Direct naar inhoud

Ruim 10% van transportindicaties SDE+ negatief — artikel bevat een betaalmuur

Dit artikel heeft een betaald toegangsblok, wat betekent dat je een deel van de inhoud pas kunt lezen als je bent ingelogd en een geldig abonnement hebt.

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd: 22 november 2019

Van de ruim tienduizend aanvragen voor een transportindicatie die de regionale netbeheerders dit najaar ontvingen, is 11% afgewezen wegens gebrek aan capaciteit op het elektriciteitsnet. Alle afwijzingen komen uit de koker van Enexis, Liander en Rendo. Dat heeft Netbeheer Nederland donderdag bekend gemaakt.

Monteurs trekken kabels voor het zonnepark Eemnes, langs de snelweg A1. Dit zonnepark in Stedin-gebied is inmiddels operationeel. (Foto: Hollandse Hoogte/Jaco Klamer)

Voor de laatste subsidieronde uit de SDE+-regeling voor hernieuwbare energieprojecten moesten aanvragen vergezeld gaan van een zogeheten transportindicatie van de regionale netbeheerder. Een positieve indicatie moet de overheid het vertrouwen geven dat een subsidiabel project in de toekomst ook werkelijk op het net kan worden aangesloten binnen de daarvoor gestelde termijn van vier jaar. Deze eis is eerder dit jaar door minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat, VVD) ingevoerd, omdat in een aantal regio’s het elektriciteitsnet tegen de grens van de beschikbare capaciteit is aangelopen.

Netbeheer Nederland heeft donderdag het totaal aantal aanvragen en de resultaten gepubliceerd, nadat het aanvraagloket voor de SDE+ op 14 november is gesloten. In totaal zijn er 10.286 aanvragen voor zogeheten unieke adressen binnengekomen. Daarmee bedoelen de netbeheerders dat ze meerdere aanvragen voor eenzelfde adres als één aanvraag beschouwen. ‘Meerdere aanvragen’ kan bijvoorbeeld voorkomen als een indiener een negatieve transportindicatie krijgt voor een zonnepark van, zeg, 20 MWp, en vervolgens nogmaals een aanvraag indient voor een zonnepark half zo groot, in de hoop dat dat nog wel net op het net past en er alsnog een positieve indicatie loskomt.

Alle negatieve indicaties komen op het conto van Liander en Enexis, die beide op 13% van de aanvragen een negatieve indicatie afgaven, en de kleine netbeheerder Rendo die alle twintig aanvragen moest afwijzen. Dat deze netbeheerders een probleem hebben met langzaam vollopende netten, is al langer bekend. Enexis heeft in de dunbevolkte regio Noordoost-Nederland met een beperkt transportnet de afgelopen jaren veel wind- en zonneparken zien verschijnen. Het werkgebied van Rendo ligt middenin dit Enexis-gebied. Liander heeft in de Flevopolders, Noord-Holland en Midden-Nederland te maken met veel hernieuwbare opwek enerzijds, en een groeiend aantal grote afnemers als datacentra en tuinders anderzijds.

Opvallend is dat geen enkele andere netbeheerder een negatieve indicatie heeft afgegeven. Stedin, vooral actief in Zuid-Holland en Utrecht, en dochteronderneming Enduris (Zeeland) hebben alle verzoeken gehonoreerd, terwijl ook zij te maken hebben met groeiende hoeveelheden hernieuwbare opwek en een groeiende vraag naar elektriciteit. Overigens stelt Netbeheer Nederland dat een positieve transportindicatie “geen garantie [biedt] dat het gevraagde transportvermogen in de toekomst beschikbaar is; het geeft enkel een indicatie”. Het beschikbare vermogen wordt uiteindelijk toegekend in volgorde van aanvraag.

De meest recente (24 oktober) kaart van Enexis met de regio’s in Noordoost-Nederland waar geen transportcapaciteit meer beschikbaar is. (Bron: Enexis)

Omdat de transportindicatie als harde eis pas kort voor de opening van de najaarsronde op tafel kwam en duidelijk ontwikkelaars in problemen heeft gebracht, heeft Wiebes een extra ronde SDE+ aangekondigd voor 2020. In deze ronde zal €1,5 mrd à €2 mrd aan subsidie beschikbaar zijn.

Projecten die al een SDE+-beschikking hebben en tijdens de realisatie tot de ontdekking komen dat de netbeheerder niet in staat zal zijn het wind- of zonnepark aan te sluiten, kunnen uitstel krijgen, zei minister Wiebes deze week in de Tweede Kamer. Bij afgifte van de beschikking is er in principe een harde eis dat een project binnen vier jaar stroom moet leveren, omdat anders de beschikking vervalt. Woensdagavond zei Wiebes tijdens de behandeling van de begroting van zijn ministerie: “Als projecten echt on hold staan, kunnen ze uitstel krijgen; tenminste als er op korte termijn wel ruimte is. Als er voldoende voortgang wordt gemaakt met de bouw, is uitstel mogelijk.” Ook kunnen projecten een nieuwe aanvraag doen op een andere locatie waar wel ruimte is, zei Wiebes, en dat is juist de reden dat er volgend jaar een extra ronde komt.