De vrouw loopt binnen. Ze heeft haar jas nog aan en stormt op mij af. Ik steek een hand uit. Ze neemt hem niet aan en staart naar mijn naambadge: “Wie ben jij? Ah, ik zie het al, jij bent mijn vijand.” Het is 20:30 uur, ik ben hier tot 22:15 uur en moet daarna naar huis rijden. Ik heb een hele dag achter de rug en mijn maag knort. “Zal ik u uitleggen hoe het coöperatieve model werkt, mevrouw?”