De ODE-tarieven stijgen komend jaar wederom, blijkt uit de stukken die met de Miljoenennota naar de Tweede Kamer zijn gestuurd. Dit ondanks de hevige protesten uit de glastuinbouw het afgelopen jaar. Het kabinet kondigt aanvullende middelen aan om bedrijven tegemoet te komen in hun energiekosten.
De Opslag Duurzame Energie (ODE) is een heffing op elektriciteit en gas die de subsidiepot voor de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie en -transitie (SDE+ en SDE++) moet vullen. De afgelopen jaren is gesleuteld aan de heffing om de verdeling van 50% huishoudens en 50% bedrijfsleven te veranderen in 33% huishoudens en 67% bedrijfsleven. Daarnaast is ook besloten dat de industrie in ieder geval net zoveel inlegt als er aan subsidie aan mag onttrekken (€550 mln).
De verschuivingen in de heffing hadden een ongewenst gevolg: de glastuinbouw zag het tarief voor elektriciteit met 177% stijgen afgelopen jaar. Dat betekent dat juist de bedrijven die af stapten van aardgasgestookte ketels voor verwarming en verlichting hard werden getroffen. Mede daarom mochten bedrijven gedurende de coronapandemie de betaling van ODE en energiebelasting uitstellen.
In de sector zong rond dat in het Belastingplan de klap uit de ODE zou worden gerepareerd. Dat is dus niet zo. De tarieven schuiven komend jaar weer een trede omhoog: zowel voor elektriciteit als aardgas in alle tariefschijven tussen de 9% en 10%, behalve voor grootverbruikers van elektriciteit (schijf 4); daar stijgt de ODE komend jaar niet. Ook voor 2022 is de stijging alvast in het wetsvoorstel opgenomen, al behoudt het kabinet zich het recht voor die bedragen te wijzigen. Het gaat dan om stijgingen tussen de 1% en 2%, behalve voor de grootverbruikers elektriciteit die hun tarief dan met 25% zien stijgen, of 0,01 cent naar 0,04 cent per kWh.
Tegelijk met de wet die de ODE-tarieven vastlegt, zijn ook rapporten van CE Delft en Wageningen Economic Research meegestuurd over de gevolgen van de ODE-schuif voor glastuinbouw en industrie. De conclusies luiden: per sector zijn de extra lasten van de ODE-schuiven beperkt, maar in bepaalde delen van de sectoren kunnen de lasten extra hard aan komen. In sommige gevallen loopt dat op tot een stijging van 450%. Maar hoewel er bedrijven kunnen zijn voor wie de extra lasten zwaar drukken op de winst, is het onwaarschijnlijk dat er door de ODE hele bedrijfstakken uit Nederland zullen verdwijnen.
De voorgenomen stijging van het tarief wil niet zeggen dat het kabinet geen oog heeft voor de mogelijke problemen in de glastuinbouw, of in andere sectoren waar bedrijven hard geraakt worden. Een generieke aanpassing van de ODE is niet mogelijk, staat daar te lezen, omdat het een algemene heffing is die zich niet toespitst op specifieke sectoren. Het kabinet kiest er daarom voor om de komende twee jaar “aanvullende middelen” vrij te maken om bedrijven tegemoet te komen in de energiekosten. De ministers van Economische Zaken en Klimaat en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zullen met de sectoren bespreken hoe zo’n regeling eruit moet komen te zien.
Het gaat naast de glastuinbouw ook om de papierindustrie, de voedselverwerkende industrie en de chemie, hoewel het hier niet de elektriciteitstarieven maar de aardgastarieven zijn die pijn veroorzaken. En dat was ook één van de beoogde doelen van de schuif: aardgas meer belasten, om bedrijven te prikkelen om te elektrificeren.