Een focus op grondstofwinning maakt de afhankelijkheid en ongelijkheid binnen en tussen regio’s en landen zichtbaar. Onze stelling is: Er is sprake van een rechtvaardige energietransitie wanneer die mondiale ongelijkheid erkent én tegengaat, waarbij de Nederlandse overheid, bedrijven en organisaties zich inzetten voor het eerlijker maken van wereldwijde productieketens.
Op de recente klimaattop COP27 in Sharm el Sheikh, Egypte, sprak de president van Mozambique Filipe Nyusi zich uit voor een rechtvaardige energietransitie. Hij stelde dat Mozambique, als één van de armste landen ter wereld, in een rechtvaardige energietransitie door moet kunnen gaan met de winning van grondstoffen, waaronder aardgas. Aardgaswinning en andere vormen van grondstofwinning (zoals steenkool, grafiet en andere mineralen) worden gezien als noodzakelijk voor de economische ontwikkeling van Mozambique.
Dit illustreert twee kernpunten van ons essay: ten eerste, dat de energietransitie onlosmakelijk verbonden is met mondiale ongelijkheid en, ten tweede, dat de energietransitie ook, en vooral, een transitie in grondstofwinning is.
The Just Energy Essays
Dit essay is onderdeel van de serie ‘The Just Energy Essays’. Tot begin maart 2023 wordt er iedere week een essay gepubliceerd op Energeia, met steeds een nieuw perspectief op rechtvaardige energietransities. De essays komen van filosofen, technici, juristen, sociologen, politicologen, ontwikkelingsonderzoekers, onderzoekers die zich focussen op de invloed van gender, en meer. Deze serie is ontwikkeld in samenwerking met de Urban Futures Studio, Universiteit Utrecht. Voor meer informatie over deze serie, stuur een e-mail naar Jesse Hoffman.
Eerder verschenen in deze essayserie:
• Rechtvaardigheid als uitdaging voor de energietransitie
• Staar niet blind op procedurele rechtvaardigheid, maar compenseer
• Een verleidelijk warmtenet voor een rechtvaardige transitie
• Energiearmoede is een governance-vraagstuk
• De energietransitie laat vrouwen in de kou staan
• (Hoe) kunnen we luisteren naar een stem die niet kan spreken?
• De financiële wereld is niet neutraal: uitdagingen voor een rechtvaardige energietransitie
Voor de technologie van hernieuwbare energie, zoals zonnepanelen en windmolens, zijn grote hoeveelheden metalen en mineralen nodig, waaronder lithium, koper en grafiet. Tegelijkertijd heeft de energietransitie enorme gevolgen voor de winning van fossiele brandstoffen, zoals steenkool en aardgas, omdat deze grondstoffen aanzienlijk bijdragen aan de opwarming van de aarde.
Wat betekent dat voor landen zoals Mozambique, waar de ontdekking van aardgasreserves als een lot uit de loterij wordt gezien en waar steenkool één van de belangrijkste exportproducten is? En hoe duurzaam is het winnen van de mineralen die nodig zijn voor de groeiende vraag naar oplaadbare batterijen voor onder meer elektrische auto’s?
De relatie tussen de energietransitie en grondstofwinning is onderbelicht. Net als het gegeven dat ‘onze’ energietransitie in Nederland vrijwel onlosmakelijk verbonden is met energietransities, productieketens én grondstofwinning elders. Het raakvlak tussen mijnbouw en de energietransitie maakt de afhankelijkheid en ongelijkheid tussen regio’s en landen zichtbaar.
Wij doen beide langdurig etnografisch onderzoek in Mozambique, onder andere naar grafietmijnbouw, steenkoolmijnbouw en recentelijk de energietransitie. In dit essay schetsen wij drie ontwikkelingen in de grondstofsector in Mozambique die gerelateerd zijn aan de energietransitie en die dillema’s en keuzes oproepen, ook voor de Nederlandse overheid, donoren, investeerders en bedrijven.
‘Keep it in the ground‘
Er is een groeiende onrust in de steenkoolsector in Mozambique. Steenkool is sinds medio 2000 een belangrijk exportproduct. Tegelijkertijd heeft de steenkoolwinning zorgwekkende gevolgen voor mens en natuur rondom de mijnen. In de steenkolenregio van Mozambique hebben tienduizenden mensen hun huizen moeten verlaten. De compensatie voor het verlies van huis en land en de herhuisvesting van deze mensen heeft veel kritiek ontvangen van mensenrechtenorganisaties, zoals Human Rights Watch.
