Als Poetin vandaag of morgen besluit de gaskraan dicht te draaien, zullen de gevolgen voor gebruikers in het westen groot zijn. Dat is opmerkelijk, want al in 2015 kondigde de Europese Commissie een grootscheepse hervorming van het energiebeleid aan juist om de afhankelijkheid van Moskou te verminderen. Wat is daar van terechtgekomen? En zijn we daar nu mee geholpen? “We zijn eigenlijk een beetje in slaap gesust.”
Minister Rob Jetten (Klimaat & Energie, D66) wil dat de Europese Unie zo snel mogelijk is verlost van de noodzaak om olie en gas te importeren uit het Rusland, zo zei hij deze week. Samen met zijn collega’s uit andere lidstaten studeert hij op “een breed scala” aan alternatieven. Een logische gedachte, want de grote afhankelijkheid van het Poetin-regime maakt het energiesysteem van de EU uitermate kwetsbaar. Zo logisch zelfs, dat Brussel zeven jaar geleden een omvangrijk pakket aan wetswijzigingen in gang zette om precies dat te doen waar Jetten nu op hamert: de zogenoemde Energie Unie.
Prioriteit
Aanleiding voor de hervorming ligt deels in de gebeurtenissen in de periode 2006-2009. Destijds sneed het Rusland van president Poetin meermaals de gastoevoer naar Oekraïne af, wat ook tot krapte op de Europese markt leidde. Als onderdeel van een grootscheeps pakket om de EU-energieregelgeving te moderniseren, mede met het oog op de energietransitie, kondigde Brussel daarom een reeks maatregelen aan die de gasafhankelijkheid van Moskou flink moest verminderen.
Die plannen concentreerden zich voor een groot deel op de gashandel. Prioriteit voor Brussel was dat de EU-lidstaten zich niet langer door Rusland tegen elkaar zouden kunnen laten uitspelen. Bepaald werd daarom dat de Commissie voortaan bilaterale contracten tussen lidstaten enerzijds en derde landen anderzijds vooraf kon inzien. Ook moesten commerciële partijen voortaan meer informatie over handelscontracten aan Brussel ter beschikking stellen. Voorts zijn er afspraken gemaakt over onderlinge hulp bij gastekorten, heeft kort de gezamenlijke inkoop op de agenda gestaan (om daar vervolgens geruisloos van te verdwijnen) en werd de bouw van LNG-terminals gestimuleerd.
De voorstellen werden destijds door energie-experts met enige bezorgdheid ontvangen. De Brusselse plannen veronderstelden dat de EU de vraag naar gas met andere bronnen kon invullen. “In die tijd was er nog volop aanvoer”, zegt directeur Coby van der Linde van Clingendael Energy Programme (Ciep). “Maar toen wisten we ook al: het blijft niet eeuwig een kopersmarkt, dat slaat een keer om. Dat hebben we destijds ook in een onderzoek inzichtelijk gemaakt.” Haar bijdrage in 2016 tijdens het jaarlijkse aardgassymposium van Clingendael ging over precies dit onderwerp. “Wie toen heeft opgelet, moet de urgentie in mijn stem hebben gehoord.”
“Laten we popcorn kopen en naar deze film gaan kijken”
Russisch gasexpert Tatiana Mitrova in 2016
De bezorgde woorden die Van der Linde destijds sprak, haalden de kolommen van de Energeia niet. Wel tekende de verslaggever van dienst een soortgelijke boodschap op uit de mond van Tatiana Mitrova, eveneens spreker op die bijeenkomst. “Brussel wil graag diversifiëren, maar er zijn weinig alternatieven”, zo zei de Russische energiedeskundige en adviseur van het Kremlin in een kort interview. “Rusland is competitief en bereid een prijsoorlog aan te gaan als dat nodig is. Dus laten we popcorn kopen en naar deze film gaan kijken.” In die context opperde Ciep-onderzoeker Luca Franza een half jaar eerder al dat Brussel ook een andere route zou kunnen verkennen, namelijk het investeren in een betere relatie met Moskou.
