Direct naar inhoud

De beste ambtenaar

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 12 februari 2024

“Ik ben er zaterdag gewoon bij!”, appte Annemarie mij de week ervoor. Zij werkt bij het ministerie en haar team geeft vorm aan verschillende regelingen waarmee wij, als gemeente, moeten werken. Er is veel kritiek op overheidsmensen maar toen er laatst een verkiezing was van de Ambtenaar van het Jaar 2023, heb ik op haar gestemd.

Het is altijd ronselen van vrijwilligers op de klusdagen die mijn collega’s organiseren om, in de wintermaanden, de wachtlijst van energiefixers in te korten. Omdat het doordeweeks niet lukt om iedereen met de vaste teams te helpen, hebben wij bedacht om eens per maand, op de zaterdag, te zorgen dat er minimaal dertig huizen worden bezocht met een ploeg bestaande uit ervaren klussers en mensen die een dagje komen helpen. Waar de animo groot was bij het begin van de energiecrisis in het derde kwartaal van 2022, zijn wij tegenwoordig blij als wij daar met tien man staan.

(Foto: LO)

Aangezien je altijd met zijn tweetjes een woning betreedt (uit oogpunt van sociale veiligheid over en weer) betekent zo’n klusdag dat een team van twee in een dag zes woningen probeert te “fixen”. Hoe moeilijk kan het zijn, hoor ik jullie denken? Aanbellen, folie knippen en aanbrengen, een paar tochtstrippen plakken, een lijst aan handige tips achterlaten en je staat weer buiten voor je er acht in hebt. Zes klinkt wel heel mager.

Let op: wij zijn er niet om schoon te maken, helpen opruimen of om andere klussen in de woning te doen dan wat er in het draaiboek staat”, waarschuwt Hidde, in het dagelijks leven werkzaam bij een netbeheerder, die ons al sinds 2022 kostenloos en op zijn vrije dag komt helpen orde in de chaos te brengen, de teams naar de juiste adressen te sturen, geduldig afspraken te verzetten/herplannen/annuleren, maar die er ook is voor de mentale ondersteuning als je net terugkomt van een adres waar je graag meer had willen doen dan drie ledlampen inschroeven.

Ik weet dat hij naar mij kijkt. Er is geen klusdag geweest waar men niet op mij heeft moeten wachten omdat ik zo traag was met de zes woningen afwerken. Ik ben namelijk heel erg slecht in nee zeggen. En hij heeft natuurlijk hartstikke gelijk, want hoe valt er straks uit te leggen dat de woning van de buurman van 113 wél een stofzuigbeurt heeft gekregen terwijl een ander team bij 115 zich aan de opdracht heeft gehouden. De SPUK energiearmoede (SPUK staat voor Specifieke uitkeringen gemeenten en provincies) heeft een helder doel: het energieverbruik verminderen van huishoudens met een laag besteedbaar inkomen en die verblijven in een woning met een lage energetische kwaliteit. Het doel is dus niet om, zonder opleiding, ineens voor maatschappelijk werker te spelen.

Eenmaal gebriefd lopen Annemarie en ik naar de eerste woning. Een oudere dame met een zwaar Rotterdams accent. Ze vindt het gezellig dat wij er zijn en biedt ons gelijk thee aan. Daar kunnen wij natuurlijk niet aan beginnen. Haar huis zit er uit als door een ringetje te halen en ze blijkt al alle lampen zelf te hebben vervangen. Achter de radiatoren folie plakken lukte haar niet meer dus verplaatsen wij de bank en beginnen wij met knippen. “Daar past mijn hand toch niet tussen?”, vraagt Annemarie wijzend naar de vernsterbank. Nee dat klopt. De betimmering rondom radiatoren is de vijand van alle fixteams. We prutsen met de magneten die, als je ze even los heb gehaald terwijl je de folie strak probeert te trekken, uit zichzelf een telefoon, sleutel, schaar of elkaar weten te vinden. Super irritant. Wij vloeken binnensmonds, maar ik zie dat ze er steeds meer gevoel voor krijgt.

