Direct naar inhoud

Onvast zand onder je voeten

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 25 maart 2024

Het is zondagochtend en ik wacht op de livestream vanuit Eindhoven. Mijn zoon staat straks aan de start van zijn 400 meter vrije slag, op jacht naar een limiet voor het NK. Deze staan messcherp en het wordt dus strijden. Afgelopen donderdag gaf ik hem een lift terug van de training. We raakten in gesprek over het feit dat hij in de wedstrijden vaak een andere slag laat zien dan dat wenselijk is. Juist zijn slag is zijn kracht: mooi, lang en beheerst. Hij heeft afgelopen jaren geleerd dat hij alles kan winnen op zijn uitduw en dat oefent hij dus ook tot in den treure. Maar op de dagen dat het er toedoet, wordt hij nerveus en slaat hij soms inefficiënt op het water. “Ik durf pas mijn slag aan te zetten als ik er zeker van ben dat ik een goede tijd ga zetten”, was zijn simpele antwoord. Ontwapenend simpel: dat je pas gaat doen wat nodig is als je er zeker van bent dat wat je wil dat er gebeurt ook echt gebeurt.

Waarom trek ik deze parallel? Omdat wij met de energietransitie niet veel anders zijn omgegaan. Ik kan me nog goed een gesprek herinneren met een lid van een raad van bestuur een hele tijd terug over de te volgen koers van zijn organisatie. “Ik zie het voor mij als een eiland, waar wij nu op staan, en waar de zandvlakte alsmaar kleiner wordt”, vertelde hij mij toen. “Maar dan moet je toch springen naar het volgende eiland”, was mijn repliek. Waarop hij vol overtuiging riep dat hij de sprong pas zou wagen als hij er zeker van was dat het volgende eiland even groot  zou zijn als hetgeen hij nu onder zijn voeten zag verdwijnen. Flabbergasted was ik toen. Nu eigenlijk nog steeds.

In aanloop naar de aflevering van Voetnoten over congestie in laagspanningsnetten (die samen met deze column online verschijnt) merkte ik dat ik het moeilijk vind om het niet over de schuldvraag te hebben. Niets is makkelijker dan roepen dat de gouden driehoek netbeheerders, toezichthouder en ministerie gefaald heeft. Met een beleid dat een kruidenier uit Appingedam in 1830 niet zou hebben misstaan. Pietluttig, benepen en kleingeestig. ‘Ons bin zuunig’ als leidraad bij elk investeringsvoorstel. Besparen op basale dingen zoals het draaien van fases aan de hand van het huisnummer. Alles overlaten aan de markt: “Dat doet de installateur wel”.

En deze mentaliteit is alles behalve uitgestorven, nu er stront aan de knikker is, lampen dreigen te flikkeren bij anderhalf miljoen Nederlanders en de broodnodige nieuwbouwwoningen niet meer aangesloten kunnen worden. De investeringsplannen van de regionale netbeheerders voor de periode 2024-2033 liggen nog ter beoordeling bij de ACM om er zeker van te zijn dat er nergens in het land onterecht en zonder stevige onderbouwing een schep in de grond gaat. Wij houden vast aan hoe wij het altijd deden en springen pas als wij er zeker van zijn dat elke meter kabel een bepaalde ton CO2 oplevert die echt niet efficiënter had kunnen worden ingevuld. Dat hiermee de levenskwaliteit en autonomie van miljoenen Nederlanders en duizenden bedrijven op de tocht staat, doet er (te) weinig toe.

Dat een toezichthouder niet buiten zijn boekje mag, begrijp ik. Er is toch iets van rechtszekerheid in een fatsoenlijk land en we kunnen moeilijk netbeheerders, die zich al door niemand de wet laten voorschrijven, een blanco cheque overhandigen. Maar ik mis de stem van de publieke aandeelhouders die juist de maatschappelijke stem moeten vertegenwoordigen.

En ik mis vooral bij alle betrokkenen de overtuiging dat de vele RES’en, actieagenda laadinfrastructuur, normering verwarmingsinstallaties, transitievisies warmte niet dienen als werkverschaffing voor consultants en tijdverdrijf voor verveelde ambtenaren, maar daadwerkelijk leiden tot de ontwikkeling van projecten, investeringsbeslissingen van midden- en kleinbedrijven die wel de lange termijn voor ogen hebben en het stapsgewijs verduurzamen van de woningen van vele huishoudens. Je zou maar zelf de sprong al gewaagd hebben en je omdraaien om te zien dat de overheid en netbeheerders nog op het oude eiland zijn gebleven en vandaar uit naar je zwaaien. Rechtszekerheid is in mijn ogen ook dat je erop kan vertrouwen dat de overheid gelooft in wat ze zichzelf als doel stelt.

Terug naar mijn zoon, want er gebeurde zojuist een wonder. De eerste 50 meter zag ik weer de oppervlakkige slag. Na zijn eerste keerpunt keerde de overtuiging terug en met resultaat. Nog net geen limiet maar wel een grote verbetering van zijn tijd. “In Antwerpen doe ik deze slag vanaf het begin”, appte hij mij met een bliksem smiley. Hij heeft de sprong gemaakt.

Over de auteur

  • Laetitia Ouillet

    Laetitia Ouillet is senior associate bij eRiskgroup en voorzitter van de landelijke energiecooperatie de Windvogel. Eerder was ze directeur strategic area energy bij de TU/e en werkte ze als directeur strategie bij Eneco.

Delen op sociale media