Oorlog is geen moment om je gelijk te halen. Maar wel wil ik nogmaals de aandacht vestigen op iets wat tot op de dag van vandaag ten onrechte volstrekt onderbelicht is gebleven: de geopolitieke dimensie van de energietransitie.
Het is om meerdere redenen fijn om niet volledig (import-)afhankelijk te zijn. Als Nederland, als EU. Omwille van het klimaat (eigen duurzame keuzes maken), omwille van de veiligheid (gaswinning in Groningen), omwille van het voorkomen van een chantabele positie (Rusland). Hier ligt veel waarde in besloten, en deze waarde moet veel meer dan nu onderdeel uitmaken van de afwegingen.
De wijze waarop de energietransitie wordt bekostigd en gefinancierd, ontkent dit gegeven tot op de dag van vandaag. Zoeken naar de meest kosteneffectieve oplossingen op de Nederlandse vierkante kilometer. Naar elkaar kijken voor de aanleg van warmtenetwerken die de gasvraag significant kunnen doen verminderen. Discussies over de duurzaamheid van restwarmte terwijl je eerst van het gas af moet. Vroege investeringen in waterstof nauwkeuring afzetten tegen risico’s, terwijl je alleen al uit geopolitieke overwegingen de afhankelijkheid van olie-import direct moet kunnen afbouwen. Energiebesparing die belastingtechnisch nog steeds te weinig loont. Elektrificatie afzetten tegen de mogelijkheid om investeringen te temporiseren, alsof de noodzaak van netwerkverzwaring zich niet al tien jaar heeft aangekondigd. Discussies over draagvlak en kosten van de energietransitie voeren alsof die energietransitie een hobbytraject vormt waarvoor de import van Russisch gas een prima alternatief vormt.
Er is een niet aflatende behoefte om de energietransitie te professionaliseren. Het kaf van het koren scheiden als het gaat om waar je wel en niet in investeert is prima. Maar het nauwe kader van de meest kostenefficiënte en volledig gedragen oplossing negeert de geopolitieke werkelijkheid. Nederland gebruikt energie, niemand zet vrijwillig zijn koelkast of computer uit, bijna niemand wil de energie-intensieve industrie volledig kwijt. Via de haven van Rotterdam bedienen we een fors deel van de Europese energiebehoefte en deze positie willen we ook graag behouden. En waarom niet, dit brengt welvaart, innovatie en maakt dat we als Nederland, als Europa, zaken in eigen hand houden.
Prima, maar de energietransitie op de vierkante Nederlandse kilometer kan alleen een succes worden in het volle besef dat energie een geopolitieke dimensie heeft. Dat is een verre van nieuwe constatering, de voorheen Koninklijke Shell is er groot mee geworden. Maar gebruik die wetenschap in de toekomst. Niet alleen in relatie tot Russisch gas, maar ook in relatie tot waterstofketens, uranium, olie. Creëer geen nieuwe afhankelijkheden van landen waarvan je op je vingers kunt natellen dat dit in de toekomst onhandig kan uitpakken. Doe nationaal alles wat je kan om de importbehoefte te beperken.
Geopolitieke afwegingen moeten onderdeel uitmaken van keuzes waar en op welke wijze in te investeren. En waar niet. Koers op duurzaamheid, onafhankelijkheid van schurkenstaten, veiligheid, leveringszekerheid, voorspelbaarheid van kosten. Dat vertegenwoordigt een onbetaalbare waarde.
Jan-Coen werkt bij Rebel en schrijft deze columns op persoonlijke titel.