Avebe was er vroeg bij met e-boilers. Waar andere regionale industrie in de rij staat vanwege netcongestie, heeft het bedrijf er al twee staan waarmee het zijn CO₂-uitstoot kan reduceren. In theorie dan. In de praktijk staan ze vaker dan gepland uit, onder meer door de opzet van de SDE++.

Maandag bleek dat veel industriebedrijven buiten de vijf grote clusters aanlopen tegen een gebrek aan energie-infrastructuur. Als gevolg kunnen zij bijna drie kwart van hun verduurzamingsplannen niet op tijd uitvoeren (lees: voor 2030). Daarbij is netcongestie een van de voornaamste obstakels.
Avebe is een van die regionale industriebedrijven. Met drie fabrieken in Noordoost-Nederland verwerkt het bedrijf aardappels tot zetmeel- en eiwitproducten voor onder meer de voedingsindustrie, bijvoorbeeld ter vervanging van dierlijke ingrediënten voor veganistische snoepjes, macarons of mayonaise. Het bedrijf levert ook producten voor de bouw, de papier- en de textielindustrie.
Warmtevraag
Avebe heeft een significante warmtevraag – de aangeleverde aardappels bestaan immers voor drie kwart uit water en de eindproducten zijn veelal gedroogde poeders. Het is daardoor een van de meest energie-intensieve bedrijven van Nederland en een van de grotere uitstoters: 180.000 ton CO₂ in het boekjaar 2022-2023.
Het plan van Avebe is om die uitstoot tot aan 2030 met 30% te reduceren, onder andere met inzet van elektrische boilers in de fabrieken in Gasselternijveen en Ter Apelkanaal. Die boilers draaien in eerste instantie flexibel, naast gasgestookte warmtekrachtcentrales (WKC’s). Op momenten dat er veel aanbod is van hernieuwbare energie (als de prijzen laag zijn) slaan de e-boilers aan en draaien de WKC’s op een lager pitje.
Avebe was redelijk vroeg met dit plan. Toen het mogelijk werd om SDE-subsidie voor e-boilers te krijgen deed het bedrijf als een van de eersten een aanvraag. Op dat moment was er nog voldoende ruimte op het stroomnet om de boilers van 25 MW en 30 MW in elk geval flexibel te laten draaien (voor vollast is de gecontracteerde transportcapaciteit voor de e-boilers nog niet groot genoeg). Daarmee kan Avebe niet alleen zelf verduurzamen. Het bedrijf kan in theorie met de flexibele vraag van de e-boilers ook het stroomnet ontlasten, iets waar netbeheerders veel behoefte aan hebben.
Weeffout
In de praktijk staan de e-boilers vaker uit dan in de oorspronkelijke planning (en de WKC’s vaker aan). Een belangrijke boosdoener is de opzet van subsidieregeling SDE++, zegt Erik Koops, directeur energie bij het aardappelverwerkingsbedrijf. Hij verwacht dat Avebe met de huidige gang van zaken 10% van de geplande CO₂-reductie zal bereiken.
Koops legt uit dat de hoeveelheid subsidie die een bedrijf ontvangt afhankelijk is van de gasprijs. Kort gezegd: hoe hoger de gasprijs, hoe lager de subsidie. Het idee daarachter is dat de onrendabele top van een investering in verduurzaming kleiner is bij een hoge gasprijs. Immers: als bedrijven niet hadden verduurzaamd, hadden ze hogere kosten moeten betalen.
Met de huidige gasprijzen krijgt Avebe nul euro uitgekeerd via de SDE++. Daar had het bedrijf in de businesscase geen rekening mee gehouden. Koops spreekt van een weeffout in de subsidie. “De regeling corrigeert niet voor elektriciteitsprijzen en netwerkkosten. Als je de e-boiler wil aanzetten, dan kijk je naar het geheel. Niet alleen naar de gasprijs.”
Volgens hem kan het voor Avebe nu alleen uit om de e-boilers bij hele lage of negatieve elektriciteitsprijzen aan te zetten. “Op momenten dat het om het even is, zou de subsidie helpen de e-boilers aan te zetten. Maar die doet nu niks. Dan kom je weer in de situatie van ‘het kan niet uit’.”
Emissieregels
Een tweede probleem is dat de WKC’s van Avebe minder hard moeten draaien als de e-boilers aanstaan, maar de huidige emissieregels dat eigenlijk niet toestaan, zegt Koops. Op vollast is de verbranding van een WKC optimaal. Draait hij op deellast, dan stoot de centrale weliswaar minder CO₂ en stikstof uit, maar meer koolmonoxide (CO).
Te veel, volgens de huidige regels, die gebaseerd zijn op ‘best practices’ in de markt en geen rekening houden met deellast. “Als we de WKC op deellast laten draaien, overschrijden we de emissieregels. Maar als we de WKC op vollast laten doordraaien naast de e-boiler, produceren we simpelweg te veel stoom.” En dus kiest Avebe er op gezette tijden voor om de e-boiler dan maar niet aan te zetten en de WKC op vollast te laten doordraaien.
“Als we de WKC op deellast laten draaien, overschrijden we de emissieregels. Maar als we de WKC op vollast laten doordraaien naast de e-boiler, produceren we simpelweg te veel stoom.”
Een derde probleem zit hem in de communicatie met netbeheerders, zegt Koops, een probleem dat deels voortkomt uit de regels voor nettarieven. De e-boilers van Avebe kunnen helpen het net te stabiliseren, door aan te slaan op momenten dat er overvloedig (duurzame) stroom beschikbaar is. Daar zouden wat Koops betreft dan ook lagere nettarieven tegenover moeten staan.
