegenheid van ongeveer 10.000 banen op gedurende 2024-2030, aldus Wiebes.

Windsector tevreden; milieu wil meer

Bij monde van brancheorganisatie NWEA (Nederlandse WindEnergie Associatie) is de sector tevreden over de plannen van Wiebes, al was het maar “omdat de routekaart is opgesteld in een zorgvuldig proces met de betrokken partijen”. Het langjarige perspectief waardeert de sector vooral omdat deze investeringszekerheid biedt waardoor schaalvergroting en innovatie door kunnen blijven gaan, en daarmee daling van de kosten.

Greenpeace waardeert het voortzetten van “de lijn van Kamp […], die zorgde voor de doorbraak van wind op zee”. Maar Greenpeace wil wel een verdubbeling van het tempo: niet 1 GW maar 2 GW extra per jaar. Anders worden de doelen van het Parijsakkoord niet gehaald, stelt Greenpeace. Dit zal dan ook de inzet zijn van de organisatie bij de komende onderhandelingen voor een nieuw Klimaatakkoord.