Direct naar inhoud

Spotmarkthandel straks in 96 blokjes in plaats van 24

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd: 3 maart 2025

Op 11 juni aanstaande wordt een grote verandering op de dagvooruitmarkt doorgevoerd. De standaard tijdseenheid gaat van een uur naar een kwartier. Dat betekent dat de handel vanaf dan niet in 24 uurblokken meer plaatsvindt maar in 96 kwartieren. “Dit is wel echt next level.”

De maan in de fase van eerste kwartier. Op 11 juni aanstaande wordt een grote verandering op de spotmarkt doorgevoerd. De standaard tijdseenheid gaat dan van een uur naar een kwartier. (Foto: Rob Engelaar/ANP)

Idee achter de overgang is dat hernieuwbare bronnen, zoals zon en wind, beter worden geïntegreerd, waardoor de markt efficiënter en flexibeler opereert. De elektriciteitsopwekking met zon en wind kan nogal schommelen. Vooral zonne-energie kent aan het begin van een zonnige dag een enorme opbouw van nul naar de middagpiek, en aan het einde van de dag eenzelfde afbouw terug naar nul. Het is daardoor voor een zonnepark-exploitant moeilijk om te zeggen wat hij produceert tussen 10.00 uur en 11.00 uur. Want: om 10.00 is zijn beschikbare vermogen bijvoorbeeld 5 MW, maar om 11.00 uur kan dit gegroeid zijn naar 7 MW. Nogal een verschil.

Gebruikelijk is dan dat deze zonnepark-uitbater voor het uur tussen 10.00 uur en 11.00 uur bijvoorbeeld 6 MW inbiedt op de dagvooruitmarkt waar hij zijn zonnestroom verkoopt. Vervolgens kan hij direct naar de intradaymarkt, waar nu al kwartierblokken de standaard zijn, om daar voor de eerste twee kwartieren de stroom bij te kopen die hij dan nog niet produceert, en voor de laatste twee kwartieren tussen 10.30 uur en 11.00 uur moet hij juist nog zijn verwachte extra productie verkopen. (Op de dag zelf moet hij bovendien corrigeren voor zijn werkelijke productie, dat blijft onveranderd.)

Vanaf 11 juni kan deze zonnepark-exploitant direct op de dagvooruitmarkt (ook wel: spotmarkt) zijn productie op kwartierbasis inbieden. “Door de verbeterde aanpassing aan schommelingen in energieopwekking en -verbruik, zal het nieuwe systeem zorgen voor nauwkeurigere prijsstelling en planning, wat uiteindelijk ten goede komt aan marktdeelnemers”, is daarbij de belofte van het samenwerkingsverband van Europese transmissienetbeheerders ENTSO-E.

Vier keer zoveel data

Hoewel het nodige getest moet worden, staat technisch alles al klaar, vertelt beleidsadviseur Ruud Otter van TenneT, de Nederlandse transmissienetbeheerder (TSO). Deze overgang is al jaren in voorbereiding. “Voor een TSO is deze overgang niet zo’n groot ding”, aldus Otter. “Het is vooral een IT-uitdaging: er moeten vier keer zoveel data in de database.” Dat maakt de berekeningen die elke dag opnieuw worden gedaan over hoe alle elektriciteit door Europa moet stromen en welke prijzen daarbij horen een stuk complexer. Maar nadat de algoritmes daarop zijn aangepast, staat wat TenneT betreft niets de invoering meer in de weg.

Eenzelfde geluid klinkt bij Epex Spot, het bedrijf dat in veel Europese landen waaronder Nederland de dagvooruitmarkt faciliteert (een zogenoemde nominated electricity market operator of NEMO, waar Nederland er drie van telt). We zijn er klaar voor, is kort samengevat de reactie van Maria Schubotz, woordvoerder van het bedrijf. “Een go/no go zal in een later stadium worden aangekondigd door TSO’s en NEMO’s, zoals bij elk significant marktkoppelingsproject”, voegt ze toe. En: “De gereedheid van de marktpartijen voor de go-live zal ook moeten worden gegarandeerd.”

Over die gereedheid maakt marktkenner Roderick Timmer van Trio Energy zich zorgen. “Ondanks dat de overgang naar een vijftienminutenstandaard een grote wijziging in het marktontwerp is, wordt er weinig aandacht aan besteed door de producenten, leveranciers, PPA-houders of andere stakeholders”, observeert hij. “De wijziging naar een 15-minuten MTU [market time unit, red.] raakt alle producenten en afnemers op de elektriciteitsmarkt. Met juni snel naderend, is het de hoogste tijd dat marktpartijen zich voorbereiden op deze belangrijke overgang.”

Desgevraagd ziet woordvoerder Iman Pieter Duin van branchevereniging Energie-Nederland ook die uitdaging. “De impact voor marktpartijen is dat de risico-opslag, de biedstrategie, de facturering, de administratie en de IT-systemen aangepast moeten worden naar een systeem van biedingen per vijftien minuten in plaats van biedingen op zestig minuten.” Duin nuanceert: “Het blijft voor marktpartijen overigens mogelijk om producten op dertig- of zestigminutenbasis in te bieden. De NEMO’s zorgen ervoor dat al deze producten met elkaar gematcht worden.”

