De uitbraak van het coronavirus en vooral de maatregelen ter bestrijding daarvan hebben een groot effect op bedrijven. Hoe gaan zij daar in de dagelijkse praktijk mee om? En wat zijn de effecten op de langere termijn? Vandaag het derde deel uit een serie over de gevolgen van de crisis voor de energiesector: hoogspanningsnetbeheerder Tennet.
De vierde verdieping van het hoofdkantoor van Tennet, op het bedrijvenpark Arnhems Buiten, is zo goed als uitgestorven. De afdeling is afgesloten voor iedereen die zich niet bezighoudt met “het bedrijfskritische proces”, zegt Jan Vorrink, manager van Tennets control centers in Nederland. Op deze verdieping bevindt zich het hart van de Nederlandse elektriciteitsvoorziening: de control room van waaruit Tennet continu alle stromen op het hoogspanningsnet volgt, en zo nodig ingrijpt.
Verder is het hoofdkantoor van Tennet, waar normaal gesproken zo’n duizend mensen werken, “heel erg leeg”, zegt Vorrink. “Er is hier bijna niemand. We kunnen nog een kant en klaar broodje halen in de bedrijfskantine, maar we mogen daar niet zitten. We eten aan onze werkplek, of maken buiten een wandeling voor de lunch. Dat kan hier in het park gelukkig heel goed.”
In totaal werken er zo’n 115 mensen van Tennet in de control center-afdeling in Nederland aan het bedrijfskritische proces: operators, operationele planners, bedrijfsvoerders. “Die mensen kunnen we niet eenvoudig vervangen als er iemand ziek wordt”, zegt Vorrink. “Dat is ook de reden dat we hier eerder actie hebben ondernomen dan de rest van de maatschappij. Twee weken voordat het kabinet de eerste maatregelen aankondigde, hebben we hier al de hele afdeling afgesloten voor medewerkers die niet strikt noodzakelijk zijn.”
“Twee weken voordat het kabinet de eerste maatregelen aankondigde, hebben we hier de afdeling afgesloten”
Jan Vorrink, manager control centers Nederland
Van de ruim honderd mensen die de landelijke elektriciteitsvoorziening draaiende houden, is er deze dagen slechts een handvol tegelijkertijd in Arnhem. Alleen mensen die echt noodzakelijk zijn voor de monitoring en balanshandhaving in het hoogspanningsnet, zijn fysiek aanwezig. Voor iedere medewerker die dienst heeft, is er een reservemedewerker -dat is in normale tijden ook zo- maar de mensen met reservedienst werken nu thuis. Op enig moment zijn er daardoor maximaal vijf mensen tegelijk in de control room. “Die is zo ruim dat social distancing geen probleem is”, zegt Vorrink. “We houden altijd zeker twee meter afstand, ook tijdens de overdracht.”
Tot nu toe gaat het goed, zegt Vorrink. Er zijn mensen van de afdeling die in zelfquarantaine hebben gezeten omdat ze terug waren gekeerd uit een risicogebied, en mensen die met milde ziektesymptomen preventief naar huis zijn gestuurd. Maar geen bevestigde coronagevallen, en qua bezetting zijn er nog geen problemen geweest.
Dat is wel het grootste risico, dat Vorrink koste wat kost moet zien te voorkomen: een te sterke stijging van het aantal zieken in een korte periode. “We hopen dat onze maatregelen ervoor zorgen dat een eventuele ziektepiek in de maatschappij bij ons vertraagd optreedt. Maar deze situatie is voor iedereen nieuw. We moeten 100% van de beslissingen nemen met 50% van de informatie. Ik ben daar nu veel tijd mee kwijt, om alle relevante informatie bij te houden en te analyseren. Het is namelijk wel een grote verantwoordelijkheid die we hier hebben.”
Bedrijf in coronatijd
Lees hier de andere artikelen uit de serie ‘Bedrijf in coronatijd’:
Het helpt wel dat Tennet altijd al gewend is om rekening te houden met allerlei soorten bedreigingen, zegt Vorrink, of dat nu terrorismedreigingen, cyberaanvallen of virussen zijn. Het is een mantra dat klinkt bij alle Tennet-mensen die Energeia spreekt: risicobeheersing is zo’n wezenlijk onderdeel van het bedrijf dat de omgang met de coronacrisis relatief soepel verloopt. Ook CEO Manon van Beek, in 2018 overgekomen van Accenture, benadrukt het: “Veiligheid zit in ons DNA, we zijn daar als bedrijf altijd mee bezig.”
