Netbeheerders mogen voor duurzame energieprojecten die SDE+ willen aanvragen alleen een negatieve transportindicatie afgeven als het project gepland is in een gebied dat bij de ACM bekend is als congestiegebied. Ook moet onderzocht zijn of congestiemanagement in dat gebied kan worden toegepast. Dat schrijft minister Wiebes aan de Tweede Kamer over de nieuwe eis dat er pas SDE+ kan worden aangevraagd na een positief oordeel over de beschikbare netcapaciteit.

Om te voorkomen dat er subsidie wordt toegekend aan duurzame energieprojecten die uiteindelijk niet gerealiseerd kunnen worden, moeten aanvragen voor SDE+-subsidie met ingang van de najaarsronde 2019 voorzien zijn van een positieve ‘transportindicatie’ van de netbeheerder. Met die indicatie geeft de netbeheerder aan dat op het moment van aanvragen er nog transportcapaciteit beschikbaar is in het gebied waar het project gepland is. Het is een van de maatregelen die minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat, VVD) in juli aankondigde om de capaciteitsproblemen op het elektriciteitsnet het hoofd te bieden.
Energieproducenten waren niet erg gelukkig met deze nieuwe eis, vooral omdat zij vonden dat netbeheerders geen stem zouden moeten krijgen in waar projecten wel en niet gerealiseerd kunnen worden. In gesprekken met EZK stelden de producenten dan ook als voorwaarde dat het afgeven van een transportindicatie bij elke netbeheerder op dezelfde wijze zou moeten plaatsvinden op basis van objectieve criteria. Voor netbeheerders was het vooral van belang dat afgifte van een positieve indicatie niet gelijk zou zijn aan een garantie op transportcapaciteit, en dat het geen vervanging is van de formele procedures voor het aanvragen daarvan.
Op basis van de verschillende wensen heeft Wiebes ervoor gekozen om voor de transportindicatie uit te gaan van de gebieden die al als congestiegebied bekend zijn bij de ACM. Een netbeheerder kan voor een project dus pas een negatieve transportindicatie geven als voor het plangebied een vooraankondiging van congestie is gedaan bij de ACM, en het onderzoek naar congestiemanagement al is afgerond. “Alleen in gebieden waar alle mogelijkheden zijn benut en er desondanks gedurende de termijn van de subsidie geen mogelijkheid tot transport zal zijn, zal de netbeheerder een negatieve transportindicatie afgeven”, schrijft Wiebes deze dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer.
Welke gebieden zijn het?
Op dit moment is er maar één gebied dat aan bovenstaande voorwaarden lijkt te voldoen. Alleen in de Haarlemmermeer is een onderzoek naar de mogelijke inzet van congestiemanagement al afgerond, met de conclusie dat congestiemanagement hier geen soelaas kan bieden.
Wel is er nog een groot aantal gebieden, vooral in het verzorgingsgebied van Enexis, die bij de ACM zijn aangemeld als congestiegebied en waarvoor het onderzoek nog loopt. Volgens Enexis-woordvoerder Bob Winckels is de verwachting dat eind september, begin oktober meer bekend is over de uitkomsten van deze onderzoeken. De SDE+-regeling wordt op 29 oktober opengesteld voor de najaarsronde, dus mogelijk zijn er tegen die tijd aanzienlijk meer gebieden waarvoor een negatief advies kan worden afgegeven.