De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland waarschuwt dat in het huidige tempo in 2023 lang niet alle kantoorgebouwen zullen voldoen aan de verplichting om minimaal een energielabel C te hebben. Kantoorgebouwen die niet aan de label-C-verplichting voldoen, mogen per 1 januari 2023 niet meer worden gebruikt.
De pijn zit niet zozeer in kantoorgebouwen met een label D, E, F of G, maar in het feit dat ongeveer de helft van de gebouwen nog helemaal geen energielabel heeft. Die gebouwen kunnen dus heel wel energiezuinig zijn, maar hebben niet het label dat daarbij hoort. Ook dan voldoen ze niet aan de verplichting, en moeten de inwoners van de kantoortuin dus in principe verkassen na 1 januari 2023.

Stef Blok
De label-C-verplichting werd in 2016 door toenmalig minister Wonen Stef Blok (VVD) aangekondigd en door huidig minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken, D66) in het Bouwbesluit geschreven. Sindsdien houdt RVO bij wat de voortgang is. En die is er wel (zie de grafiek) maar het gaat niet snel genoeg. Ondanks dat banken in 2017 geld opzij zetten om te investeren in hun vastgoed, bleek eind vorig jaar de interesse bij private equity en andere beleggers voor verduurzaming niet al te groot te zijn.
In de cijfers is afname van interesse overigens niet terug te zien. Het aantal gebouwen met een energielabel neemt gestaag toe. Sinds 2017 is het aantal met een energielabel C met 8 procentpunt per jaar gestegen, becijferde RVO. Inmiddels hebben zo’n 25.000 kantoorgebouwen het juiste label, en dat is volgens RVO 38% van de voorraad. Zo’n 7.500 gebouwen hebben een label D of lager, en dat komt neer op ongeveer 12% van de labelplichtige kantoorvoorraad. Deductie leert dan dat de helft van de gebouwen nog labelloos is, en net iets minder dan twee jaar heeft om daar verandering te brengen.
Slag om de arm
Overigens houdt het agentschap een flinke slag om de arm bij de aantallen: alleen “verblijfsobjecten” die “een kantoorfunctie” hebben zijn meegeteld. Dat betekent dat “combi-kantoren”, gebouwen die verschillende functies zoals wonen en kantoor combineren, niet zijn meegeteld. Ook is in sommige gevallen een deel van een kantoor geregistreerd in de labeldatabase, terwijl het gaat om energielabels voor hele gebouwen. Bepaalde kantoren, zoals monumenten, zijn vrijgesteld van de labelplicht. Dat alles beïnvloedt de telling.