Vloggen
De werkdagen van Van Beek beginnen nu standaard met een vergadering van het “coronateam” van Tennet. “Een maand geleden heette dat nog het corona-preventieteam”, zegt Van Beek. “Daarmee bespreken we de laatste cijfers en informatie van het kabinet en RIVM, en het aantal veronderstelde coronagevallen bij Tennet en bij onze partners.” Ook overlegt ze veel met andere CEO’s in Nederland over de situatie, en met transmissiesysteembeheerders uit andere landen om kennis en ervaringen uit te wisselen.
Al dat soort gesprekken en vergaderingen gaan nu via beeldbellen. “Ik was altijd veel onderweg, en nu doe ik bijna alles vanuit huis”, zegt Van Beek. “Ik zit bijna de hele dag in videoverbinding, met af en toe nog een werkbezoek aan een van onze locaties. Het zijn best lange dagen, want ik probeer alle afspraken wel zoveel mogelijk door te laten gaan. Op een bepaalde manier is het ook wel efficiënt, want ik heb minder reistijd.”
Naast haar reguliere afspraken en de crisisoverleggen, probeert Van Beek ook zoveel mogelijk in contact te blijven met Tennet-medewerkers die thuis en op bouwplaatsen werken. “Het is van belang om zichtbaar te blijven voor elkaar en goed te luisteren naar mensen in het veld. Ik maak bijvoorbeeld vlogs vanuit mijn thuiswerkkamer voor het personeel, en via ons intranet zijn per regio groepen ontstaan van mensen die elkaar helpen met allerlei praktische dingen, zelfs met het opvangen van elkaars kinderen.”
“Medewerkers helpen elkaar zelfs met het opvangen van kinderen.”
Manon van Beek, CEO Tennet
Van Beek heeft zelf twee kinderen op de middelbare school, die nu thuis online onderwijs volgen, en haar Italiaanse man werkt ook thuis. Van Beek woonde zelf ook lang in Noord-Italië, en kent nog veel mensen in het gebied dat binnen Europa geldt als het epicentrum van de coronapandemie. “We hebben veel vrienden en familie in Italië, waar de uitbraak eerder begon en al veel heftiger is. Daar hebben we best zorgen over, maar het relativeert ook onze eigen situatie: we hebben het hier nog goed. Het thuiswerken met elkaar gaat ook best goed, het voordeel is dat onze kinderen al redelijk zelfstandig zijn, maar we moeten elkaar letterlijk en figuurlijk wel de ruimte geven. Het verschil tussen weekdagen en weekenden is inmiddels wel behoorlijk vervaagd”, aldus Van Beek.
Getrouwde stelletjes op de bouwplaats
Terwijl Van Beek thuiswerkt, en Vorrink met zijn team in Arnhem het licht aanhoudt, werken ook veel Tennet-medewerkers door op bouwplaatsen en hoogspanningsstations. Een van die mensen in het veld is Klaas Bakker, projectdirecteur van het nieuwbouwproject Noord-West 380 kV, oftewel de nieuwe hoogspanningsverbinding tussen de Eemshaven en Vierverlaten. Voor zijn mensen op de bouwplaats is het met alle maatregelen en richtlijnen af en toe “best behelpen”, geeft Bakker toe.
“We zitten nu in de opstartfase, we zijn bezig met beton storten voor de funderingen, bouwwegen aan het aanleggen, dat soort zaken. We werken daar ook in hoogwerkers, en daarbij is het soms noodzakelijk dat er twee man bij elkaar in een bakje zit. Dan is anderhalve meter afstand houden lastig”, geeft Bakker als voorbeeld. Voor zulke werkzaamheden zijn daarom vaste tweetallen gevormd, die niet meer wisselen van werkpartner. “Die reizen samen naar het werk, eten samen, zitten samen in het bakje. Het zijn net getrouwde stelletjes, en die hoeven ook geen anderhalve meter afstand tot elkaar te houden.”