Kansen

Vanuit de grootverbruikers klinkt, na het stellen dat de implicaties nog onduidelijk zijn, diezelfde nuancering: “In principe kan een bedrijf per uur blijven nomineren door vier keer hetzelfde in te vullen”, zegt Matthieu van den Beld, die beleidsadviseur energie is bij VEMW, de branchevereniging voor zakelijke energiegebruikers. “Vooralsnog lijkt het vooral een implementatievraagstuk. Met andere woorden, systemen moeten aangepast worden om op kwartierbasis te kunnen nomineren.” Maar: “Het geeft aan de andere kant ook weer de kans om accurater op kwartierbasis te nomineren en zo de onbalans te verkleinen.”

Die kans wordt ook gezien bij de dynamische energieleveranciers. Remko ten Barge ziet als voorzitter van de Vereniging van Dynamische Energieleveranciers (VvDE) belangrijke voordelen aan de overgang naar kwartieren. Zoals het verdwijnen van onvermijdbare onbalanskosten. Een balansverantwoordelijke partij loopt nu tegen het probleem aan dat zij de in- en verkoop van elektriciteit op de spotmarkt in uren doet, terwijl de allocatie (het bepalen van welk deel van de geleverde energie voor rekening komt van welke leverancier) ook nu al per kwartier gaat. Als straks beide per kwartier gaan, kan dat volgens Ten Barge “miljoenen euro’s per jaar” schelen.

Een van die dynamische leveranciers is NieuweStroom, waar Ten Barge overigens oprichter van is. Bestuurder Thijs de Graaf van diezelfde leverancier stelt: “Deze wijziging brengt ons dichter bij de werkelijkheid: marktprijzen worden accurater, eerlijker en efficiënter vastgesteld. Dit is niet slechts een technische aanpassing, maar een structurele verbetering van hoe we energie verhandelen en waarderen en een belangrijke stap richting een eerlijkere en transparantere markt.”

Opgevoede klanten

Of de klanten van de dynamische energieleveranciers vervolgens ook hun stroom in kwartieren moeten afrekenen, is geen uitgemaakte zaak. VvDE-voorzitter Ten Barge verwacht wel dat dit gaat gebeuren, misschien als keuzeproduct. Zo’n product is de beste manier om het voordeel van de nieuwe market time units bij de klant te krijgen. Maar het is ook nogal een overgang. Ten Barge is optimistisch. “We hebben de klant opgevoed met uurprijzen, komend uit enkel een piek- en daltarief. Dat is ook gelukt.” Maar hij ziet ook de opgave: “Van 24 uren naar 96 kwartieren, dat is wel echt next level.”

De dagvooruitmarkt is niet alleen een plaats waar elektriciteit van eigenaar wisselt, de handelsresultaten vormen ook een belangrijke basis voor allerlei andere contracten. Zoals bijvoorbeeld power purchase agreements. Sjak Lomme is deskundige op dit gebied, en ziet weinig problemen. “De meeste contracten bevatten een clausule voor het geval publicaties die relevant zijn voor de prijsindex veranderen of ophouden”, antwoordt hij op de vraag hoe er mee moet worden omgegaan wanneer in een PPA is opgenomen dat de uurprijzen van de dagvooruitmarkt worden gevolgd.

“De gebruikelijke bepaling is dat in zo’n geval partijen zullen overleggen over contractaanpassing met een index of rekenwijze die het dichtst aansluit bij de oorspronkelijke bedoeling.” Dat kan bijvoorbeeld het rekenkundig gemiddelde zijn van de vier kwartieren die samen een uur vormen, aldus Lomme. Maar een overstap naar kwartierprijzen is ook goed mogelijk. “Waarschijnlijk is het in de meeste gevallen niet mogelijk om vooraf te zeggen welke aanpassing het gunstigste is. Dan kan men beter meteen met de marktverandering meestromen in plaats van vasthouden aan achterhaalde uurprijzen.”

SDE-subsidie en negatieve uren

Ook in de berekening van SDE-subsidie spelen de uurprijzen een belangrijke rol, vooral in het geval van negatieve prijzen. Subsidiebeschikkingen van vóór 2022 krijgen geen geld uitgekeerd wanneer de prijs op de dagvooruitmarkt zes aaneengesloten uren negatief is, vanaf 2023 is dit zo voor elk uur dat de prijs onder nul zakt. Maar wat nu als de prijs tussen 13.30 uur en 14.30 uur negatief is, maar tussen 13.00 uur en 13.30 uur en tussen 14.30 uur en 15.00 uur dusdanig hoog dat de klokuurgemiddelden positief zijn? Navraag bij het ministerie van Klimaat en Groene Groei leert dat hier nog naar gekeken wordt.

Voordat de overgang van uren naar kwartieren wordt ingezet, vinden eerst nog grootschalige testen plaats om zeker te zijn dat er geen verrassingen optreden. Het zwaartepunt van die testen ligt in april, maar ook nu wordt al volop getest, weet TenneT-man Otter. Als die testen vertrouwen inboezemen, dan kan de overgang plaatsvinden. “Zoals we dat bij elke go-live doen.”

Delen op sociale media