Elektriciteitsproducenten en grootverbruikers zijn niet tevreden met de vormgeving van het vrijgeven van de zogeheten ‘vluchtstrook’ op het hoogspanningsnet om meer ruimte te creëren voor duurzame opwek. Terwijl zij de lasten dragen, krijgen netbeheerders het juist makkelijk, zo is de teneur van de reacties op de internetconsultatie van het voorstel die afgelopen week afliep.
Het voorstel van Wiebes:
Wiebes stelt grote delen hoogspanningsnet vrij van verplichte storingsreserveMinister Eric Wiebes (Economische zaken en Klimaat, VVD) publiceerde half december zijn langverwachte voorstel om ruimte te creëren op het hoogspanningsnet voor nieuwe duurzame elektriciteitsopwek. Met name zonneparken kampen in forse delen van het land met het probleem dat netbeheerders geen ruimte op hun netten hebben om de stroom af te voeren. Wiebes wil extra ruimte creëren via het verlenen van een ontheffing op de eis van het aanhouden van de enkelvoudige storingsreserve, ook bekend als de vluchtstrook. Hoogspanningsnetten (110 kV en hoger) zijn zo ontworpen dat elektriciteitstransport mogelijk blijft als een onderdeel van het net (kabel of transformator) uitvalt. Voor elk netwerkelement moet dus een reserve-onderdeel of een omleidingsroute beschikbaar zijn. Deze reserveroute dagelijks inzetten zou veel meer transport mogelijk maken.
Wie draait op voor de lasten bij storing?
In principe zijn alle betrokken partijen -netbeheerders, elektriciteitsproducenten en grootverbruikers- het eens over de noodzaak van deze maatregel. In het Klimaatakkoord waren hier immers al afspraken over gemaakt om zo de ontwikkeling van duurzame elektriciteit ruimte te geven. Naar nu blijkt zit het venijn in de staart.
Zodra de vluchtstrook in een bepaald deel van het net niet meer bestaat, zal een storing direct effect hebben op afnemers en producenten van elektriciteit. Er is dan geen uitwijkmogelijkheid meer. De vraag is dan natuurlijk: kunnen afnemers en producenten zomaar worden afgeschakeld? Zo ja, hoelang en wie gaat de last daarvan dragen?
Energie-Nederland (namens de elektriciteitsproducenten) en de vereniging van grootverbruikers VEMW zijn allebei niet blij met de oplossing die minister Wiebes heeft voorgelegd.
Producent kan twee weken worden stilgelegd
Energie-Nederland vindt dat de netbeheerders het te makkelijk krijgen met de nieuwe regels, terwijl elektriciteitsproducenten grote lasten te dragen kunnen krijgen. Verzoeken van netbeheerder Tennet om de productie van conventionele centrales op- of af te regelen (redispatch) zullen toenemen, vreest Energie Nederland, niet alleen in aantal maar ook in tijdsduur, want Tennet kan bij een storing een producent vragen om maar liefst twee weken lang de productie te staken. Daar zal bovendien niet langer de vergoeding tegenover staan die Tennet nu verplicht is te betalen als het van dag tot dag vraagt om aanpassingen.
“Het nieuwe voorstel biedt Tennet de ruimte om twee weken lang redispatch te veroorzaken zonder dat producenten hiervoor enige vergoeding ontvangen”, stelt Energie Nederland. “Dit leidt tot een ernstige inbreuk op het transportrecht van deze aangeslotenen. Niet alleen de betrouwbaarheid van hun transportdienst neemt af, maar er is ook nog een kans dat zij extra kosten in rekening krijgen.” Met andere woorden: Energie-Nederland wil dat er een vergoeding komt voor een producent die wordt afgesloten in een situatie waarin dat niet zou zijn gebeurd als er wel een vluchtstrook was.
Bovendien vreest Energie-Nederland dat de netbeheerders lui worden in de nieuwe omstandigheden, waarin ze zonder veel consequenties een producent stil kunnen leggen. De organisatie wil dat er tegelijkertijd een prikkel komt voor netbeheerders om toch zo snel mogelijk het net te verzwaren. Het gebruik van de vluchtstrook moet een noodmaatregel blijven, en geen usance worden.
Grootverbruikers zien doembeeld van storing 2015
Ook de grootverbruikers van VEMW vinden dat de netbeheerders er te makkelijk vanaf komen. Het spookbeeld dat VEMW opwerpt is de stroomstoring in Amsterdam en omgeving in 2015 toen onder meer Schiphol en de hoogovens in IJmuiden in het donker kwamen te staan. Ook mét een vluchtstrook in het transformatorstation Diemen ging het volledig mis met de stroomvoorziening.

Er zijn geen waarborgen tegen grootschalige en langdurige uitval bij elektriciteitsverbruikers, stelt de organisatie dan ook. “Zakelijke afnemers, zoals energie-intensieve bedrijven uit verschillende sectoren, worden niet genoemd”, vervolgt VEMW. “Het maakt in termen van kosten een significant verschil of er alleen huishoudens geraakt worden door de onderbreking van transport, of ook energie-intensieve bedrijven. Dat laatste kan een grote economische impact hebben, zoals bleek in 2015.”
Crux is, aldus VEMW, dat na de invoering van onderhavige maatregel het bedrijfsleven tegen problemen en kosten aan kan lopen, die het niet zou hebben gehad als de vluchtstrook gewoon in stand was gehouden. Het is voor VEMW niet voldoende dat netbeheerders in de nieuwe regels minder ruimte krijgen om afnemers te benadelen dan elektriciteitsproducenten, die als gezegd twee weken kunnen worden afgeschakeld.
Problematischer lijkt de constatering van VEMW dat de voorstellen van Wiebes indruisen tegen Europese regelgeving. Netbeheerders zouden niet mogen discrimineren tussen verbruik en productie, en juist duurzame opwek voorrang moeten verlenen. Op beide punten gaat Wiebes in de fout, meent VEMW. “Het ministerie stelt een maatregel die van cruciaal belang is voor de betrouwbaarheid van onze stroomvoorziening onvolledig en met grote haast open voor consultatie.”
Netbeheer spint tevreden
De enige volledig tevreden partij is Netbeheer Nederland. De gezamenlijke netbeheerders, zo schrijft de organisatie, verwelkomen het ontwerpbesluit en “hopen op een spoedige vaststelling van het besluit in voorgestelde vorm”.