In Nederland hangen op sommige plekken nog hoogspanningskabels pal boven woningen. Weghalen en onder de grond leggen kost miljoenen, maar een wetswijziging heeft dat voor gemeentes goedkoper gemaakt. Veenendaal is overstag gegaan. Volgen nu meer gemeentes?
Natuurlijk zagen Michael Melssen en zijn vrouw Charlotte de hoogspanningskabels toen zij dertien jaar geleden hun huis kochten in Veenendaal, tussen het spoor en het centrum. De mast staat pal achter de woning, de kabels hangen net niet in hun tuin.
Twee weken na de aankoop, kwam zijn achterbuurman langs. “Gefeliciteerd”, zei hij. “Je woont in een magneetveldzone.”
“Een magneetveldzone?”, dacht Melssen. Daar had hij nog nooit van gehoord. De verkoopmakelaar ook niet. Althans, in het hele verkooptraject was die term nooit ter sprake gekomen. De masten stond er, de kabels hingen er. Soit.
Brandweer
Veenendaal is een uitzondering. In grote steden zijn hoogspanningsmasten uit de woonwijken gehaald. Kabels liggen in de grond. Maar hier — net als bijvoorbeeld in Diepenveen, Sneek en het noorden van Oss — zijn ze nog: hoogspanningskabels die recht boven huizen hangen. Nederland heeft zo’n 140 kilometer aan hoogspanningskabel boven woningen.
Moeten die weg? “In Nederland is nergens een onveilige situatie onder de draden van een hoogspanningslijn”, zo stelt de overheid. Het gaat om elektromagnetische velden met een lage frequentie.
Anderzijds zijn er “al langer aanwijzingen dat kinderen die in de buurt van hoogspanningslijnen wonen een hogere kans hebben om leukemie te krijgen dan andere kinderen”, schreef de Gezondheidsraad vorig jaar nog. Uit de laatste analyse concludeert de Gezondheidsraad “dat niet bewezen is dat magnetische velden de oorzaak zijn, maar dat er wel aanwijzingen zijn voor een oorzakelijke verband.”
Miljoenen per kilometer
Of de kabels die boven huizen hangen daadwerkelijk weg moeten, is altijd een besluit van een gemeente. Zij maken immers ook kosten voor verkabeling, zoals dat in jargon heet. Dat is duur: 1 kilometer wordt begroot op meer dan €3 mln, bleek uit een studie uit Apeldoorn, waar ook hoogspanningslijnen zijn verwijderd en in de grond gelegd. Tennet schat de kosten voor de verkabeling in Nederland op zo’n €440 mln.
Vaak zijn er wijken onder hoogspanningskabels ‘gegroeid’, doordat een dorp of stad ging uitbreiden. Een halve eeuw geleden was het vermogen in de hoogspanningsleiding van Veenendaal 125 megavoltampère (MVA). Inmiddels is dat gestegen naar 1.000 megavoltampère: een factor acht meer. De brandweer mag niet blussen in woningen onder de leidingen, vanwege het gevaar op elektrocutie.
Melssen ging er over lezen. Onveilig voelde hij zich niet, ook al woont hij met zijn gezin volgens de meeste definities niet ver genoeg van de kabels. Onprettig vond hij het wel. Het effect van de draden is evident. Als hij met een tl-buis de tuin van zijn achterburen in wandelt, die pal onder de draden wonen, gaat het licht in de buis gewoon aan.
Vijftien jaar
Zijn achterbuurman was betrokken bij Hoogspan, een bewonersplatform. Doelstelling: “Het laten verdwijnen uit de woonkern van de hoogspanningslijn”. Melssen sloot zich ook aan. Hij werd secretaris. De voorzitter is een gepensioneerde huisarts.
Vijftien jaar zou de strijd van Hoogspan duren. Want hoe verwijder je de kabels en masten?
Het hoogspanningsnet is in handen van Tennet, dat weer 100% eigendom is van de staat. Als Tennet het bestaande net uitbreidt, ook al zijn het relatief kleine tracés, dan kost dat al snel jaren voorbereiding, en tientallen miljoenen euro’s. In het universum van hoogspanning is niets goedkoop.
Zes kilometer
In Veenendaal gaat het over 6 kilometer hoogspanningslijn. Daar wonen zo’n 2.000 mensen onder of vlakbij, zoals Melssen. Over de verwijderkosten liepen de schattingen sterk uiteen, maar €28 mln leek toch wel de minimumprijs. De begroting van Veenendaal is net geen €200 mln. Kon, en wilde, de gemeente dat betalen?
In 2004 werd er een werkgroep opgericht om onderzoek te doen naar het in de grond leggen van de hoogspanningslijnen. Onder meer twee ministeries, de provincie en de gemeente zaten daar in. Conclusie van toenmalig wethouder Cees Sanders in 2007: “Er is geen draagvlak voor het gezamenlijk ondersteunen, financieren en realiseren van de gewenste verkabeling”, zo zei hij in de Veenendaalse Krant.