Steenkool wordt als de meest vervuilende bron van energie beschouwd. Tijdens de COP26 in Glasgow is vastgelegd dat het gebruik van steenkool moet worden teruggeschroefd. Meer dan veertig landen hebben zich ook gecommitteerd aan het afbouwen van steenkoolgebruik. Een gevolg hiervan is dat sommige mijnbouwbedrijven zich terugtrekken uit fossiele brandstoffen. Eén van de grootste steenkoolbedrijven die werkzaam was in Mozambique, de Braziliaanse multinational Vale, heeft in 2022 haar steenkoolconcessies verkocht aan het Indiase consortium Jindal. Dit consortium is in Mozambique al juridisch vervolgd voor het niet naleven van afspraken rondom milieu en herhuisvesting. De winning van steenkool, en de daarbij komende destructieve lokale gevolgen, zullen dus doorgaan.
De verkoop van de mijnconcessies had echter een kans kunnen zijn geweest om de mijn te sluiten. Zou het opkopen van steenkoolmijnen in Mozambique een manier kunnen zijn om steenkoolwinning tegen te gaan? Kan Nederland, als één van de donoren aan Mozambique, hieraan bijdragen? Dergelijke geluiden over de rol die donoren zouden kunnen spelen aan het terugdringen van de winning van steenkool én aan het verbeteren van de leefomgeving rondom de mijn, zijn in de marge al te horen. Tegelijkertijd moeten gevolgen van een mijnsluiting wel mee worden gewogen.
Aardgas en ontwikkeling?
Aardgas wordt steeds vaker als een ‘transitiebrandstof’ of meer duurzame fossiele brandstof gepresenteerd. In de Europese Unie is een discussie gaande over het voorstel van de Europese Commissie om aardgas te labelen als “groene energie” voor beleggers. Tegelijkertijd, en zoals de woorden van President Nyusi op de COP27 illustreren, wordt in Mozambique aardgaswinning door de overheid en bedrijven vooral gepresenteerd als een enorme kans voor de economische ontwikkeling van het land. Eerder stelde een rapport van het Tony Blair Institute for Global Change al dat het aardgas in de grond laten een enorme terugval zou betekenen en Mozambique tot armoede zou veroordelen. Moet Mozambique, als ‘energiearm land’, aardgas kunnen winnen en Nederland, als ‘energierijk land’, niet?
Eenvoudige antwoorden op deze vragen zijn er niet, te meer omdat de aardgasprojecten in Mozambique maar weinig economische voorspoed lijken te brengen. Integendeel, vanwege aardgasprojecten hebben in de noordelijke provincie Cabo Delgado duizenden mensen hun huizen moeten verlaten. Nog meer inwoners zijn hun bestaansmiddelen kwijtgeraakt. Net als in de steenkoolgebieden resulteerde ook hier het herhuisvestingsbeleid in conflict en ontevredenheid. Sinds 2017 is Cabo Delgado het toneel geworden van een gewapend conflict, waarbij een rebellengroep en Mozambikaanse veiligheidstroepen zich schuldig maken aan ernstige geweldsdelicten en mensenrechtenschendingen. Dit conflict heeft historische, politieke en religieuze dimensies, maar heeft ook wortels in processen van uitsluiting en het gebrek aan toekomstperspectief in een regio die rijk is aan grondstoffen. De lokale bevolking ziet maar weinig terug van de voorspoed die gas zou moeten opleveren.
De Nederlandse overheid is (indirect) verbonden aan de gasprojecten in Mozambique. Het heeft via Atradius (een kredietverzekeringsmaatschappij) bijna €1 mrd exportsteun in het aardgasproject gestoken, onder andere voor het Nederlandse baggerbedrijf Van Oord. In juni 2022 schreven verschillende maatschappelijke organisaties een brandbrief aan Nederlandse ministers om deze steun te stoppen. De voornaamste reden hiervoor is dat het gasproject plaatsvindt in een conflictgebied en een destabiliserende werking heeft.
Daarnaast geven deze organisaties aan dat aardgaswinning bijdraagt aan klimaatverandering. Na de COP26 heeft Nederland beloofd te zullen stoppen met exportkredietverzekeringen voor fossiele brandstofbedrijven, maar hier zijn ook wat uitzonderingen op gemaakt, zoals de steun aan het project in Mozambique. Een eerste stap in de goede richting zou zijn om de exportsteun aan aardgasprojecten in Mozambique direct te staken. Dit is ook een stap in de richting van het terugdringen van overheidssubsidies aan de fossiele-grondstofsector.
