Netbeheerders hebben in de eerste helft van oktober al duizenden aanvragen binnengekregen voor een transportindicatie voor nieuwe zon- en windparken. Projectontwikkelaars hebben die in de komende najaarsronde van de SDE+ voor het eerst nodig om subsidie aan te kunnen vragen. Ongeveer 15% van de aanvragen is voor een gebied waar congestie in het stroomnet is. Dat blijkt uit een rondvraag van Energeia onder netbeheerders Liander, Enexis en Stedin.

Om te voorkomen dat er subsidie wordt toegekend aan duurzame energieprojecten die uiteindelijk niet gerealiseerd kunnen worden, vanwege een tekort aan netcapaciteit, moeten aanvragen voor SDE+-subsidie met ingang van de komende openstelling voorzien zijn van een positieve ‘transportindicatie’ van de netbeheerder. Sinds 1 oktober is het mogelijk om zo’n indicatie aan te vragen. Alleen voor gebieden waar structureel capaciteitstekort is en alle mogelijkheden om hier iets aan te doen zijn onderzocht, mag een netbeheerder een negatieve transportindicatie afgeven. Twee weken geleden bleek dat een groot deel van Noord-Nederland een no-go area is voor wind- en zonneparken.
Van de drie grote regionale netbeheerders heeft Stedin, actief in Zuid-Holland en Utrecht, als enige geen plekken in zijn werkgebied waar sprake is van structurele congestie. Iedereen die bij Stedin om een transportindicatie vraagt, krijgt daarom een positief antwoord, zegt woordvoerder Koen de Lange. Tot 15 oktober is bij Stedin 252 keer een transportindicatie aangevraagd.
Dat ligt anders bij Liander en Enexis. Liander -actief in Friesland, Noord-Holland, Flevoland, Gelderland en delen van Zuid-Holland, heeft tot en met 13 oktober 957 aanvragen gekregen voor een transportindicatie. Daarvan krijgen er 771 een positieve indicatie, en 186 een negatieve (ruim 19%). Grotere projecten, waarvoor een aansluiting tussen 2 en 10 MVA nodig is, krijgen bij Liander vaker een negatieve indicatie: van de 93 aanvragen in dit segment, kregen er tot nu toe 28 een negatief antwoord (30%).
Bij Enexis is het beeld vergelijkbaar. De regionale netbeheerder in Groningen, Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant en Limburg kreeg tot en met 15 oktober 1.055 aanvragen voor een transportindicatie, waarvan er 149 een negatief antwoord kregen (ruim 14%). Enexis-woordvoerder Jan Bakker haalt uit die cijfers vooral dat een ruime meerderheid van de aanvragen wél gehonoreerd kan worden: “Ofwel klanten weten waar het net nog ruimte heeft”. Anderzijds zou geconcludeerd kunnen worden dat enkele honderden ontwikkelaars toch een aanvraag hebben gedaan bij Liander en Enexis voor een locatie waarvan bekend is dat het net er vol is.
Worden de cijfers van de drie grote netbeheerders bij elkaar opgeteld, dan zijn er tot half oktober 2.264 aanvragen gedaan voor een transportindicatie, en daarvan kregen er 335 een negatieve indicatie, oftewel iets minder dan 15%.
De najaarsronde van de SDE+, waarin dit jaar €5 mrd te verdelen is, wordt opengesteld van 29 oktober tot 14 november. Het is dus goed denkbaar dat er nog veel aanvragen voor transportindicaties gedaan worden de komende weken, waarbij ook de verhoudingen tussen positieve en negatieve indicaties kunnen verschuiven.