Direct naar inhoud

Onder juiste omstandigheden is valmeer Delta 21 concurrerend

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 2 oktober 2024

Met twee haalbaarheidsstudies op zak presenteerde Huub Lavooij op energiecongres Recharge Earth het plan voor een valmeer voor de kust van Zuid-Holland. Het project Delta 21, dat energieopslag (34 GWh) combineert met waterveiligheid en natuurherstel, is in principe haalbaar en betaalbaar. Dat is nog zonder het meewegen van de maatschappelijke baten.

Impressie van het valmeer van Delta 21, tussen de Tweede Maasvlakte en het eiland Goeree-Overflakkee. (Beeld: Delta 21)

Die conclusie is gebaseerd op onderzoeken van CE Delft en Horvat & Partners. De eerste voerde een energetisch-economische analyse uit van het valmeer als onderdeel van een duurzaam energiesysteem. De tweede beoordeelde de uitgangspunten van Delta 21, het ontwerp en de ramingen van het project.

Valmeer

Het idee van Delta 21 is in de basis simpel. Voor de monding van het Haringvliet, tussen de Tweede Maasvlakte en het eiland Goeree-Overflakkee, komt een duinenrij met daarachter een meer van circa veertig vierkante kilometer. Het waterpeil daarvan kan fluctueren tussen de -28 meter en -5 meter NAP.

Als er overvloedig elektriciteit beschikbaar is, slaat een rij pompen aan om water uit het meer naar zee te pompen. Zodra het overschot in stroomaanbod omslaat in een tekort, loopt het valmeer weer vol en wekken turbines elektriciteit op.

Het valmeer krijgt een opslagcapaciteit van 34 GWh en afhankelijk van de configuratie een opgesteld vermogen van 2 GW of 6 GW. Dat laatste is vooral belangrijk voor hoe snel de “batterij” kan op- en ontladen (respectievelijk in 17 uur of in 5,5 uur).

Impressie van de pompturbines. (Beeld: Delta 21)

De uitkomsten sterken initiatiefnemer Lavooij in het idee dat hij op de goede weg is. Volgens CE Delft is er “mogelijk een rendabele businesscase” te bouwen met de inzet van het valmeer op de energiemarkten. Voorwaarden zijn wel dat de elektriciteitsprijzen hoog zijn, de financieringsvoorwaarden gunstig en dat er korting komt op het nettarief voor opslag.

De onderzoekers concluderen hieruit dat Delta 21 “in veel gevallen” een onrendabele businesscase zal hebben “en dat er in ieder geval nog veel onzekerheid is”. Tegelijkertijd geldt dat voor vrijwel alle vormen van flexibiliteit, voegen ze eraan toe.

Kostencompetitief

Uit een kostenvergelijking blijkt dat Delta 21 kostencompetitief kan zijn met andere opslagtechnieken. Dat hangt deels af van de snelheid waarmee andere opslagtechnieken ontwikkelen en hoe snel de kosten hiervan dalen. Een ander belangrijke factor zijn de financieringskosten. Bij een rentestand van 5,8% is het valmeer naar verwachting concurrerend. Bij 10% rente niet.

“De financiering is wel een dingetje”, vat Lavooij samen. Dat komt volgens hem door de relatief grote aanlegkosten van het valmeer. Die komen volgens recente berekeningen van Delta 21 uit op omstreeks €8 mrd. Het onderzoek van Horvat bevestigt dat, met de kanttekening dat de onzekerheidsmarge vrij groot is. Anders gezegd: het kan ook €2 mrd duurder of goedkoper uitpakken.

CE Delft heeft voor de businesscase van Delta 21 gekeken naar drie belangrijke elektriciteitsmarkten, namelijk de dagvooruitmarkt, de onbalansmarkt en de zogenoemde aFRR-markt (automatic Frequency Restoration Reserve, het vroegere regelvermogen). De onderzoekers nemen hierbij het jaar 2035 als uitgangspunt.

Maatschappelijke waarde

Ze wijzen erop dat het valmeer naast deze inkomsten ook op andere manieren waarde heeft, die niet terugkomen in deze businesscase. Dan gaat het om maatschappelijke waarde, die niet direct inkomsten opleveren voor Delta 21. Een deel van deze maatschappelijke waarde zou overigens ook behaald worden met andere vormen van opslag.

Zo zou er met een valmeer in 2035 minder duurzame opwek nodig zijn, wat ruimtebesparing kan opleveren. Om precies te zijn zou Delta 21 in de geplande configuratie ertoe leiden dat er 0,5 GW tot 2 GW minder wind op zee nodig is of 3,5 GW tot 17 GW minder zon-pv. In een alternatieve configuratie van het valmeer – met drie keer zo veel turbines – kan de besparing oplopen tot 4,5 GW offshore wind of 28 GW zon-pv.

Daarnaast zou het valmeer de energiekosten voor huishoudens en bedrijven kunnen verlagen met €1,8 mrd per jaar. Je zou ook kunnen zeggen dat de energiebedrijven €1,8 mrd per jaar minder verdienen. “Dit is dus een maatschappelijke waarde van nul euro”, concludeert CE Delft. Maar ook “een waardeoverdracht tussen twee partijen die wel resulteert in een lagere energierekening”.

