De uitbraak van het coronavirus en vooral de maatregelen ter bestrijding daarvan hebben een groot effect op bedrijven. Hoe gaan zij daar in de dagelijkse praktijk mee om? En wat zijn de effecten op de langere termijn? Vandaag het tweede deel uit een serie over de gevolgen van de crisis voor de energiesector: Vattenfall Nederland.
Vattenfall was er vroeg bij. Een week voordat de scholen dichtgingen, en veel Nederlanders Covid-19 nog afdeden als een griepje, deed het voormalige Nuon in de woorden van directeur Cindy Kroon “de ultieme stresstest”: op de locaties Leeuwarden en Arnhem werd een hele dag thuisgewerkt. Dat was een hele toer, herinnert Kroon zich, vooral op IT-vlak. Bandbreedte moest worden vergroot, mensen moesten gaan werken in de cloud, de capaciteit van de veilige verbindingen was een aandachtspunt, en alle vergaderingen gingen online via Microsoft Teams.
“Dat was iets heel groots, toen. Inmiddels is Teams mijn lifeline”, vertelt Kroon in een gesprek dat ook weer verloopt via deze online vergadersoftware. Gesprekken beginnen anders, stelt Vattenfalls vice-president Customers & Solutions voor de regio Nederland en het Verenigd Koninkrijk vast. Waar vroeger zonder omhaal gesprekken en vergaderingen meteen over de inhoud gingen, is tegenwoordig eerst even aandacht voor het individu. Ben je gezond, lukt het allemaal?
Bent u gezond? En lukt het allemaal?
Kroon lacht. “Gelukkig wel. Ik zit in mijn werkkamer achter mijn pc, en doe veel coördinerende activiteiten. Maar tegenover mij zit mijn mannetje van zes en voor hem ben ik nu juf. Het is uitdagend om die twee dingen te combineren.”
Hoewel ze er zelf niet van wil weten, is Kroon bij Vattenfall deze dagen de coördinerende spin in het door corona geweven web. “Weet je wie de spinnen in het web zijn?”, kaatst Kroon de omschrijving, “De mensen die klanten te woord staan, mensen van Feenstra die storingen verhelpen, mensen in de centrales. Zij zijn de kurk waarop het bedrijf drijft. We werken nu bijna twee weken thuis, en het bedrijf draait door. Zonder enige verstoring doen we waar we voor zijn. Ik ben niet de kurk, maar help de kurk drijven.”
Helemaal zonder verstoring is het werk van Vattenfall niet. Daags nadat Energeia met Kroon en andere Vattenfall-medewerkers sprak, kwam het nieuws dat het Zweedse staatsbedrijf zich terugtrekt uit de aanbestedingsronde voor Hollandse Kust (noord). De economische situatie is door de maatregelen rondom het coronavirus te onzeker, laat het bedrijf weten.
“Het was gelijk: koppen bij elkaar, hoe gaan we dit varkentje wassen?”
Ruben Lindenburg, projectdirecteur windpark Wieringermeer
Maar, soms met kunst- en vliegwerk, de bulk van het bedrijf werkt goed door. Een voorbeeld is de aanbouw van windpark Wieringermeer. Dát het werk doorgaat, was zeker geen gegeven, vertelt projectdirecteur Ruben Lindenburg via, opnieuw, Teams. “Elke aannemer heeft in zijn contract een force majeur clausule staan. Een pandemie kan je daar wel onder scharen. Je kunt als aannemer je handen omhoog doen: ‘Sorry, we stoppen ermee, hier kunnen we niks aan doen’. Maar dat heeft geen enkele aannemer gedaan. Het was gelijk: koppen bij elkaar, hoe gaan we dit varkentje wassen?”
Het werk aan de 82 Vattenfall-turbines in de Wieringermeerpolder gaat dus door, maar business as usual is het zeker niet. De grootse zorg die Lindenburg heeft, is dat het project alsnog stil komt te liggen. Toen Energeia vorige week met Lindenburg sprak, stonden 42 turbines overeind -iets meer dan de helft. Het werk aan de resterende veertig neemt nog maanden in beslag.