We vullen de ochtend met vier bezoeken. Elk huis een nieuwe geur, een ander gezin, een verrassend interieur. Soms in hetzelfde portiek: bij de een alles betegeld en wit met goudkleurige gordijnen waardoor je je in het paleis van een sultan waant, en bij de ander zware teakmeubelen, donkere jaloezieën en een zwarte bank. Wij vissen sokken, plastic zakken en oude droge keukendoeken van achter de verwarming en worden daar ook steeds creatiever in. Je duwt ze omhoog, omlaag of naar de zijkanten met een pollepel, een bezemstok of een elektriciteitssnoer. Je moet wat. Een klein meisje krijgt van ons de schoen van haar barbie terug, samen met een klein knuffelhondje en lijkt hier heel blij mee. Die was ze beide al een tijdje kwijt.

Vlak voor de lunch bellen we bij een gezin aan. Het is gelijk duidelijk dat er hulp nodig is. Een moeder met een kwakkelende gezondheid, zorg voor een gehandicapt kind en een depressieve dochter. Niet dat ze ons dit bij binnenkomst gelijk vertelt. Ze kletst gezellig, biedt ons koffie aan, vraagt of wij willen zitten en of het niet te koud is om de hele dag van deur tot deur te trekken. Wij gaan gelijk aan de slag. Geen radiator is goed te bereiken. De grond is bezaaid met zwarte puntjes, het lijken spijkers maar het zijn ze niet. “Oh, dat is kruidnagel”, zegt ze. “Tegen zilvervisjes”. Jakkes.

Ze vertelt dat het niet alles is, in een hoek van het kozijn zit een gat dat ze gedicht heeft met een bolletje keukenpapier. Hier kruipen anders andere insecten door, ze heeft geen idee wat het zijn. We vragen haar of ze hulp heeft en of wij iets kunnen regelen. Heeft ze contact met het Wijkondersteuningteam? Dat heeft ze niet, maar ze geeft aan geen hulp te willen. De situatie is tijdelijk, verzekert ze ons.

Ik vraag haar ook naar de stofzuiger, jammer van het draaiboek. Annemarie en ik trekken het bed opzij en beginnen de schimmel van het kozijn en van de hoeken te poetsen. Wij zuigen de vloer en leggen de kruidnagel erna terug. Bij haar dochter is de chaos compleet. Omdat wij allebei moeder zijn van pubermeisjes kijken we nergens van op. Ik ga de dochter halen in de woonkamer: “Kom je mij even helpen? Wij gaan samen je bed opmaken.” Terwijl ze een vuilniszak vasthoudt, dumpen wij lege chipszakjes en oude plaknagels en krijgen wij haar aan het lachen. “Ja, je had nooit verwacht dat de gemeente je kamer zou komen opruimen, hè? Ik doe dit alleen omdat ik vandaag vrij ben.”

Aangekomen bij de slaapkamer van haar moeder, waar tocht boven aan het raam voelbaar is en wij een strip willen gaan plakken, blijkt zij op haar bed te zijn gaan zitten om haar bloeddruk te meten. Haar handen trillen en het lukt niet. “Zal ik maandag mijn collega vragen om u te bellen voor een afspraak?”, vraag ik haar nog zacht. Ze begint te huilen. “Ja”.

Na de lunch komen wij bij een Turks gezin. Het stel spreekt geen Nederlands maar een jonge vrouw volgt ons door de woning om te tolken. Ze woont sinds 19 maanden in Brabant en leert de taal via online lessen en door televisie te kijken. Ze komt steeds dichterbij terwijl wij bezig zijn. Ze kijkt hoe wij de balkondeur schrobben en stelt vragen over de radiatorfolie. Waar wij er niet uitkomen komt Google Translate goed te pas. Vlak voordat we vertrekken zegt ze dat ze goed heeft gekeken om het bij haar thuis ook zo te doen. Ik geef haar de rest van de rol folie en een handvol magneten en een douchekop. Ze woont weliswaar in Oosterhout, maar de minister zal vast een oogje toeknijpen bij de subsidieverantwoording: het is allemaal belastinggeld van ons allen.

Wij wandelen aan het einde van de middag in de zon met onze dozen naar het buurthuis. “Ik zit al de hele dag in mijn hoofd aantekeningen te maken”, zegt Annemarie als wij er bijna zijn. Bij thuiskomst lees ik in mijn mail dat een minister over een paar weken op bezoek wil komen. Zal ik me dan wél aan het draaiboek houden?

PS: de Ambtenaar van het Jaar is Annelies van Eekelen (Energiearmoede) geworden. Ook een goede keuze!

Delen op sociale media