Energeia ontving onderstaande ingezonden brief vanuit Koninklijk Nederlandse Bouwkeramiek (KNB), de Vereniging van Nederlandse Glasfabrikanten (VNG), de Vereniging Nederlandse Kalkzandsteenfabrikanten (VNK) en koepelorganisatie Vereniging Nederlandse Metallurgische Industrie (VNMI). De sectororganisaties vragen aandacht voor de effecten van aardgasbelasting bij de behandeling van het Belastingplan 2015 komende week.
Schaf metallurgische en mineralogische aardgasbelasting af
De Kamerbehandeling van het Belastingplan 2015 werd beheerst door de leaseauto. De plannen van staatssecretaris Wiebes van Financiën voor het fiscaal aanslaan van leaseauto’s vielen zelfs bij zijn eigen partij niet in goede aarde. Hij werd teruggestuurd naar de tekentafel. Nu staatssecretaris weer aan het schetsen is, heeft hij wellicht ook nog even tijd om naar een ander dossier te kijken: de aardgasbelasting op mineralogische en metallurgische processen.
Want juist deze belasting wreekt zich met de Europese harmonisatie van belastingwetgeving. En deze belasting verzwakt het concurrentievermogen van de Nederlandse industrie van baksteen, glas, kalkzandsteen en metaal. En het mag helder zijn: zonder een goed draaiende industrie, zullen er nog maar weinig mensen in een leasebak rijden en is die discussie een achterhoedegevecht.
Nederland houdt simpelweg een nationale kop op Europese regelgeving in stand: de aardgasbelasting op mineralogische en metallurgische processen. En dat is merkwaardig. De Europese richtlijn voor energiebelasting is niet eens van toepassing op deze productieprocessen. Staatssecretaris Wiebes (evenals minister Kamp van Economische Zaken) laat hier een uitgelezen kans liggen om werk te maken van het wegwerken van in feite overbodige, maar vooral concurrentieverstorende Europese regels. Een grote wens overigens van dit kabinet en van onze Nederlandse eurocommissaris Timmermans. Zijn eerste succes kan hij meteen inboeken.
Europese lidstaten hebben sinds 2004 de mogelijkheid het gasgebruik voor deze productieprocessen volledig vrij te stellen van energiebelasting. Uit onderzoek van nota bene de rijksoverheid zelf blijkt dat alle tien onderzochte lidstaten, waar veel van onze Europese concurrenten zitten, deze mogelijkheid direct hebben benut.
Het is verstandig dat het kabinet werk maakt van het versterken van het concurrentievermogen van de Nederlandse industrie. En dat is hard nodig. De concurrentie is overal in de wereld en de Europese economie groeit niet hard genoeg. Staatssecretaris Wiebes heeft al laten weten dat milieubelastingen in het teken moeten staan van het bewaken van het concurrentievermogen. Vrijstelling van deze belasting past naadloos in dat streven. Het is voor hem nu tijd de daad bij het woord te voegen.
En dat kan hij eenvoudig doen. Zijn voorstel is de energiebelasting te verhogen. Dit is nodig om het niet doorgaan van de belasting op leidingwater te compenseren. Een voorstel dat overigens zwaar valt in de industrie. Maar deze verhoging biedt wel de mogelijkheid om de derving aan belastinginkomsten van de gewraakte aardgasbelasting eenvoudig te compenseren. De opbrengst van de verhoging van de energiebelasting voor het bedrijfsleven valt namelijk hoger uit dan geraamd.
Staatssecretaris Wiebes kan in één klap, voor deze specifieke industrieën, het concurrentievermogen versterken en Europese harmonisatie realiseren. En dat zonder dat het de burger extra geld kost. Mocht staatssecretaris Wiebes er toch niet uitkomen op de tekentafel, dan kan de Tweede Kamer hem tijdens de afronding van het debat over het belastingplan voor volgend jaar een handje helpen. Na jaren van faillissementen en het wegtrekken van bedrijven naar het buitenland, zou dat een opsteker zijn voor onze bedrijven.
Ewald van Hal, directeur Koninklijk Nederlandse Bouwkeramiek (KNB) Marijke van den Bosch, belangenbehartiger milieu en energie Vereniging van Nederlandse Glasfabrikanten (VNG) Michiel Nieuwenhuys, directeur Vereniging Nederlandse Kalkzandsteenfabrikanten (VNK) Frank Buijs, directeur Vereniging Nederlandse Metallurgische Industrie (VNMI).