Nord Stream 2
Maar dat laatste bleek tegen dovemansoren gericht. Als onderdeel van het Energie Unie-pakket kwam de Commissie eind 2017 juist met plannen om de bouw van gastransportleiding Nord Stream 2 te frustreren. Middels een herziening van de gasrichtlijn zouden pijpleidingen die vanuit derde landen de EU binnenkomen aan dezelfde regels moeten voldoen als interne infrastructuur. Het ging dan voornamelijk om de splitsing van eigendom enerzijds en productie, handel en levering anderzijds. Anderhalf jaar later, in het voorjaar van 2019, stemden zowel de lidstaten als het Europees Parlement in met deze wijzigingen. De Russen waren woedend en dreigden met juridische procedures.
Inmiddels heeft de door Van der Linde voorspelde omslag plaatsgehad. Sinds afgelopen najaar zijn prijzen op de handelsmarkten meermaals over de kop gegaan, niet in de laatste plaats doordat Rusland nauwelijks extra gas bovenop de verplichtingen van langetermijncontracten levert – dezelfde contracten waar Brussel meer grip op heeft geprobeerd te krijgen én dezelfde contracten waar Den Haag het liefst van af wil. Doordat tegelijkertijd de productie uit het Groningenveld tot stilstand is gekomen, de LNG-aanvoer ondanks de capaciteitsuitbreidingen nog altijd beperkt is en alternatieven voor gas worden uitgefaseerd (kolen, nucleair) lijkt het tegenovergestelde te zijn bereikt.
“We zijn door de ruime beschikbaarheid van gas een beetje in slaap gesusd.”
Trilemma-auteur Jilles van den Beukel
“We zijn de afgelopen jaren door de ruime beschikbaarheid van gas eigenlijk een beetje in slaap gesust”, zegt energiemarktkenner en Trilemma-auteur Jilles van den Beukel. “Tussen 2014 en 2019 is het aandeel Russisch gas in de EU gewoon gestegen van 30% naar 40%. Als het gaat om een vermindering van de afhankelijkheid hebben we dus een vrij bedroevende track record, dat kun je echt wel constateren. We gingen ervan uit dat de markt het wel zou oplossen, maar nu zien we de grenzen daaraan. Poetin heeft daar optimaal gebruik van gemaakt; op de korte termijn zitten we gewoon klem.”
Luttele uren voorafgaande aan de zevende verjaardag van de Energie Unie viel Rusland Oekraïne binnen. In de daaropvolgende dagen stegen de toch al hoge gasprijzen met nog eens 20%. Vooralsnog lijken de afspraken in de langetermijncontracten te worden gehonoreerd, maar of dat zo zal blijven valt niet te voorspellen – alles hangt af van de grillen van een man met zijn vinger op de rode knop. En toch, zo benadrukt gasspecialist René Peters van onderzoeksorganisatie TNO, staan we er als EU op één belangrijk punt beter voor dan in 2015.
“Pijpleidingen zijn nu bidirectioneel, dat is van groot belang voor Oost-Europa.”
René Peters (TNO)
“Tot voor kort kon gas alleen van noord naar zuid of van oost naar west getransporteerd worden”, zegt hij. “Maar inmiddels zijn sommige pijpleidingen bidirectioneel gemaakt, wat betekent dat gas beide kanten op kan stromen. Dat is van groot belang voor de lidstaten in Oost-Europa, die voor 100% afhankelijk zijn van Russisch gas. Zo kan LNG dat in Zeebrugge of Rotterdam wordt aangevoerd richting Polen getransporteerd worden, iets wat eerder niet mogelijk was. En dat is toch heel waardevol.” Tegelijkertijd zegt ook Peters dat het aantrekken van voldoende vloeibaar gemaakt aardgas nog altijd een uitdaging is. “Je kunt niet zomaar even 160 miljard kuub aan Russisch gas vervangen.”
Motivatie
De vraag is nu of Jetten en zijn collega-bewindslieden van de andere EU-lidstaten erin gaan slagen die afhankelijkheid van Moskou nu wel te verminderen. Nu de ideeën, plannen en wetswijzigingen van de Energie Unie weinig zoden aan de dijk hebben gezet, is het aan de huidige generatie beleidsmakers om het nogmaals te proberen. Of dat gaat lukken, moet nog blijken. Maar nu de marktomstandigheden en de politieke situatie radicaal zijn veranderd, zal het aan de motivatie waarschijnlijk niet liggen.