Voor de bouwwerkzaamheden lopen in totaal ongeveer vijftig werkmannen -er zit geen vrouw tussen- op het terrein rond. Het gaat om Portugezen, een Amerikaan, Oost-Europeanen, Duitsers. “Die zitten ook ‘s avonds met elkaar, in een vakantiepark. Ze eten met elkaar, reizen met elkaar, het is eigenlijk als een familie die met elkaar woont. Als we een corona-infectie op de site hebben, dan moet die hele familie naar huis.”
Een van de eerste maatregelen om dat te voorkomen, was het stoppen van de rotatieprogramma’s, vertelt Lindenburg. Normaal hanteren de werkmannen een ritme van drie weken op, één week af. Op het moment dat Covid-19 in Nederland voet aan de grond kreeg, heeft de projectdirecteur die rotatie gestopt. Iedereen die thuis was, bleef thuis. En de ploegen die aan het werk waren, zijn dat nu nog.
Kunt u door met de huidige ploeg? Dat betekent maandenlang niet roteren.
“Dat ligt aan de mannen. Sommigen hebben niet echt een persoonlijk leven in hun thuisland, en die kunnen en willen wel doorwerken. Uiteraard wordt niemand gedwongen: wie naar huis wil, mag naar huis. Een paar zijn ook vertrokken. Maar er zijn een heel aantal gasten die zeggen: ik wil nu niet naar huis, ik wil niet reizen, ik wil niet in een vliegtuig, laat mij maar hier. Doel nummer één is dat die mannen gezond blijven, want als die mannen gezond blijven gaat het project door. Worden ze ziek dan stopt het project.”
Bedrijf in coronatijd
Lees hier de andere artikelen uit de serie ‘Bedrijf in coronatijd’:
Tennet: ‘Als je projecten stil gaat leggen, kun je eigenlijk niet meer terug’
Lindenburg probeert de buitenlandse werknemers goed voor te lichten, en mee te nemen in het beleid dat de Nederlandse overheid en in navolging daarvan het RIVM voorschrijft. “We proberen comfort te bieden”, vertelt de projectdirecteur. Dat is niet altijd gemakkelijk, weet Lindenburg, die zich goed weet te verplaatsen in zijn mannen. “Ze zitten ver van huis tijdens zo’n crisis. Mijn vriendin zou me helemaal gek appen: wat doe je daar nog? Daarom geven we elke dag een update van de verspreiding en gevolgen van de ziekte, we hebben de speech van premier Mark Rutte vertaald, en hebben uitgelegd: dit is nu de Nederlandse strategie.”
Een ander praktisch probleem: hoe houd je anderhalve meter afstand? “Die turbines zijn best groot, maar ook weer niet zo groot.” De kans dat de werklui besmet raken lijkt klein aangezien ze met elkaar wonen, leven en werken: er is weinig invloed van buiten. Maar toch, die mensen moeten ook gewoon boodschappen doen, en tanken. Vanaf deze week is er daarom een verpleegkundige op het bouwterrein die ieders gezondheid gaat monitoren. “Kijken of mensen klachten hebben, temperaturen opnemen.”
Het bieden van comfort is ook een belangrijk deel van het werk van Merlyn Esajas. Zij is gezondheidsmanager bij Vattenfall, en daarom ook lid van het pandemieteam van het energiebedrijf. Met name in de eerste week, toen het hele bedrijf ineens verplicht thuis zat, was hectisch voor Esajas. “Er ontstonden heel veel vragen, ook over mogelijke besmetting en wat dan te doen. Mijn voornaamste taak is dan ondersteuning van de medewerkers, zodat alles kan doorgaan.”
