Netwerkbedrijf Enexis heeft bij zijn publieke aandeelhouders een verzoek ingediend voor een lening van €500 mln. Het geld is nodig voor de hoge investeringen die Enexis moet doen voor het faciliteren van de energietransitie. De bedoeling is dat het geld nog dit jaar beschikbaar komt.
De regionale netwerkbedrijven in Nederland maakten eerder dit jaar al bekend dat zij zoeken naar nieuwe financieringsmogelijkheden voor de stijgende investeringen die zij moeten doen in verband met de energietransitie. De netwerkbedrijven hebben al jaren te maken met een steeds verder uitdijend werkpakket en een stijgend investeringsniveau.
Netwerkbedrijven kunnen alle noodzakelijke investeringen terugverdienen via de gereguleerde netwerktarieven, maar dat terugverdienen gebeurt over zeer lange periodes, tot wel veertig jaar. Door de snelle toename van de investeringen is dat terugverdienmodel niet meer toereikend, stellen de regionale netwerkbedrijven.
Gesprekken
Zowel Enexis als Stedin kondigden daarom in februari aan in gesprek te gaan met de aandeelhouders -gemeenten, provincies en waterschappen- om het eigen vermogen te versterken. Bij Alliander is financiële hulp van de aandeelhouders wel een langetermijnmogelijkheid, maar concrete gesprekken worden er nu nog niet over gevoerd, zei CFO Walter Bien toen tegen Energeia.
Stedin-woordvoerder Koen de Lange laat desgevraagd weten dat de gesprekken met de aandeelhouders nog lopen. Half mei staat bij Stedin een aandeelhoudersvergadering gepland, mogelijk komt dan meer duidelijkheid over de rol die aandeelhouders kunnen spelen bij de financieringsbehoefte van het netwerkbedrijf.
Bij Enexis hebben zulke gesprekken nu geresulteerd in een verzoek aan alle aandeelhouders voor het verstrekken van een “converteerbare hybride aandeelhouderslening” van €500 mln. Een hybride lening is een lening die dankzij specifieke voorwaarden door kredietbeoordelaars gedeeltelijk als eigen vermogen wordt gezien -in dit geval telt 50% van de lening mee als eigen vermogen. Dat de lening daarnaast converteerbaar is, wil zeggen dat het mogelijk is om de overige 50% van de lening -die dus als vreemd vermogen geldt- op een later moment ook om te zetten (te converteren) naar eigen vermogen.
Niet iedereen akkoord
Hoewel het verzoek de uitkomst is van gesprekken met de aandeelhouders, wil dat volgens Enexis-woordvoerder Tim van Ham nog niet zeggen dat alle aandeelhouders al akkoord zijn met het verstrekken van de lening. “De aandeelhouders hebben nog geen besluit genomen. Dat gaat de komende maanden gebeuren. We gaan de bereidheid inventariseren en verwachten medio juli daar zicht op te hebben.”
Het is dus ook nog niet zeker dat het gewenste bedrag van €500 mln volledig toegekend zal worden, al rekent Enexis daar volgens Van Ham wel op. “Enexis gaat er van uit dat €500 mln beschikbaar wordt gesteld. Indien er substantieel minder beschikbaar is dan zal Enexis op dat moment de opties overwegen in overleg met de relevante partijen”, aldus Van Ham. De aandeelhouders wordt naar rato van hun aandelenbezit gevraagd om bij te dragen aan de lening, maar uiteindelijk bepaalt een aandeelhouder zelf of en hoeveel hij kan en wil bijdragen.
Lange looptijd
De lening krijgt een zeer lange looptijd van zestig jaar, maar na tien jaar vindt wel een eerste renteherziening plaats. Op dat moment kan er gekozen worden voor terugbetaling of verversing van de lening. De rente van de lening moet nog vastgelegd worden, dat zal kort voor de startdatum gebeuren door een onafhankelijke deskundige. Het zal volgens Van Ham een marktconforme rentevergoeding zijn.
Enexis en de aandeelhouders hebben afgesproken dat er twee zogenaamde instapmomenten zijn voor de aandeelhouders die willen bijdragen: in juli 2020 en in november 2020. Volgens Van Ham heeft dat er mee te maken dat sommige grote aandeelhouders -de provincies met name- nauw betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van het verzoek. Die zullen daarom relatief snel tot een besluit kunnen komen. Het tweede moment in november is bedoeld voor aandeelhouders die minder intensief betrokken waren, zodat ook zij voldoende tijd hebben om zich in de materie te verdiepen.