Direct naar inhoud

Flexibel omgaan met het elektriciteitsnet vraagt om lenigheid  

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 30 januari 2024

Om het elektriciteitsnet de komende jaren toegankelijk te houden zijn flexibiliteit en onconventionele maatregelen nodig. Dat kondigde demissionair minister Jetten voor Klimaat en Energie op 18 oktober aan. Wat vraagt dat van netbeheerders, de overheid en vooral het bedrijfsleven? Stedin deed vorig jaar een Flexchallenge in Zeeland en dit zijn de lessen die we daarvan leerden.  

Nederland elektrificeert in sneltreinvaart. Nederland is inmiddels wereldwijd koploper in het aantal zonnepanelen per inwoner. Ook het aantal warmtepompen en elektrische auto’s neemt inmiddels exponentieel toe.  

De keerzijde hiervan is dat het elektriciteitsnet sneller volloopt dan dat we het als netbeheerder kunnen bijbenen. Stedin investeert meer dan ooit in het elektriciteitsnet. Momenteel is dat bijna €800 mln per jaar en we richten ons op een ambitieuze opschaling van ongeveer €1,2 mrd in 2026. Het bouwtempo moet én gaat omhoog. Zie hiervoor ook het Stedin Investeringsplan 2024 en de uitvoeringsplannen van de gezamenlijke netbeheerders van 1 november 2023.  

Anders omgaan met energie

Maar met bouwen alleen komen we er niet. Overal dikkere kabels plaatsen is onhaalbaar en onbetaalbaar. We moeten als maatschappij ook anders met energie omgaan. We zijn gewend aan en verwend door een systeem waarin elektriciteit vanzelfsprekend is. Maar in een duurzaam energiesysteem is dat niet meer vanzelfsprekend. De zon schijnt immers niet de hele dag en ‘s avonds kan het ook windstil zijn. Om uiteindelijk onafhankelijk te kunnen worden van fossiele energiecentrales zullen we onze energiebehoefte flexibeler moeten inrichten. Wanneer we dit vandaag de dag al zouden doen, zou het bestaande elektriciteitsnet veel meer aankunnen. 

Warmold ten Zijthoff, Regiodirecteur Utrecht Stedin. (Foto: Stedin)

Onze netten zitten immers niet 100% van de tijd vol. Er is buiten de piekmomenten nog ruimte die we kunnen gebruiken voor verduurzamings- en uitbreidingsplannen van nieuwe en bestaande klanten. Flexibiliteit kan op korte termijn voor die ruimte zorgen. Met die gedachte startten we in 2022 de Stedin Flexchallenge; een pilot met als doel flexibel vermogen te creëren en te onderzoeken hoe we dit het beste in onze dagelijkse bedrijfsvoering kunnen opnemen.  

In april van dat jaar contacteerden we ruim tweehonderd van onze grootverbruikklanten in congestiegebieden Schouwen-Duivenland, Tholen en Spijkenisse. Onze oproep: help ons netcongestie aan te pakken door tegen vergoeding elektriciteitsvermogen flexibel aan te bieden. We wezen onze klanten op de waarde van flex. Door mee te doen draag je bij aan economische groei en het oplossen van een lokaal (congestie)probleem, door collega-ondernemers te helpen met hun verduurzamingsplannen. Bovendien kun je met flexibel vermogen geld verdienen en help je de energietransitie te versnellen.  

Daarop werden verschillende oplossingen aangeboden, variërend van flexibiliteit in duurzame opwek door zon en wind, flexibele bedrijfsprocessen en opslag. Uiteindelijk is met de Flexchallenge door twee partijen (door middel van een windpark en een batterij) 11 MW flexibel vermogen gecreëerd. Daardoor ontstond er in dit gebied weer ruimte voor ongeveer 30.000 nieuwe zonnepanelen. Hoewel er veel meer flexibiliteit nodig is in dit gebied resulteerde het wel in de allereerste flexcontracten van Nederland waarmee perspectief geboden kon worden voor netcongestie. 

Onbekend en onbemind 

Flexibiliteit komt niet uit de lucht vallen. Uit onze challenge bleek dat de meeste bedrijven nog niet goed weten hoe zij kunnen bijdragen aan de oplossing en wat dit concreet voor hen betekent. Bedrijven die zich al begeven op de energiemarkt snappen dat wel en spelen hier op in. De klanten die gehoor gaven aan de oproep zijn dan ook voornamelijk spelers op verschillende energiemarkten: zon- en windparken, e-boilers, Bitcoin-miners, WKK’s, batterijen en aggregators. Reactie van bedrijven buiten deze sectoren bleef helaas uit.  

