In het Verenigd Koninkrijk kampen ze al iets langer dan in Nederland met grote wachtrijen voor aansluitcapaciteit op het stroomnet. De Britse aanpak geldt voor de Tweede Kamer als voorbeeld, maar die aanpak gaat verder dan de Kamer nu zelf voorstelt.
Dinsdag nam de Kamer een motie aan van VVD’er Silvio Erkens, die het kabinet verzoekt om meer werk te maken van de uitdijende wachtlijsten. Het kabinet moet de netbeheerders bewegen meer informatie te geven over de beschikbare aansluitcapaciteit op het net en de geplande uitbreiding daarvan.
Daarnaast moeten netbeheerders meer mogelijkheden krijgen om speculatieve aanvragen die vermoedelijk nooit tot wasdom komen, te verwijderen van de lijst. Deze twee maatregelen samen moeten leiden tot minder lange wachtlijsten, die een realistischer beeld geven van de werkelijke vraag naar aansluitcapaciteit, zowel voor netbeheerders als projectontwikkelaars.
Verenigd Koninkrijk
De motie noemt expliciet het Verenigd Koninkrijk als land dat netbeheerders meer mogelijkheden geeft voor de aanpak van wachtlijsten. Enkele jaren geleden hadden de Britten in de gaten dat de groei van de wachtlijsten problematische vormen aan begon te nemen. Dat leidde eind 2022 tot een plan van aanpak voor het transmissienet, enkele maanden later gevolgd door een plan voor de distributienetten.
Die plannen worden nu verder doorontwikkeld en zullen naar verwachting in januari 2025 leiden tot een geheel nieuw aansluitproces. Ondertussen groeien de wachtrijen door. In het land stond begin dit jaar voor 400 GW aan aanvragen op de wachtrij voor een aansluiting op het transmissienet. Daar kwam in januari nog eens 49 GW bij.
Be there or be square
“Daar zit een zelfversterkend effect in. Bedrijven zien de wachtrij en denken be there or be square“, zegt Marcel Volkerts, energie-expert en directeur Nederland van adviesbureau Baringa. Via zijn Britse collega’s is hij nauw betrokken bij de Britse aanpak van het wachtlijstenprobleem.
Net als in Nederland doen veel bedrijven in het Verenigd Koninkrijk ‘voor de zekerheid’ aanvragen, ook voor projecten die nog niet concreet zijn en wellicht nooit tot wasdom komen. In beide landen zijn daarnaast gevallen bekend van bedrijven die op meerdere plekken aanvragen doen voor een project dat ze maar één keer willen neerzetten, bijvoorbeeld een batterijpark.
Volkerts: “Het is een complex probleem. Het elektriciteitsnet moet sowieso uitgebreid worden. Aanpak van de wachtrij lost dat niet op, maar haalt wel druk weg en leidt ertoe dat netbeheerders hun schaarse uitvoeringscapaciteit kunnen inzetten op projecten die daadwerkelijk toe zijn aan een aansluiting.”
Drie stappen
De Britse aanpak die nu concreet wordt uitgewerkt bestaat uit drie stappen. Eén: zeker stellen dat er alleen realistische projecten in de wachtrij staan, en geen speculatieve aanvragen. Twee: zorgen dat projecten hun plek op de wachtrij alleen kunnen vasthouden als ze voldoende ontwikkeling laten zien. Drie: minder strikte hantering van het principe ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’.
De eerste stap is waar de Kamer nu aandacht voor vraagt. Als netbeheerders meer informatie geven, kunnen ze bepaalde speculatieve aanvragen voorkomen. “Het doen van een aanvraag is nu vaak de enige manier om erachter te komen of je project überhaupt mogelijk is”, zegt Volkerts. “Dat moet slimmer kunnen.”
Ook het verzoek aan de regering om netbeheerders bevoegdheden te geven om het aanvraagproces minder vrijblijvend te maken en “zombieaanvragen” uit de wachtrij te kunnen halen, past bij deze stap. In het Verenigd Koninkrijk worden aanvragers op dit punt bijvoorbeeld verplicht om aan de netbeheerder een letter of authority te overhandigen van de landeigenaar, waarin staat dat ze toestemming hebben om het project uit te voeren.
Op schema
Vervolgens gaan de Britten een stap verder. Netbeheerders monitoren de voortgang van projecten in de wachtrij. Die zijn gehouden aan vooraf afgesproken deadlines, waarop ze moeten aantonen dat ze op schema liggen voor aansluiting op de beoogde datum. Laten ze te weinig voortgang zien? Dan verliezen ze hun plekje op de wachtrij. De Britten verwachten dat op basis van deze maatregel alleen zo’n 20% van de aangevraagde capaciteit op het transmissienet uit de rij kan.
Ten derde stappen de Britten over van een strikte hantering van first come first serve naar first ready first connect, zegt Volkerts. Dat wil zeggen dat alleen aanvragen in behandeling worden genomen die aantoonbaar klaar zijn om aangesloten te worden. Hij noemt het voorbeeld van een groot project van 5 GW dat vooraan de rij staat, terwijl op de beoogde locatie op dat moment maar 3 GW aan capaciteit is. “Het is maatschappelijk niet wenselijk dat zo’n project de wachtrij ophoudt, terwijl daarna misschien wel drie projecten van 1 GW staan die wél uitgevoerd kunnen worden.”
Flinke hervorming
De drie stappen samen vormen een flinke hervorming van het aansluitproces ten opzichte van de huidige situatie, die vergelijkbaar is met de Nederlandse. Ze vergen verschillende aanpassingen van de wet- en regelgeving, bijvoorbeeld om netbeheerders in staat te stellen aanvragen uit de rij te verwijderen.
Afgelopen jaar kondigde de Britse overheid de eerste maatregelen aan, en in december kwamen de betrokken instanties met een gezamenlijk actieplan dat nu verder wordt uitgewerkt. Netbeheerders kijken bijvoorbeeld ook naar het meer gezamenlijk behandelen van aanvragen. Dus in plaats van dat zij een aparte aansluitstudie doen voor elk verzoek, vegen zij periodiek de verschillende verzoeken in een gebied op een hoop en beoordelen deze gezamenlijk.
De hoop is dat netbeheerders zo efficiënter gebruik kunnen maken van hun beperkte capaciteit om aanvragen te beoordelen. Het is bijvoorbeeld relevant om te weten of in een gebied alleen plannen zijn voor opwek, of voor zowel opwek als afname. Door aanvragen individueel te behandelen missen netbeheerders eerder dit soort collectieve effecten van nieuwe aansluitingen.
Volgend jaar impact duidelijk
De nieuwe aansluitmethodiek is voor een deel al in werking. De planning is dat vanaf januari 2025 alle onderdelen in werking treden. Dan zal ook de impact van de regels duidelijk worden. Een inschatting van begin dit jaar is dat er in totaal ongeveer 140 GW van de 400 GW aan aangevraagde aansluitcapaciteit op het transmissienet verwijderd kan worden uit de wachtrij. Op de distributienetten is dat nog eens 40 GW van de 140 GW. “Dat zijn procentueel gezien flinke winsten”, aldus Volkerts. “Je haalt er niet alle uitdagingen mee weg, maar het zal de druk zeker verlichten.”