Maar het gaat niet alleen om praktische oplossingen bedenken, benadrukt Bakker, mensen moeten zich ook veilig voelen. “We hebben enorm betrokken medewerkers, maar deze situatie kan om allerlei redenen lastig zijn voor mensen. We hebben mensen die thuis in isolement zitten, of juist met kleine kinderen die de hele dag thuis zijn. We hebben daarom ook veel aandacht voor de psychosociale veiligheid, iedereen heeft nu extra persoonlijke aandacht nodig. Een paar mensen heeft ook wel uitgesproken dat ze zich niet helemaal comfortabel voelen, maar dat gaat meer over de situatie in algemene zin dan over de werksituatie. Het geeft dan ook wel genegenheid en geborgenheid om het daar met elkaar over te hebben.”
Trein uit China
Vooralsnog loopt het werk aan de nieuwe verbinding in het noorden van het land nog volgens planning, maar de coronacrisis heeft volgens Bakker al wel voor een aantal logistieke uitdagingen gezorgd. De eerste 56 masten voor de verbinding worden geleverd door het Deense bedrijf Valmont, en dit bedrijf zou ook de onderdelen leveren voor de zogeheten ankerkooien; dat zijn componenten die de verbinding vormen tussen het beton van de fundering en de hoogspanningsmast. “Die onderdelen moesten uit China komen, maar het transport per boot vanuit China lag toen al helemaal stil. We hebben toen nog net op tijd kunnen regelen dat ze op een trein naar Denemarken zijn gezet.”
Het zijn dit soort leveringsproblemen waar Bakker op de langere termijn het meest voor vreest. “Als dit maanden gaat duren, wordt het wel lastig met het aanleveren van materialen. We zijn nu nog in een fase waarin we vooral zand en beton nodig hebben. Dat is er genoeg. Maar de isolatoren liggen bijvoorbeeld in Italië. Die hebben we pas in november of december nodig, dus het is nog geen probleem, maar het zou een aandachtspunt kunnen worden.”
“Wat als 10% van het personeel uitvalt, of 30%, of 50%?”
Klaas Bakker, projectdirecteur Noord-West 380 kV
“Daarnaast moeten ook wij natuurlijk anticiperen op personele problemen. We houden ook rekening met scenario’s waarin we meer ziekte-uitval krijgen: wat als 10% van het personeel uitvalt, of 30%, of 50%? Dat is allemaal doorgerekend, en er wordt Tennet-breed bij alle afdelingen geïnventariseerd of er in zo’n situatie geschoven kan worden met mensen.”
Niet meer terug
Vooralsnog houdt Tennet zich al met al goed staande in deze roerige tijd. De uitval door ziekte is beperkt, er zijn geen werkzaamheden gestaakt. “Alle maatregelen gaan hier en daar wel ten koste van de productiviteit, maar er zijn geen activiteiten die helemaal stilliggen”, zegt Van Beek. Als het even kan, wil ze dat graag zo houden. “Het probleem met werkzaamheden stilleggen, is dat je daarna eigenlijk niet meer terug kunt”, zegt de CEO. “In Zuid-Europa hebben ze wel projecten massaal stopgezet, maar dan kun je ze eigenlijk ook niet weer opstarten zolang de situatie niet verandert.”
Voor de langere termijn is het volgens Van Beek dus zaak om de boel op een veilige manier draaiende te houden; niet alleen het bestaande elektriciteitssysteem, maar ook nieuwbouwprojecten. “Onze eerste taak is het in de lucht houden van het elektriciteitssysteem en de impact op onze eigen medewerkers zo klein mogelijk te houden. Maar ik zie het ook als een grote verantwoordelijkheid van Tennet om de impact van deze crisis te beperken voor onze business partners, en dat zijn er nogal wat. Wij halen materialen uit allerlei delen van de wereld, er zijn duizenden mensen voor ons aan het werk, ook van andere bedrijven. Ik was vanochtend op werkbezoek bij ons hoogspanningsstation in Ens, en daar stonden werkbusjes van zeker vijf verschillende partijen. Het is onze grootste zorg hoe je die allemaal veilig aan het werk houdt. Voor de hele keten is het van belang om de bedrijvigheid in stand te houden.”