Als gezondheidsmanager is Esajas verantwoordelijk voor de vertaling van de RIVM-adviezen naar de situatie van Vattenfall. Heel praktisch: zorgen voor een handenwasinstructie. Of de inrichting van een e-mailadres waar mensen vragen kunnen stellen. “Vragen als: mijn partner is besmet, wat moet ik nu doen? Of, aan het begin van de pandemie: ik ben op vakantie geweest in Italië, wat nu? Vragen die momenteel meer spelen: ik moet thuiswerken, hoe kan ik mijn werkplek goed inrichten?”
“Als dit niet was gebeurd, dan hadden we nu gevlogen!”
Ruben Lindenburg, projectdirecteur windpark Wieringermeer
Directeur Kroon haakt daar op in. “Mensen hebben in groten getale toetsenborden, een beeldscherm en een bureaustoel thuis gekregen, dat helpt ook om werk vol te houden.” En net als Esajas noemt Kroon het belang van goede communicatie. “Richtlijnen, duidelijkheid, tips en tricks. En wat je ook duidelijk moet maken, is dat mensen de ruimte mogen nemen om naast hun werk, wanneer er kinderen rondlopen, ook juf of meester te zijn. Naast je werk goed doen heeft dat ook prioriteit.”
Projectdirecteur voor windpark Wieringermeer Lindenburg kan daar uit eigen ervaring over meepraten. “Ik merk het aan mezelf: ik ben snel geïrriteerd, de kinderen zijn hier de hele dag, mijn partner werkt ook thuis. En dat terwijl de omstandigheden om te bouwen nu uitstekend zijn. Als dit niet was gebeurd, dan hadden we nu gevlogen! De hele situatie kost gewoon extra tijd en heeft impact voor alle mensen die aan het project werken. Denk aan videobellen in plaats van face-to-face-overleg, of problemen met reizen. De inefficiëntie die dit oplevert, is duidelijk. Afgelopen maand hebben we acht molens overeind gezet. Wie weet hoeveel dat er waren geweest zonder corona.”
Medewerkers van Vattenfall zijn niet uniek in hun frustraties, álle Nederlanders maken zich zorgen over gezondheid, over werk, over het schoolwerk van hun kinderen. Het hoofd van mensen staat niet naar overstappen van energieleverancier. Dat maakt dat Vattenfall zijn commerciële activiteiten flink heeft teruggeschroefd. Niet alleen de colportage is gestopt, ook telemarkteting staat op een laag pitje, vertelt de vice-president Customers & Solutions.
Maar toch moet iemand soms iemand op pad, naar een klant. Als een cv-ketel kapot gaat, dan wil je toch een monteur over de vloer, stelt Kroon. Zo’n bezoek begint met telefonisch contact. Is er iemand in huis die ziek is? Kroon: “Als iemand ziek is -je zal maar ziek thuis zitten en je cv-ketel houdt ermee op- spreken we af dat iemand de deur open doet en daarna naar een andere ruimte gaat. Volgens RIVM-instructies. Dus geen mondkapjes en ook handschoenen zijn niet nodig. Afstand houden en goed handen wassen.”
Hebben jullie zelf nog last van corona-gerelateerde ziekmeldingen?
Kroon: “Vattenfall heeft zelf vooralsnog geen coronagevallen om zorgen over te maken. Het lukt in onze centrales goed om de boel draaiende te houden. Bij Feenstra zien we wel dat naast een gewone ziektegevallen er ook enkele corona-gerelateerde ziekmeldingen zijn. Uitvoeren van kritieke energielevering denken we prima vol te kunnen houden, hoewel ik het wel heel spannend vind om te zeggen.”
“De druk zit voor ons op de langetermijnaspecten. Wat gaat gebeuren met de energievraag? We hebben veel grootzakelijke klanten, en die gaan misschien minder stroom en gas afnemen. Dat heeft economische impact. Op onze investeringsplannen, op onze projecten, op onze bedrijfsvoering als geheel. Ook om die reden moet de situatie niet al te lang duren.”