Opinie | In Nederland is er veel discussie over de toekomst van de zware industrie. Discussie is goed, maar polarisatie zoals we nu vaak zien helpt niet om vooruit te komen. Een overtuigend plan voor een duurzame industrie wel. Laten we zorgen dat Nederland de uitstoot -en niet de hele industrie- elimineert, betogen Olof van der Gaag en Florian van Keulen.
De Nederlandse industrie wordt vaak neergezet als grote vervuiler. Dat is te verklaren: de industrie gebruikt veel energie en stoot meer broeikasgassen uit dan elke andere sector. Tegelijkertijd daalde de uitstoot van de industrie sinds 1990 met 42,8%, volgens het Planbureau voor de Leefomgeving. Dat is de grootste reductie van alle sectoren.
Bovendien ligt er een duidelijk afbouwpad. De industrie en de elektriciteitssector mogen in 2040 helemaal geen broeikasgassen meer uitstoten. In 2039 worden de laatste CO₂-rechten verkocht in het Europese emissiehandelssysteem (ETS). Dit handelssysteem wordt vaak over het hoofd gezien wanneer de industrie als vervuiler of profiteur van fossiele subsidies wordt neergezet. Ten onrechte, betoogde een groep energie-experts eerder deze week in economenblad ESB, een betoog dat wij van harte onderschrijven.
In 2040 is een fabriek óf CO₂-vrij, óf verdwenen. Die CO₂-reductie is hard nodig voor het klimaat, maar hoe ziet de industrie die overblijft er dan uit? Dat weten we niet, maar wat we wel weten is dit: Nederland heeft momenteel een sterke industrie met vele verbindingen met andere landen en andere sectoren. Het is verstandig om daarop voort te bouwen en in te zetten op duurzame industrie in Nederland.
Waarom? Ten eerste om cruciale producten in Europa te produceren, onafhankelijk van instabiele regio’s. Nederland heeft zeer goede vestigingsvoorwaarden, zoals de ligging aan de Noordzee. Ten tweede voor de voetafdruk van producten die we zelf gebruiken. Het wegbonjouren van fabrieken biedt geen enkele garantie dat we duurzame producten kunnen importeren. Ten derde biedt een groene industrie Nederland nieuwe economische kansen, die nodig zijn voor de veelbesproken ‘bestaanszekerheid’.
Onderzoek van het Sustainable Industry Lab toont dat onze industrie volledig kan verduurzamen, mede dankzij duurzame energie van de Noordzee. De bedrijven kunnen met de juiste randvoorwaarden snel op schaal verduurzamen. Wij merken een groeiende wil en tegelijkertijd onzekerheid en praktische obstakels.
Een sterke en groene industrie vraagt om een duidelijke agenda van de nieuwe regering:
1.Regel excellente randvoorwaarden. Snelle vergunningen, een stikstofvrijstelling voor de energietransitie, energie-infrastructuur en lage rente voor de kapitaalintensieve investeringen.
2.Koppel financiële ondersteuning voor groene investeringen aan een verplicht en concreet stappenplan van bedrijven om uiterlijk in 2040 emissievrij te zijn. Dit is nodig gezien de schaarse middelen, ruimte en infrastructuur, die ook beschikbaar moet zijn voor nieuwe bedrijven. De tijd is kort tot 2040 dus geef prioriteit aan bedrijven met een duidelijk plan voor een emissievrije toekomst. Gebruik de maatwerkafspraken om de verbeeldingskracht van grote uitstoters te prikkelen, en streef naar maatwerkafspraken met duurzame uitdagers. Beoordeel acties tot 2030 als een tussenstap naar een emissievrij bedrijf in 2040.
3.Zorg dat de verduurzaming van de energievraag hand in hand gaat met de ontwikkeling van nieuwe, duurzame energie. Verduurzaming van de hele keten is nodig maar het concrete beleid is nu vooral gericht op stukjes van de keten. Stimuleer juist gezamenlijke projecten, waarin vraag en aanbod gelijktijdig worden ontwikkeld als duurzaam energiesysteem.
4.Duurzame keuzes moeten consequent lonen. Fiscale voordelen voor grootverbruik van fossiele energie worden afgebouwd. De energie-experts schreven terecht in ESB dat je het ETS niet moet vergeten in de discussie over fossiele subsidies en dat je oog moet hebben voor de internationale effecten. Daarom kunnen grootverbruikerskortingen wat ons betreft wel blijven bestaan voor duurzame energie. Dit is een stimulans om snel meer duurzame energie te ontwikkelen en de duurzame industrie concurrerend te maken.
Kortom, zet alle ballen op een toekomstbestendige industrie in 2040 en schets een eerlijk en wenkend perspectief. Zo kunnen grote bedrijven groen worden, en kunnen groene bedrijven groot worden.
Olof van der Gaag is voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie (NVDE) en Florian van Keulen is lead consultant verduurzaming industrie bij Arcadis.