Ook dit jaar zagen we eenzelfde resultaat in het congestieonderzoek van TenneT in de provincies Utrecht, Flevoland en Gelderland. Van de 2.000 grote bedrijven die gevraagd werden om flexibiliteit te bieden, reageerden er slechts 35. Wederom waren dit alleen de bedrijven die de energiemarkten goed begrijpen. Dat vinden wij jammer, omdat ook bedrijven buiten deze sector flexibel vermogen kunnen leveren.   

Maar er zijn ook lichtpuntjes. Een groot verschil met een jaar geleden is dat het begrip en het bewustzijn van de problemen op het elektriciteitsnetwerk steeds meer onder de aandacht komt bij onze klanten. Daarnaast zijn er ook steeds meer marktpartijen die zich ontwikkelen als Congestie Service Providers en daarmee concrete hulp kunnen bieden aan bedrijven in het flexibeler inrichten van het bedrijfsproces. 

Het is maar wat de gek ervoor geeft 

We zien dat de motivatie om te flexen verschilt per partij. Een deel stapt vanuit commercieel oogpunt de onderhandelingen in, weet dat de nood hoog is en wil er de hoogste winst uitslepen. Er zijn ook partijen die puur naar de oplossing kijken, graag willen helpen en daarom genoegen nemen met een kostendekkende vergoeding.

Om zo veel mogelijk ruimte te kunnen bieden aan de grote maatschappelijke opgaven zoals woningbouw en verduurzaming is het cruciaal dat er in deze beginfase van flex geen ‘misbruik’ wordt gemaakt van de situatie. 

Kostendekkend moet naar mijn mening het streven zijn. Daarnaast helpt een vaste formule om maatwerk te voorkomen. Om een wind- of zonnepark een uur af te schakelen vind ik het bijvoorbeeld reëel om de gemiste productie te vergoeden op basis van de stroomprijs van dat moment. In de praktijk worden veel hogere prijzen gevraagd, soms meer dan drie keer zo hoog, simpelweg door het zeer beperkte aanbod. 

Moet dit systeem dan op de schop? Ja, nu kan het nog.

Warmold ten Zijthoff

De onderlinge concurrentie tussen de nationale onbalansmarkten en regionale congestiebiedingen versterken dit opstuwende prijseffect. De regionale netbeheerder (DSO) en de transmissienetbeheerder (TSO) zitten elkaar steeds vaker in de weg. Een batterijsysteem in Utrecht kan bijvoorbeeld op een bepaald moment door de landelijke netbeheerder gevraagd worden om extra energie af te nemen (laden) terwijl op datzelfde moment de lokale netbeheerder vraagt om het tegenovergestelde te doen (ontladen). Het is natuurlijk absurd dat deze tegengestelde belangen leiden tot hogere flexvergoedingen die uiteindelijk moeten worden doorbelast in de nettarieven van bedrijven en consumenten of ten koste gaat van de hoeveelheid ruimte die we kunnen bieden aan woningbouw en verduurzaming.   

Moet dit systeem dan op de schop? Ja, nu kan het nog. Lokaal transport moet voor landelijke onbalans gaan. De Autoriteit Consument & Markt kan hierin een rol spelen door te borgen dat lokale netbeheerders beperkingen kunnen opleggen in het bieden van tegengestelde flexdiensten op de landelijke onbalansmarkt. Daarnaast is het noodzakelijk om kostendekkende prijzen vast te stellen via een vaste prijsformule. Op die manier worden partijen met een maatschappelijk regionaal belang niet de dupe van commerciële partijen zonder regionale binding. 

Flextender 2024 

Flex is anno 2024 nog steeds pionieren. We begeven ons op nieuw terrein. We kunnen niet leunen op ervaring van anderen. We moeten er samen achter komen wat wel en niet werkt. We zullen deze en andere lessen meenemen in de flextenders die we in 2024 zullen lanceren. Hierbij geven wij inzicht in welke flexibiliteit we waar en wanneer zoeken en dagen we onze klanten, marktpartijen, Congestie Service Providers en investeerders in energieopslag uit om concrete oplossingen aan te dragen. Onze ambitie hierbij is om alleen al in provincie Utrecht minimaal 20 keer zoveel flexibel vermogen te contracteren dan we geoogst hebben in de Flexchallenge van 2022. En deze ambitie komt niet zomaar uit de lucht vallen. Zonder deze flexibiliteit lopen we volledig vast, kunnen er geen nieuwe woningen meer gebouwd of bestaande woningen verduurzaamd worden en ontstaan er risico’s voor de leveringszekerheid.  

2024 wordt een spannend jaar. Ik hoop op meer lenigheid. Ik weet zeker dat we dat in ons kikkerlandje kunnen.  

Warmold ten Zijthoff
Regiodirecteur Utrecht Stedin 

Delen op sociale media