Netverzwaring voorkomen

Verder zou het valmeer de inpassing van wind op zee kunnen bevorderen en bijdragen aan leveringszekerheid. Het zou netverzwaring kunnen voorkomen op het hoogspanningsnet verderop in Nederland, door overtollige elektriciteit van offshore wind direct aan de kust op te slaan.

De geplande locatie, ten zuiden van de Tweede Maasvlakte, is bovendien dichtbij een aantal (toekomstige) grootverbruikers van elektriciteit. Havenbedrijf Rotterdam heeft alleen al voor de productie van groene waterstof de ambitie om in 2030 tussen de 2 GW en 2,5 GW aan elektrolysers te hebben staan.

Het valmeer zou ook in de regio Rotterdam zelf netverzwaring kunnen voorkomen, maar dan moet het valmeer wel worden ingezet op “een netgunstige manier”. Dat betekent concreet dat de inzet op bepaalde uren wordt beperkt, wat ten koste kan gaan van de businesscase. Aan de andere kant zou TenneT een vergoeding betalen voor het voorkomen van netverzwaring, wat de businesscase van Delta 21 verder verbetert.

(Tekst gaat verder onder illustratie.)

Het valmeer krijgt een opslagcapaciteit van 34 GWh en afhankelijk van de configuratie (het aantal pompen) een opgesteld vermogen van 2 GW of 6 GW. (Beeld: Delta 21)

Waterveiligheid

Op energiecongres Recharge Earth benadrukte initiatiefnemer Lavooij dat Delta 21 niet alleen een energieproject is, maar eigenlijk is ontstaan als waterveiligheidsproject. Om het belang daarvan te onderstrepen, begon de geboren Zeeuw zijn presentatie met een luchtfoto van een ondergelopen gebied tijdens de watersnoodramp in Zeeland, met twee gekleurde pijlen erop. “Dat was mijn huis, en ik zit in die boot”, aldus Lavooij droogjes.

Natuurherstel

Een derde belangrijke pijler van Delta 21, naast energieopslag en waterveiligheid, is natuurherstel. Het Haringvliet was vroeger een van Nederlands belangrijkste estuaria. Zoet rivierwater mengde zich mengde met zout zeewater, waardoor een brak overgangsgebied ontstond dat belangrijk was voor vismigratie.

Met de komst van de Deltawerken, kwam hieraan een einde. Delta 21 belooft het zoute getij weer toegang te geven tot het Haringvliet, waarmee de vismigratie tussen Rijn en Noordzee weer kan herstellen.

Het zogenoemde kierbesluit, waarmee de Haringvlietsluizen sinds 2018 een deel van de tijd op een kier staan, heeft al verbetering gebracht. Delta 21 werkt echter met een “secundaire waterkering” die helemaal open kan en alleen nog in geval van nood dicht hoeft. Zo moet een ecosysteem ontstaan met riet, slikken en schorren, waar ook vogels zich thuis voelen.

Delta 21 moet voorkomen dat er in de toekomst weer zo’n situatie ontstaat. Het risico op problemen is het grootst als de huidige waterkeringen dicht zijn vanwege stormachtig weer, terwijl de rivieren tegelijkertijd veel regenwater moeten afvoeren. Dan kan het water niet weg en zijn pompen nodig om het rivierwater op zee te lozen.

Zo’n situatie zal naar verwachting eens in de tien jaar voorkomen. “Dus dan investeer je miljoenen in pompen die eens in de tien jaar nodig zijn”, vat Lavooij samen. “Dan kun je beter zorgen dat je die pompen in de tussentijd nuttig inzet, zodat je nog wat geld verdient.”

Niet alleen zou je op die manier twee functies kunnen combineren. Als een deel van de kosten voor Delta 21 aan het budget voor waterveiligheid kan worden toegerekend, zou dat de businesscase van het valmeer enorm helpen, aldus Lavooij.

Opslag

De initiatiefnemer sprak drie jaar geleden al met Energeia over Delta 21. Destijds met compagnon Leen Berke, die afgelopen jaar is overleden. In de tussentijd zijn er veel ontwikkelingen geweest die het plan dringender hebben gemaakt, stelt Lavooij. “De overbelasting van het net wordt steeds meer gevoeld. Het plan wordt steeds urgenter.”

Daarnaast is afhankelijkheid van het buitenland, onder meer op het gebied van energie, een onderwerp geworden in de politiek, stelt hij. “Dit is een 100% Nederlands product, dat je met 100% Nederlandse bedrijven kan aanleggen. Daar komt geen Chinese of Afrikaanse mijn aan te pas.”

Privaat en publiek

Een obstakel waar Lavooij nu tegenaan loopt, is dat het thema energieopslag door het ministerie van Klimaat en Groene Groei vooral aan de markt wordt overgelaten. “De overheid ziet het niet als haar taak. Die wil de markt voor opslag zo veel mogelijk privaat houden. Maar potentiële financiers zeggen: zonder overheidsgaranties gaan we het niet doen. Datzelfde probleem zie je bij kernenergie.”

De keuze om opslag aan de markt over te laten, miskent bovendien de rol die opslag kan spelen bij het in balans houden van het hele energiesysteem, zegt Lavooij. “Veel van de baten van Delta 21 zijn voor de maatschappij. Het valmeer kan de energiekosten voor huishoudens verlagen met €1,8 mrd per jaar. Zo bekeken verdien je de investering in vijf jaar terug. Wij vinden dat een gemeenschappelijke investering dan best op zijn plek is.”

Delen op sociale media