Precario
Dat was in de periode dat Melssen zich steeds actiever ging bezighouden met de kabels achter zijn huis. Hij las dossiers, vergaderde met bewoners, benaderde raadsleden. Hij ging naar commissievergaderingen, sprak in bij de gemeenteraad. Alles om de geesten te rijpen voor zijn boodschap: de kabels moeten onder de grond.

In 2015 besloot de gemeente belasting te gaan heffen op leidingen in de grond: precario. Daarmee moest verkabeling worden bekostigd. Ook dat besluit leidde weer tot een rechtszaak, aangespannen door netbeheerder Stedin: mag het geïnde precario gebruikt worden voor deze verkabeling? Die zaak sleepte jaren, voor de gemeente uiteindelijk toestemming kreeg om op deze manier te financieren.
Intussen was er ook beweging buiten de gemeentegrenzen. De Wet Voortgang Energietransitie — de Wet VET, in jargon — werd drie jaar geleden door de Tweede Kamer besproken. Die gaat over groene energie, maar er kwam ook een zogeheten Rijksverkabelingsregeling: een verdeelsleutel voor de financiering.
Gemeentes moeten nog ‘slechts’ 20% bijdragen voor het weghalen van hoogspanningskabels. De rest komt voor rekening van Tennet. Die netbeheerder zal zijn investeringen uiteindelijk doorberekenen in de tarieven.
In Veenendaal werd ooit gefluisterd dat de verkabeling zelfs €50 mln zou kosten, schreef de SP-afdeling van die stad dit voorjaar. Nu komt het leeuwendeel van Tennet. En ook de provincie Utrecht besloot nog mee te betalen. Uiteindelijk zou de gemeente nog ‘maar’ zo’n €3 mln moeten betalen. De SP noemde de kostendaling “een kans die je niet moet laten schieten”.
Tennet
Netwerkbeheerder Tennet is met 35 gemeenten in gesprek over verkabeling. Met de meesten gaat het om een haalbaarheidsstudie, met een aantal om oriëntatiegesprekken, zegt een woordvoerder van het bedrijf, dat voor 100% in handen is van de Nederlandse staat. “Sinds de Wet VET hebben we meer aanvragen voor haalbaarheidsstudies voor verkabeling dan daarvoor.”
Vóór deze wet heeft Tennet verkabelingsprojecten uitgevoerd in Apeldoorn en Maastricht. De gemeentes betaalden dat. In Apeldoorn kreeg gemeente nog wel bijdragen van de provincie Gelderland en de betrokken woningbouwcorporatie in de Vogelbuurt. De kosten in Maastricht bedroegen circa €6,5 mln voor 2 kilometer, in Apeldoorn zijn de kosten circa €7 mln voor 5 kilometer, schreef toenmalig minister Henk Kamp ruim vier jaar geleden.
Dat zijn grote verschillen voor die paar kilometer. “De kosten zijn sterk afhankelijk van de lokale situatie en kunnen dus variëren”, zegt de woordvoerder van Tennet. Overigens hebben Apeldoorn en Maastricht met terugwerkende kracht aanspraak gemaakt op de regeling vanuit de overheid.
Unaniem
Dat was ook de communis opinio in de gemeenteraad. Daar werd op 17 oktober verkabeling besproken. Voor de zoveelste keer in de afgelopen vijftien jaar. Melssen zat in de zaal, ook niet voor het eerst.
Het zag er goed uit. Toch was hij wat gespannen. Bewonersplatform Hoogspan was er nu al zo lang mee bezig. Het zou toch niet nog een keer fout lopen?
De gemeenteraad was unaniem in zijn beslissing. De kabels moeten onder de grond. ‘Dit is een historisch moment, ik ben blij dat de raad heeft besloten geld beschikbaar te stellen’, sprak wethouder Engbert Stroobosscher na de stemming. ‘Na een jarenlange periode van voorbereiding, kunnen we nu concrete stappen zetten.’
Drie tot vijf jaar
Melssen was ook blij. En vooral ook opgelucht. Dat het écht gaat gebeuren. Dat de kabels achter zijn huis daadwerkelijk verdwijnen: het slotstuk van jarenlange inspanning. Misschien voelde het daarom ook een beetje onwerkelijk, toen de stemming er door kwam.
Voorlopig zijn ze er nog. Tennet heeft het traject voor de ondergrondse leidingen al onderzocht en uitgestippeld. Maar het project moet nog Europees worden aanbesteed. Dan volgt de werkvoorbereiding, vervolgens de uitvoering. De straat hoeft maar op een paar punten te worden opgebroken, omdat er horizontaal zal worden geboord. De daadwerkelijke afschakeling van de stroom en vervolgens fysieke verwijdering van de kabels, zal nog wel drie tot vijf jaar duren.
Melssen zal het wel zien, hoe straks achter zijn tuin de kabels worden weggehaald. Jaren heeft hij zich ingezet voor de verkabeling. Vaak in de avonduren. Dat vervalt. Dus hij zegt met een grijns: “Misschien moet ik een nieuwe hobby zoeken.”