Een ander voorbeeld is de inzet van een zonnepark dat invoedt op het private net van Avebe, maar via dat net ook kan leveren aan het publieke net. “Als de zon te hard schijnt, belt de netbeheerder naar het zonnepark met de vraag of ze kunnen afschakelen”, aldus Koops. “Ze kunnen beter naar ons bellen met de vraag of de e-boiler harder kan draaien. Want anders gaat de WKC volop draaien, en zit je alsnog met extra elektriciteit in het net.” Ook in dat geval zouden volgens hem lagere netwerktarieven gerechtvaardigd zijn om de inzet van een extra e-boiler te ondersteunen.
Voorspelbaarheid
Nog een voorbeeld: afgelopen week kondigde TenneT aan de congestie op het hoogspanningsnet in Drenthe voorlopig te hebben opgelost voor grootverbruikers. Goed nieuws voor Avebe op de wachtlijst stond voor extra capaciteit om een productielijn te elektrificeren, en die kreeg toegewezen. En toch: “De mededeling kwam voor ons als een totale verrassing”, zegt Koops.
Reactie netbeheerders
De Avebe-locaties werken met private netten, waarop ook andere bedrijven zijn aangesloten. Die netten (GDS’en) zijn weer aangesloten op het publieke net. Op één plek op het hoogspanningsnet van TenneT, de andere twee op het regionale net van Enexis.
Woordvoerder Maartje Vermeer van Enexis zegt over het afschakelen van zonneparken dat dit vaak gebeurt om overbelasting op het net te voorkomen. “Dat is real time. Dan moeten we heel snel handelen.”
Ze wil maar zeggen: in zulke gevallen is er geen tijd om een afnemer te vragen of ze tijdelijk iets meer kunnen verbruiken. “Wij proberen dergelijke situaties te voorkomen door dit goed te organiseren aan de voorkant. Daarvoor zijn we op zoek naar flexibiliteit in ons net. Een e-boiler kan deze flexibiliteit leveren. Dit kan door middel van de juiste producten/contracten.”
Over de verrassing van de extra capaciteit op het Drentse stroomnet, zegt TenneT-woordvoerder Eefje van Gorp: “In Assen konden we vrij onverwacht een extra transformator neerzetten. We kunnen niks beloven als we het niet zeker weten. Dan krijg je helemaal verkeerde verwachtingen.”
Hij zou liever meer voorspelbaarheid zien. Vooral omdat Avebe tussen 2030 en 2040 volledig over moet op elektriciteit. In 2040 mogen bedrijven die onder het Europese emissiehandelssysteem ETS vallen, zoals Avebe, netto immers niks meer uitstoten. Althans, dan worden er geen emissierechten meer uitgegeven. Het elektriciteitsverbruik van Avebe zal daarmee drie à vier keer zo groot worden, waar een aanzienlijk grotere transportcapaciteit voor nodig is.
Koops: “We willen een plan kunnen maken voor de energietransitie, maar dan moet de congestie wel opgelost zijn. Tennet en Enexis zijn heel druk bezig met netverzwaring, maar of ze dat op tijd gaat lukken, blijft de vraag. We weten nu gewoon niet waar we aan toe zijn.”
Tot slot kunnen de WKC’s van Avebe een belangrijke bijdrage leveren aan flexibiliteit op het stroomnet, zeker op de middellange termijn. Verschillende regels maken het echter oninteressant om de WKC’s nog veel langer in werking te houden, stelt Koops. Hij doelt daarbij in de eerste plaats op de afbouw van de vrijstelling voor de energiebelasting voor gasgebruik in WKC’s.
“Tennet en Enexis zijn heel druk bezig met netverzwaring, maar of ze dat op tijd gaat lukken, blijft de vraag. We weten nu niet waar we aan toe zijn.”
Over vier jaar komt er een onderhoudsbeurt aan voor een van de WKC’s van Avebe. “Als er niks verandert, verwacht ik dat de conclusie wordt: we zetten hem uit”, zegt Koops. Dat zou volgens hem jammer zijn. “Ergens moeten ze uit, dat is duidelijk. Maar niet te vroeg, want dan wordt de netcongestie alleen maar erger.”
Maatwerk
Toen het kabinet besloot de maatwerkaanpak te verbreden van de twintig grootste uitstoters van Nederland naar de top dertig, kwam ook Avebe in aanmerking. De eis dat het bedrijf 100.000 ton extra CO₂ zou moeten besparen, bovenop de reductie die sowieso al verplicht is, bleek voor de aardappelverwerker echter een brug te ver.
De iets grotere branchegenoot Cosun bleek wel net aan de goede kant van de streep te zitten, en tekende in oktober een principeovereenkomst met het ministerie. Zo ontstaat wat Koops betreft een ongelijk speelveld binnen Nederland. Hij zou de 100.000 ton-eis daarom graag van tafel zien.
Tegelijkertijd voert het ministerie van Klimaat en Groene Groei sinds kort gesprekken met bedrijven uit de regionale industrie, buiten de maatwerkaanpak om. In het kader van deze regio-aanpak is er ook een verkennend gesprek geweest met Avebe, tot vreugde van Koops. “Avebe heeft van deze bedrijven misschien wel de meest flexibele asset-base”, aldus Koops. “Als je zelfs hier tegen grenzen aanloopt, is het verstandig om nog eens goed te kijken waar de oplossingen zitten.”