Grafiet en extractivisme
De energietransitie heeft de grafietsector in Mozambique een flinke boost gegeven. Grafiet is een essentieel mineraal voor oplaadbare batterijen en schattingen geven aan dat de vraag hiernaar met 50% gaat stijgen in de komende jaren. Het noorden van Mozambique, en met name Cabo Delgado, heeft één van de grootste grafietvoorraden ter wereld en de mijnen daar leveren aan bedrijven zoals Tesla. De grafietsector ontkomt echter niet aan de problematiek die al bij fossiele grondstofwinning is genoemd. Ook grafietmijnbouw gaat samen met grote veranderingen in de leefomgeving van de lokale bevolking, met problematische herhuisvestingprojecten en met ongelijke arbeidsmogelijkheden. En ook hier gaat mijnbouw gepaard met conflicten en maatschappelijke onrust.
De vraag is of duurzame én rechtvaardige mijnbouw wel mogelijk is. Daarnaast valt het op dat het grafiet dat in Mozambique wordt gewonnen, net als andere grondstoffen overigens, onmiddellijk wordt geëxporteerd en elders wordt verwerkt. Dit betekent dat de werkgelegenheid en winst op het productieproces grotendeels elders terechtkomen. Dit wordt ‘extractivisme’ genoemd en kenmerkt de ongelijke verhouding tussen regio’s waar grondstoffen worden gewonnen en waar deze worden verwerkt.
De Chileense auteur Barbara Jerez en haar collega’s observeren vergelijkbare processen in relatie tot lithiumwinning in Zuid-Amerika. Lithium is zoals grafiet ook een essentieel onderdeel van batterijen. Zij stellen dat het groeiende gebruik van elektrische auto’s en andere vormen van elektromobiliteit in het ‘Noorden’ een koloniale schaduw werpt in het ‘Zuiden’. Dit roept prangende vragen op over ongelijkheid en exploitatie die wortels hebben in (neo)kolonialisme, racisme en voortdurende ongelijke machtsverhoudingen die versterkt lijken te worden door de klimaatcrisis. Voor een rechtvaardige energietransitie is het noodzakelijk om mondiale ongelijkheid te erkennen en te bestrijden. Dit begint met het in acht nemen van de daadwerkelijke kosten van het winnen van de mineralen die nodig zijn voor de energietransitie, ook in Nederland.
Wereldwijde afhankelijkheid
Energieproductie en energieconsumptie zijn vraagstukken van een mondiale orde. De oorlog in Oekraïne maakt dit pijnlijk duidelijk. ‘Onze’ energietransitie in Nederland is afhankelijk en daarmee onlosmakelijk verbonden met productieketens en energie- en duurzaamheidsvraagstukken elders. Een focus op deze mondiale ketens geeft inzicht in hoe de baten en de lasten van de energietransitie onevenredig neerkomen op bepaalde groepen mensen en bepaalde regio’s. Deze ongelijkheid is ingebed in bestaande patronen van exploitatie en afhankelijkheid. Het moge duidelijk zijn dat deze kwesties vragen om lokale, nationale, en mondiale actie en regelgeving.
Toch kunnen we een aantal concrete vraagstukken formuleren voor Nederlandse partijen. Hoe kan het Nederlands investerings- en ontwikkelingsbeleid reageren op rechtvaardigheidsvraagstukken zoals gesteld door de Mozambikaanse president zonder bij te dragen aan de extractie van aardgas? Is compensatie voor het in de grond houden van fossiele brandstofreserves aan landen als Mozambique een alternatief? Dit is een groeiende discussie die meer aandacht verdient.
Daarnaast is het belangrijk dat de ‘verborgen impact’ van grondstofwinning voor de energietransitie een centrale rol krijgt in duurzaamheidsdenken en beleid in Nederland en elders. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de groei in elektromobiliteit en wind- en zonne-energie niet resulteert in negatieve impact zowel op plekken waar grondstof wordt gewonnen als op plekken waar elektronisch afval terechtkomt? Een urgent beleidsvraagstuk voor de Nederlandse overheid en bedrijven en organisaties is dus hoe de productieketens wereldwijd zo eerlijk mogelijk te maken.